O Jeruzalem... indien ik u vergete...!

Feike ter Velde • 76 - 2000/01 • Uitgave: 14
HET VEEL BESPROKEN, GEPREZEN EN OMSTREDEN 'VREDESPROCES' DAT BEGON MET PALESTIJNSE AUTONOMIE OVER BETHLEHEM EN JERICHO EINDIGDE DEZE ZOMER DRAMATISCH MET EEN NOODLANDING IN JERUZALEM. DE TOP CLINTON, BARAK, ARAFAT BRAK IN STUKKEN OP HET HARDE GESTEENTE VAN DE BERG MARIA, WAAR EENS DE TEMPEL DES HEREN STOND. WIE HET LEEST GEVE ER ACHT OP…!

Door de eeuwen heen werd Jeruzalem in de theologie vergeestelijkt; het was de kerk. