Omgaan met de mammon (2)

Kris Tavernier • 90 - 2014 • Uitgave: 8
In het vorige artikel over de mammon hebben we gezien dat onze Here Jezus ons leert om toekomstgericht te denken met betrekking tot onze aardse middelen en goederen. De manier waarop wij daar nu mee omgaan heeft betekenis voor de eeuwigheid later. In dit artikel buigen we ons over de vraag wat de Here Jezus ons te vertellen heeft over de mammon met het oog op onze relaties met andere mensen.

Opnieuw beginnen we met de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester (Lucas 16:1-8). Aansluitend aan die gelijkenis doet de Here Jezus een merkwaardige uitspraak: ‘En Ik zeg u: maakt u vrienden met de onrechtvaardige mammon, opdat, wanneer deze u ontvalt, men u ontvangt in de eeuwige tenten’ (vers 9). Wat bedoelt Jezus? Dat wij onze eeuwige tenten kunnen ‘kopen’ van anderen? Natuurlijk niet. Door goed te doen voor anderen kunnen we onze hemel niet verdienen. Maar wel dat wanneer we onze middelen benutten voor anderen, dit tot in alle eeuwigheden betekenis en waarde zal hebben. In de hemel zullen we van elkaar weten wie we waren op aarde en wat we voor elkaar hebben betekend (zie het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus verder in Lucas 16). Jezus roept dus op om ons rentmeesterschap over het tijdelijke zo te gebruiken dat het eeuwige waarde heeft voor elkaar.
Paulus schrijft overeenkomstig met deze gedachte over de rijkdom ‘ook om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen. Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat: een goed fundament voor de toekomst, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen’ (1 Timoteüs 6:18-19, HSV). Het is een beetje de gedachte zoals wanneer we zeggen “Ik zal je eeuwig dankbaar zijn.” Dat is goed omgaan met ons rentmeesterschap en dat wordt door de Here geprezen.

De mammon en relaties
Naast dat de rentmeester toekomstgericht is gaan denken (zie vorig artikel), is hij ook relatiegericht gaan denken. Materiële middelen zijn beperkt tot het hier en nu, maar relaties blijven tot in eeuwigheid bestaan. Materiële middelen hebben wij niet om te verbrassen voor onszelf, maar om te benutten voor anderen. Het beheer over de mammon wordt door Lucas dan ook geplaatst in het licht van ons rentmeesterschap en bepaalt ons bij onze verantwoordelijkheid over onze middelen. Koning Salomo schreef: ‘Een zegenende ziel wordt verzadigd, en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen’ (Spreuken 11:25, HSV).
Ongelovigen gaan, zo zegt Jezus, verstandiger om met de relaties die ze hebben dan dat gelovigen dat doen (vers 8b). De kinderen van deze wereld denken beter na over hoe ze met anderen omgaan, dan dat de kinderen van het licht dat doen. Dat wil niet zeggen dat ze altijd goed doen voor anderen, maar wel dat ze strategischer nadenken over wat hun relatie met anderen betekent. Ze beseffen dat bepaalde relaties voordeel opleveren en daar gaan ze bewust mee om. Het gaat er niet om of de ongelovigen moreel goed omgaan met hun relaties, het gaat erom dat ze beseffen dat relaties belangrijk zijn. De les is dat gelovigen leren en beseffen dat relaties belangrijk zijn om in te investeren. Delen met je naaste betekent een stuk verlies van de mammon op aarde, maar het betekent evenzeer winst door middel van de mammon in de hemel. De aardse winst is slechts tijdelijk, de hemelse winst is eeuwig!
Jezus hecht heel veel waarde aan hoe we omgaan met elkaar en of we ook bereid zijn om onze aardse middelen en goederen te delen met anderen in nood. Het is voor Hem zo belangrijk dat Hij dit verbindt met zijn eigen Persoon. Jezus zegt: ‘Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan’ (Matteüs 25:40). Het gaat concreet om het geven van eten aan wie honger heeft, drinken geven aan wie dorst heeft, gastvrijheid voor vreemdelingen, kleding geven aan wie tekort heeft, bezoeken van wie ziek is en wie in de gevangenis is. Dit staat weliswaar in de context van de eindtijd en slaat op de ‘broeders’, de gelovige Joden in die tijd, en moet dus niet alom veralgemeend worden. Het gaat mij echter om het principe dat aangereikt wordt, namelijk dat het delen van de mammon met anderen door de Here gewaardeerd wordt. Dat is in alle tijden zo en als we de wet van Mozes lezen, dan komen we hetzelfde principe ook daarin tegen.

Eeuwige relaties
We zullen elkaar na dit leven herkennen en ook weten wie of wat we zijn geweest en wat we voor elkaar hebben betekend of gedaan. Dat kunnen we leren uit de geschiedenis van de rijke man en de arme Lazarus (Lucas 16:19-31). De Here Jezus heeft al eerder verwezen naar ‘de eeuwige tenten’, in de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester (vers 9). Nu wordt de toestand in het hiernamaals verder geïllustreerd. We ontdekken dat de rijke man en de arme Lazarus elkaar herkennen. De rijke man heeft zich nooit bekommerd om de arme Lazarus. Dat blijkt in deze geschiedenis nu net het bewijs te zijn van zijn ongeloof en vooral van het feit dat hij met het hiernamaals geen rekening hield. Doordat hij niets verwachtte na zijn leven op aarde stelde hij ook geen daden, zoals het helpen van Lazarus, met het oog op de eeuwige toekomst.
Het is helaas een negatief voorbeeld dat we hier krijgen. Maar ook een negatief voorbeeld is leerzaam. Immers, wanneer wij belijden dat er verder leven na het sterven is en beseffen dat onze relaties ook dan nog betekenis hebben, dan hoort dat voor ons een aansporing te zijn om die relaties te koesteren en in te investeren. Jezus roept ons op om onze tijdelijke aardse goederen te delen met diegenen met wie wij een eeuwige relatie hebben. God heeft de blijmoedige gever lief (2 Korintiërs 9:7).

Het voorbeeld van Jezus
We zagen het slechte voorbeeld van de rijke. In hetzelfde evangelie toont Jezus ons Zelf het goede voorbeeld. Hij is omwille van ons arm geworden terwijl Hij rijk was (2 Korintiërs 8:9). Bij Zijn komst in de wereld had Hij geen eigen geboorteplaats (Lucas 2:7), tijdens Zijn leven had Hij geen eigen woonplaats (Lucas 9:58) en na Zijn sterven had Hij geen eigen begraafplaats (Lucas 23:50-53).
Laten wij naar Zijn voorbeeld onze aardse middelen ten dienste stellen van onze medegelovigen die het nodig hebben. Dit is tot in alle eeuwigheden een getuigenis van ons geloof in God en onze liefde voor elkaar.

Een blik vooruit
We hebben tot dusver gezien dat Jezus ons leert om onze goederen en middelen te beschouwen in het licht van de eeuwigheid en te benutten met het oog op anderen. We mogen er ook zelf van genieten, maar mogen daarnaast onze medegelovigen zeker niet vergeten.
In een volgend artikel gaan we ons rentmeesterschap wat breder bekijken. Ook gaan we onderzoeken wat er nu precies bedoeld wordt met de mammon. En terwijl Lucas het over die beiden heeft, vallen er nog twee belangrijke lessen te leren (in een laatste artikel).

Kris Tavernier