Ontkomen aan het Oordeel: Hij of jij?
Er zijn zo van die dingen waar je jezelf geen voorstelling van kunt maken. Zaken waarvan je jezelf niet goed kunt indenken dat ze ook echt kunnen gebeuren. We leven ons dagelijkse leventje, en dat gaat zo dag in, dag uit. Er is altijd maar weer dat ritme van werk, hobby, sport, vakantie, school of studie. Vanzelfsprekend toch?
Soms zijn er even van die momenten waarop we beseffen dat het niet vanzelfsprekend is: een ongeval, overlijden of ziekte zet ons even stil. Maar vaak is dat maar voor heel eventjes dan. Daarna gaat het leven weer door en al snel weer in datzelfde ritme; alsof er niets gebeurd is.
Verwoestende brand
Begin 2019 was er eventjes een zodanige gebeurtenis. Een oude kerk, een kathedraal, in Parijs stond er al eeuwen lang. Bij een bezoek aan Parijs zou het misschien wel een logische bezienswaardigheid zijn om te bezoeken. Tot die ene dag van die verwoestende brand en het eeuwenlange eventjes niet meer zo vanzelfsprekend was.
Zo is het bij ons vaak ook rond ‘het laatste oordeel’, waarvan we in de Bijbel lezen dat het zeker komt. We leven er wellicht niet zo mee en ook de dingen van God en de eeuwigheid, en het besef daarvan sneeuwen onder, onder de drukte van iedere dag. Ik blijf hier bewust even uit de verschillende eschatologische visies die er op grond van een verschillende verstaan van de Bijbel zijn, en wil me vooral focussen op het lot van hen die niet gered zijn en hoe ontkomen mogelijk is.
De dag van het laatste oordeel is een serieuze zaak, een ontzagwekkende realiteit. Maar is het wel genoeg een realiteit in ons leven? Zijn we ons er wel voldoende van bewust dat die dag echt zal komen? Als je erover leest in Openbaring 20:11-12, blijkt dat het hier om een indrukwekkende scène in de wereldgeschiedenis zal gaan. Er is een ontzagwekkend Wezen op een troon, voor wie, zo staat er, zelfs de hemel en de aarde wegvluchten. Op het moment van het staan voor die troon is er geen ontkomen meer aan; het is vreselijk als je naam zou ontbreken in ‘het boek des levens’. Dan is het einde schrikwekkend.
Niet van harte lief
Een veelgehoorde tegenwerping is die van ‘God is liefde’. Dat klopt, dat is een Bijbels gegeven, maar Hij is daarnaast ook rechtvaardig. Hij kan als volmaakt en heilig Wezen de zonde niet zomaar door de vingers zien. Dat het niet goed zal aflopen met mensen die Hem niet van harte lief zijn gaan krijgen en nooit ‘opnieuw geboren zijn’ is een huiveringwekkende, Bijbelse realiteit. Deze realiteit wordt heden ten dage door veel christenen angstvallig weggemoffeld, wegverklaard, of anderszins genegeerd. Dat is begrijpelijk, want het is ook ‘een ongemakkelijke waarheid’ en geeft zowel binnen als buiten de kerk een grote verantwoordelijkheid (Ezechiël 33).
De hoofdvraag van het leven blijkt niet te zijn hoe je gezond en met enige welvaart je pensioengerechtigde leeftijd kunt halen, maar is deze: ben je vergeven en heb je nieuw leven ontvangen in Hem? Anders is het een onontkoombaar moment om doodsbenauwd voor te worden. Zalig ben je, als dat moment van oordeel al tijdens je leven heeft plaatsgevonden. We lezen in Johannes 16 dat de Heilige Geest zal overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Als Hij dat gedaan heeft, heeft dat dan hopelijk geleid tot jouw bekering; een afkeren van de zonde en een toewenden tot Hem.
Maar ook al ben je christen geworden en weet je van vergeving van zonden, dan nog…. Ook een gelovige is toch niet volmaakt? Noemt Petrus het al niet in zijn eerste brief (1 Petrus 4:18) dat de gelovige ‘ternauwernood’ gered zal worden? Maar volgt er dan: als dat al zo is, waar zal de ongelovige in het oordeel dan blijven? En ook Paulus roept het in Romeinen 7 uit: ’Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen…?’
Dat is pas liefde
Ik ben wel eens bang dat over het algemeen gesproken het geloofsleven veel te luchtig wordt opgepakt, en dan kijk ik maar naar mijzelf. In hoeverre hebben we dagelijks het besef met Wie we te maken hebben? Realiseren we ons dat Zijn gedachten daadwerkelijk vaak anders dan de onze zijn?
