Onbaatzuchtig geven
’Een zegenende ziel wordt verzadigd, en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen’ (Spreuken 11:25).
Ik heb een nieuw Nederlands woord geleerd: altruïsme. Het is onbaatzuchtig gedrag van iemand dat ten gunste van een ander is en niet zelden ten koste van de persoon gaat. De coronacrisis haalt bij veel mensen deze mooie eigenschap naar boven. Prachtig om te zien!
Het tegenovergestelde is egoïsme. Daarbij draait alles om het ‘ik’. We willen wel iets voor een ander doen, maar dan moeten we er wel voordeel van hebben. De zanger Carel Heinsius (een tijdgenoot en vriend) schreef en zong:
Ikke, ikke, ikke
En de rest kan stikke!
Positief effect
Het is de kortste weg naar ongeluk. Laten we de dwaasheid ervan inzien. Altruïsme zoekt zichzelf niet. Maar het brengt ons wel heel veel. We worden er blijer van en krijgen er een goed gevoel door. “In elk goed hart is het edele gevoel door de Schepper gelegd, dat het voor zich alléén, niet gelukkig kan zijn, maar dat het zijn geluk in het welzijn van anderen moet zoeken” (vrij naar Goethe).
“Wie geeft, zal gegeven worden.” Als we iets voor een ander doen, schijnt het een positief effect te hebben op het genotscentrum van ons brein, zoals bijvoorbeeld het eten van chocola dat heeft. Het is bovendien een probaat middel tegen stress. Je maakt iemand blij en je helpt jezelf er ook mee.
De grote drijfkracht van altruïsme is liefde. Deze enorme krachtbron werkt zoals elektriciteit. Ze heeft alleen waarde als het doorgegeven wordt aan een apparaat. Dan pas kan het een kamer verlichten en verwarmen.
Zo is het ook met liefde. Zij moet gericht zijn op en weggegeven worden aan anderen. Dan pas werkt zij. Als dat niet het geval is, krijgen we onherroepelijk kortsluiting en verwoesten we onszelf.
Ga ermee aan de slag
Nu bestaat het gevaar dat u denkt: Els, dat heb je mooi geschreven. Maar toch doet u er niets mee. Ik stel daarom voor om de proef op de som te nemen. Probeer het, test het en ga ermee aan de slag. Doe elke dag iets goeds voor een ander. Dat hoeft niet iets groots te zijn. Het zijn de kleine dingen die het doen: een vriendelijk woord tegen de kassamedewerkers, glimlachen tegen iemand op straat, een met zorg uitgekozen kaart aan een eenzame schrijven of videobellen met een oudere. Ik kreeg vanmorgen een zelfgebakken muffin van de buren, ook een idee.
Kleine gebaren zijn voor iedereen mogelijk om te doen. Het heeft vaak een grote uitwerking op de ander en op onszelf…
Natuurlijk moeten onze motieven zuiver zijn. Als we geven om te ontvangen, zouden we erg naïef zijn. Want dan zijn we nog zelfzuchtig bezig. Altruïsme houdt in dat we onbaatzuchtig geven, ook al zouden we er niets voor terugkrijgen.
Els ter Welle
Ik heb een nieuw Nederlands woord geleerd: altruïsme. Het is onbaatzuchtig gedrag van iemand dat ten gunste van een ander is en niet zelden ten koste van de persoon gaat. De coronacrisis haalt bij veel mensen deze mooie eigenschap naar boven. Prachtig om te zien!
Het tegenovergestelde is egoïsme. Daarbij draait alles om het ‘ik’. We willen wel iets voor een ander doen, maar dan moeten we er wel voordeel van hebben. De zanger Carel Heinsius (een tijdgenoot en vriend) schreef en zong:
Ikke, ikke, ikke
En de rest kan stikke!
Positief effect
Het is de kortste weg naar ongeluk. Laten we de dwaasheid ervan inzien. Altruïsme zoekt zichzelf niet. Maar het brengt ons wel heel veel. We worden er blijer van en krijgen er een goed gevoel door. “In elk goed hart is het edele gevoel door de Schepper gelegd, dat het voor zich alléén, niet gelukkig kan zijn, maar dat het zijn geluk in het welzijn van anderen moet zoeken” (vrij naar Goethe).
“Wie geeft, zal gegeven worden.” Als we iets voor een ander doen, schijnt het een positief effect te hebben op het genotscentrum van ons brein, zoals bijvoorbeeld het eten van chocola dat heeft. Het is bovendien een probaat middel tegen stress. Je maakt iemand blij en je helpt jezelf er ook mee.
De grote drijfkracht van altruïsme is liefde. Deze enorme krachtbron werkt zoals elektriciteit. Ze heeft alleen waarde als het doorgegeven wordt aan een apparaat. Dan pas kan het een kamer verlichten en verwarmen.
Zo is het ook met liefde. Zij moet gericht zijn op en weggegeven worden aan anderen. Dan pas werkt zij. Als dat niet het geval is, krijgen we onherroepelijk kortsluiting en verwoesten we onszelf.
Ga ermee aan de slag
Nu bestaat het gevaar dat u denkt: Els, dat heb je mooi geschreven. Maar toch doet u er niets mee. Ik stel daarom voor om de proef op de som te nemen. Probeer het, test het en ga ermee aan de slag. Doe elke dag iets goeds voor een ander. Dat hoeft niet iets groots te zijn. Het zijn de kleine dingen die het doen: een vriendelijk woord tegen de kassamedewerkers, glimlachen tegen iemand op straat, een met zorg uitgekozen kaart aan een eenzame schrijven of videobellen met een oudere. Ik kreeg vanmorgen een zelfgebakken muffin van de buren, ook een idee.
Kleine gebaren zijn voor iedereen mogelijk om te doen. Het heeft vaak een grote uitwerking op de ander en op onszelf…
Natuurlijk moeten onze motieven zuiver zijn. Als we geven om te ontvangen, zouden we erg naïef zijn. Want dan zijn we nog zelfzuchtig bezig. Altruïsme houdt in dat we onbaatzuchtig geven, ook al zouden we er niets voor terugkrijgen.
Els ter Welle