Onderdanigheid

Herlinde De Vriese • 92 - 2016 • Uitgave: 9
‘k Wil onderdanig zijn, o Heer,
aan Uw wil en weg.
‘k Koester de Woorden die U spreekt
in wat ik doe of zeg.
Help mij uw plan en wijsheid, Heer,
volkomen te verstaan
en hou mij vast, heel dicht bij U
dat ‘k aan Uw hand mag gaan.


Het thema onderdanigheid is niet populair. Dat is ook zo met gehoorzaamheid. Ons hart neigt ernaar om een eigen weg te gaan, geen rekening met anderen te houden en onze eigen wil te doen. Van nature stellen we ons niet onderdanig op. Maar wat dan met de onderdanigheid waarover de Bijbel spreekt? Voor ons is dit een duidelijke vraag: wat leert de Bijbel over gezag en verantwoordelijkheid in het gezin? Wat met de man die het hoofd is en de vrouw die hem onderdanig is?

Jezus gaf aan ons hét voorbeeld van onderdanigheid. Hij heeft een duidelijke keuze gemaakt om aan Zijn Vader gehoorzaam te zijn. Wij mogen Zijn voorbeeld volgen en leren van Hem. Naarmate we Gods liefde beter leren kennen, zullen we meer begrijpen wat Hij van ons verwacht. Onderdanigheid aan God zal ons helpen ons te verzoenen met de gedachte om onderdanig aan anderen te zijn, want het is Gods manier om ons te beschermen.

Onderdanigheid uit eerbied voor Christus
Paulus schrijft aan de Efeziërs: ‘Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen, en wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk’ (5:1-2). Gehoorzaamheid en onderdanigheid heeft de Here Jezus Zijn leven gekost. Wat is er mis met ons?
Paulus zegt in de verzen 15-17: ‘Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad. Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is.’ En in verzen 5:21 tot 6:9 spreekt Paulus over onderdanigheid in de vreze van Christus: de vrouw aan haar man, kinderen aan hun ouders en slaven aan hun heer.
Paulus werkt de betekenis van onderdanigheid in deze verschillende relaties uit in de volgende verzen. De plaats die God aan man en vrouw gegeven heeft in een verbond, is een geheimenis. Paulus spreekt met het oog op Christus en de gemeente, Zijn Bruid. Door aan mijn man onderdanig te zijn, laat ik wat zien over de relatie tussen Christus en de gemeente. Ik wil graag tot Zijn gemeente behoren. Zonder onderdanigheid aan mijn man veeg ik het beeld van de gemeente in mijn leven uit. Paulus spreekt over liefde van de man voor zijn vrouw en de vrouw die ontzag heeft voor haar man.

Onderdanigheid en onder bescherming staan
Ik heb vaak nagedacht Efeziërs 5:22-24. Dit tekstgedeelte spreekt over een Bijbelse gezagsorde in het huwelijk: ‘Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt. Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles.’
Het Griekse woord voor onderdanig zijn is ‘hupotasso’, een samengesteld werkwoord dat betekent: zichzelf onder (gezag) plaatsen. God zegt niet dat de man superieur is aan de vrouw. De man draagt als hoofd de verantwoordelijkheid om zijn vrouw lief te hebben zoals Christus de gemeente heeft liefgehad en Zijn leven voor haar heeft gegeven. Deze man zal alles doen om zijn vrouw te beschermen en de vrouw plaatst zich vrijwillig onder deze bescherming.
Dit is niet eenvoudig voor mij. Ik ben snel bezorgd. Toen we pas getrouwd waren, maakten we de keuze om God te dienen en een hulpverleningscentrum op te richten. Dit was een stap in geloof. We wisten niet wat dit financieel zou betekenen. We wisten wel dat God een verlangen in ons hart gaf om mensen met de Bijbel te helpen. Ik was bezorgd en vroeg me af: “Hoe zullen we de rekeningen betalen?” Ik herinner me nog dat Jef zei: “Ik zal je beschermen, ik zal voor je zorgen. God heeft aan mij deze verantwoordelijkheid gegeven. Jij hoeft niet bezorgd te zijn.” Ik heb er toen voor gekozen om hem hierin te vertrouwen en sindsdien heb ik dagelijks gebeden: “Dank U Here Jezus, dat U ons geeft wat we nodig hebben en nog zoveel meer!” Ik mocht leren om God te vertrouwen en dankbaar te zijn dat Hij mij een man gegeven heeft die me beschermt en voor me zorgt. Ik heb ontdekt dat mijn man het nodig heeft dat ik deze waardering uitspreek.

Onderdanigheid als leerproces
Onderdanigheid is geen kenmerk van mijn persoonlijkheid, maar ik heb na vele jaren geleerd dat het mijn leven in balans houdt. De eerste jaren van ons huwelijk dacht ik dat onderdanigheid voor mij geen probleem zou zijn. Ik begreep niet waarom vrouwen daar zoveel heisa om maakten. Waarom zo moeilijk doen wanneer het duidelijk in de Bijbel staat? Totdat ik merkte dat ik het niet altijd eens was met mijn man. Bovendien gaf God ons twee pientere dochters met een sterke wil. Ik herinner me hoe ik hen onderwijs gaf in de gezagsorde zoals God dat bedoeld heeft. Onze oudste dochter vond het niet altijd eerlijk dat ze naar mama en papa moest luisteren. Ze kon dit beter aanvaarden toen ze hoorde dat mama naar papa moet luisteren en papa op zijn beurt naar de Here Jezus luistert. Daar kon ze mee leven.
Toen ze zeven was gingen we met vakantie naar Luxemburg. Op een dag maakten we een uitstapje met de auto en we zochten een plekje waar we konden picknicken. Jef en ik waren het niet met elkaar eens over deze plek en ik maakte dat heel duidelijk in mijn argumentatie. Ik had niet in de gaten dat onze dochters erbij waren. Plotseling zei de oudste: “Mama, u moet wel naar papa luisteren.” En de jongste van vijf volgde prompt: “Ja mama, want de Here Jezus wil dat zo.” Ik weet nog precies hoe ik me toen voelde! Maar ze hadden gelijk. Sinds die tijd ben ik me bewust van het voorbeeld dat ik aan mijn dochters geef. Ik heb vaak fouten gemaakt en doe ze nog steeds, maar ik mag leren om God gehoorzaam te zijn.
Wanneer ik onderdanigheid ruimte geef in mijn leven, merk ik dat de Here Jezus me leert om dienstbaar te zijn. Zijn karakter groeit in me. Hij vraagt me om Zijn voorbeeld te volgen. Hij heeft Zichzelf ontledigd (Filippenzen 2:5-8). Zal ik bereid zijn om dit ook te doen? Kies ik ervoor om mijn man te respecteren? God weet dat ik dit niet uit mezelf kan en spreekt troostende woorden in Filippenzen 2: ‘Want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt’ (vers 13). Wanneer God van me vraagt om aan mijn man onderdanig te zijn, zal Hij me niet alleen helpen om te begrijpen waarom dit goed voor me is, maar Hij zal me helpen om het te doen. Zo is onderdanigheid een kostbaar geschenk dat God me in Zijn Zoon gegeven heeft.

Herlinde De Vriese

Bewerkte versie. Oorspronkelijk verschenen in: ‘Tijdschrift, Magazine voor pastoraat, gezin en gemeenteopbouw’.