God Zelf nam het komende oordeel zo serieus dat Hij er Zijn eigen Zoon niet voor spaarde. Op Golgotha hing de Zoon in het brandpunt van de toorn van God aan het kruishout, om te dragen wat wij op de oordeelsdag niet zouden kunnen dragen. De Zoon Zelf bood Zich aan: “Vader stuur mij, Ik zal gaan” (Hebreeën 9:14, 10:5-10, Psalm 40:7-8). Dat is pas Liefde!
Tot kort na de schepping was het leven volmaakt. De mens leefde daar zo dicht bij God dat Hij tastbaar en merkbaar aanwezig was. Maar omdat de mens de verleiding niet kon weerstaan om ‘als God te zijn’, kwam er een scheiding tussen Hem en ons en deed de dood zijn intrede. Die scheiding tussen Hem en ons bleek onoverbrugbaar, totdat een volmaakt God-mens die straf plaatsvervangend op zich nam en zo de weg terug naar God opnieuw opende. Toen Jezus stierf was het voor de Vader genoeg. Hij nam de zonde van de hele wereld op Zich, en omdat God niet één kan zijn met de zonde wendde, naast de zon die haar licht niet meer gaf, ook de Vader Zelf Zijn gezicht af. De totale God- verlatenheid, die jij en ik echt niet willen meemaken, was in die uren het lot van de Zoon. Als God Zich van je afkeert, die totale God-verlatenheid, dat is de hel. De kwelling dat je de enige bron van alle goed en volmaaktheid tot in eeuwigheid moet missen zal zijn als een kwellend, pijnlijk eeuwig vuur. Ook daar valt bijna geen voorstelling van te maken, maar de Bijbel is er helder over dat dit een daadwerkelijke bestemming voor velen zal zijn.
Totale levensverandering
’Er is geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus Zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest’, jubelt Paulus is Romeinen 8:1. Dat is de enige ‘escape route’ om niet veroordeeld te zullen worden. Het gaat hier niet om een eenmalige ‘keuze voor Jezus’, maar om een bekeerd leven dat gericht is op de dingen van Hem en door de Geest ook geleefd wordt voor Hem. Het gaat hier niet om het bereiken van de volmaaktheid of door mijn volmaakte leven alsnog een plek in de hemel te verdienen, maar het gaat hier om een door God Zelf veranderd leven. Als de liefde van Christus ons levensveranderend geraakt heeft, kan het niet zo zijn dat je de rest van het leven voor jezelf blijft leven; dat leven is voor Hem (2 Korinthe 5:15)! Het geheim van dat nieuwe leven ligt in een onderliggende totale levensverandering, namelijk de wedergeboorte, of ‘nieuwe schepping’ (2 Korinthe 5:17, Johannes 3:5-8).
Als we de ernst en realiteit van het komende oordeel, maar ook de genadige redding die God ons biedt meer tot ons laten doordringen, zou dat er ook meer toe leiden dat we de taak die we blijkens onder andere 2 Korinthe 5 gekregen hebben als gezanten van Christus om de mensen tot het geloof te bewegen. Over die volken die voor de troon staan, heeft Jezus daarvan niet gezegd: ‘maak ze tot Mijn discipelen’ (Mattheüs 28:19).
Het heerlijke Evangelie
Te realiseren dat er écht een oordeel komt en dat mensen écht verloren gaan, geeft mij persoonlijk een erg ongemakkelijk gevoel, maar ook de verantwoordelijkheid om waar mogelijk dat heerlijke Evangelie van redding door te geven. Ook in een missionaire context mag of moet dat komende oordeel en het vreselijke lot van hen die niet in Jezus geloven, genoemd worden als motivator (zie bijv. Paulus/ Felix in Handelingen 24). Dat gaat natuurlijk wel in tegen de huidige trend van laagdrempeligheid en het geloof zo ‘cool’ als mogelijk te laten lijken. Daarbij worden veel waarheden maar genegeerd en ingeslikt en soms hebben we als christenen zelfs het idee God te moeten ‘verdedigen’. Weer anderen doen geen eens moeite hiervoor en ontkennen Bijbelse ‘inconvenient truths’ of zeggen pseudo-nederig dat ze het niet weten of het maar aan God overlaten. Maar ook positief gesteld: als we van een hobby, relatie of gebeurtenis op bijvoorbeeld ons werk helemaal ‘vol’ zijn, kost het ons vaak weinig moeite om er met anderen over te spreken. Als we vaker vol zouden zijn van Hem, voor wat Jezus voor ons gedaan heeft en voor ons wil zijn, vol van de liefde van de Vader, zouden we ‘vervuld van de Geest’ dan ook niet vaker en makkelijker spreken over Hem?
Jezus is in de eerste plaats niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om haar te behouden! Hij biedt Zijn redding, liefde, ja Zichzelf aan: waarom zou je daaraan willen ontkomen?
Wilco Sliedrecht
Soms zijn er even van die momenten waarop we beseffen dat het niet vanzelfsprekend is: een ongeval, overlijden of ziekte zet ons even stil. Maar vaak is dat maar voor heel eventjes dan. Daarna gaat het leven weer door en al snel weer in datzelfde ritme; alsof er niets gebeurd is.
Verwoestende brand
Begin 2019 was er eventjes een zodanige gebeurtenis. Een oude kerk, een kathedraal, in Parijs stond er al eeuwen lang. Bij een bezoek aan Parijs zou het misschien wel een logische bezienswaardigheid zijn om te bezoeken. Tot die ene dag van die verwoestende brand en het eeuwenlange eventjes niet meer zo vanzelfsprekend was.
Zo is het bij ons vaak ook rond ‘het laatste oordeel’, waarvan we in de Bijbel lezen dat het zeker komt. We leven er wellicht niet zo mee en ook de dingen van God en de eeuwigheid, en het besef daarvan sneeuwen onder, onder de drukte van iedere dag. Ik blijf hier bewust even uit de verschillende eschatologische visies die er op grond van een verschillende verstaan van de Bijbel zijn, en wil me vooral focussen op het lot van hen die niet gered zijn en hoe ontkomen mogelijk is.
De dag van het laatste oordeel is een serieuze zaak, een ontzagwekkende realiteit. Maar is het wel genoeg een realiteit in ons leven? Zijn we ons er wel voldoende van bewust dat die dag echt zal komen? Als je erover leest in Openbaring 20:11-12, blijkt dat het hier om een indrukwekkende scène in de wereldgeschiedenis zal gaan. Er is een ontzagwekkend Wezen op een troon, voor wie, zo staat er, zelfs de hemel en de aarde wegvluchten. Op het moment van het staan voor die troon is er geen ontkomen meer aan; het is vreselijk als je naam zou ontbreken in ‘het boek des levens’. Dan is het einde schrikwekkend.
Niet van harte lief
Een veelgehoorde tegenwerping is die van ‘God is liefde’. Dat klopt, dat is een Bijbels gegeven, maar Hij is daarnaast ook rechtvaardig. Hij kan als volmaakt en heilig Wezen de zonde niet zomaar door de vingers zien. Dat het niet goed zal aflopen met mensen die Hem niet van harte lief zijn gaan krijgen en nooit ‘opnieuw geboren zijn’ is een huiveringwekkende, Bijbelse realiteit. Deze realiteit wordt heden ten dage door veel christenen angstvallig weggemoffeld, wegverklaard, of anderszins genegeerd. Dat is begrijpelijk, want het is ook ‘een ongemakkelijke waarheid’ en geeft zowel binnen als buiten de kerk een grote verantwoordelijkheid (Ezechiël 33).
De hoofdvraag van het leven blijkt niet te zijn hoe je gezond en met enige welvaart je pensioengerechtigde leeftijd kunt halen, maar is deze: ben je vergeven en heb je nieuw leven ontvangen in Hem? Anders is het een onontkoombaar moment om doodsbenauwd voor te worden. Zalig ben je, als dat moment van oordeel al tijdens je leven heeft plaatsgevonden. We lezen in Johannes 16 dat de Heilige Geest zal overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Als Hij dat gedaan heeft, heeft dat dan hopelijk geleid tot jouw bekering; een afkeren van de zonde en een toewenden tot Hem.
Maar ook al ben je christen geworden en weet je van vergeving van zonden, dan nog…. Ook een gelovige is toch niet volmaakt? Noemt Petrus het al niet in zijn eerste brief (1 Petrus 4:18) dat de gelovige ‘ternauwernood’ gered zal worden? Maar volgt er dan: als dat al zo is, waar zal de ongelovige in het oordeel dan blijven? En ook Paulus roept het in Romeinen 7 uit: ’Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen…?’
Dat is pas liefde
Ik ben wel eens bang dat over het algemeen gesproken het geloofsleven veel te luchtig wordt opgepakt, en dan kijk ik maar naar mijzelf. In hoeverre hebben we dagelijks het besef met Wie we te maken hebben? Realiseren we ons dat Zijn gedachten daadwerkelijk vaak anders dan de onze zijn?
God Zelf nam het komende oordeel zo serieus dat Hij er Zijn eigen Zoon niet voor spaarde. Op Golgotha hing de Zoon in het brandpunt van de toorn van God aan het kruishout, om te dragen wat wij op de oordeelsdag niet zouden kunnen dragen. De Zoon Zelf bood Zich aan: “Vader stuur mij, Ik zal gaan” (Hebreeën 9:14, 10:5-10, Psalm 40:7-8). Dat is pas Liefde!
Tot kort na de schepping was het leven volmaakt. De mens leefde daar zo dicht bij God dat Hij tastbaar en merkbaar aanwezig was. Maar omdat de mens de verleiding niet kon weerstaan om ‘als God te zijn’, kwam er een scheiding tussen Hem en ons en deed de dood zijn intrede. Die scheiding tussen Hem en ons bleek onoverbrugbaar, totdat een volmaakt God-mens die straf plaatsvervangend op zich nam en zo de weg terug naar God opnieuw opende. Toen Jezus stierf was het voor de Vader genoeg. Hij nam de zonde van de hele wereld op Zich, en omdat God niet één kan zijn met de zonde wendde, naast de zon die haar licht niet meer gaf, ook de Vader Zelf Zijn gezicht af. De totale God- verlatenheid, die jij en ik echt niet willen meemaken, was in die uren het lot van de Zoon. Als God Zich van je afkeert, die totale God-verlatenheid, dat is de hel. De kwelling dat je de enige bron van alle goed en volmaaktheid tot in eeuwigheid moet missen zal zijn als een kwellend, pijnlijk eeuwig vuur. Ook daar valt bijna geen voorstelling van te maken, maar de Bijbel is er helder over dat dit een daadwerkelijke bestemming voor velen zal zijn.
Totale levensverandering
’Er is geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus Zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest’, jubelt Paulus is Romeinen 8:1. Dat is de enige ‘escape route’ om niet veroordeeld te zullen worden. Het gaat hier niet om een eenmalige ‘keuze voor Jezus’, maar om een bekeerd leven dat gericht is op de dingen van Hem en door de Geest ook geleefd wordt voor Hem. Het gaat hier niet om het bereiken van de volmaaktheid of door mijn volmaakte leven alsnog een plek in de hemel te verdienen, maar het gaat hier om een door God Zelf veranderd leven. Als de liefde van Christus ons levensveranderend geraakt heeft, kan het niet zo zijn dat je de rest van het leven voor jezelf blijft leven; dat leven is voor Hem (2 Korinthe 5:15)! Het geheim van dat nieuwe leven ligt in een onderliggende totale levensverandering, namelijk de wedergeboorte, of ‘nieuwe schepping’ (2 Korinthe 5:17, Johannes 3:5-8).
Als we de ernst en realiteit van het komende oordeel, maar ook de genadige redding die God ons biedt meer tot ons laten doordringen, zou dat er ook meer toe leiden dat we de taak die we blijkens onder andere 2 Korinthe 5 gekregen hebben als gezanten van Christus om de mensen tot het geloof te bewegen. Over die volken die voor de troon staan, heeft Jezus daarvan niet gezegd: ‘maak ze tot Mijn discipelen’ (Mattheüs 28:19).
Het heerlijke Evangelie
Te realiseren dat er écht een oordeel komt en dat mensen écht verloren gaan, geeft mij persoonlijk een erg ongemakkelijk gevoel, maar ook de verantwoordelijkheid om waar mogelijk dat heerlijke Evangelie van redding door te geven. Ook in een missionaire context mag of moet dat komende oordeel en het vreselijke lot van hen die niet in Jezus geloven, genoemd worden als motivator (zie bijv. Paulus/ Felix in Handelingen 24). Dat gaat natuurlijk wel in tegen de huidige trend van laagdrempeligheid en het geloof zo ‘cool’ als mogelijk te laten lijken. Daarbij worden veel waarheden maar genegeerd en ingeslikt en soms hebben we als christenen zelfs het idee God te moeten ‘verdedigen’. Weer anderen doen geen eens moeite hiervoor en ontkennen Bijbelse ‘inconvenient truths’ of zeggen pseudo-nederig dat ze het niet weten of het maar aan God overlaten. Maar ook positief gesteld: als we van een hobby, relatie of gebeurtenis op bijvoorbeeld ons werk helemaal ‘vol’ zijn, kost het ons vaak weinig moeite om er met anderen over te spreken. Als we vaker vol zouden zijn van Hem, voor wat Jezus voor ons gedaan heeft en voor ons wil zijn, vol van de liefde van de Vader, zouden we ‘vervuld van de Geest’ dan ook niet vaker en makkelijker spreken over Hem?
Jezus is in de eerste plaats niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om haar te behouden! Hij biedt Zijn redding, liefde, ja Zichzelf aan: waarom zou je daaraan willen ontkomen?
Wilco Sliedrecht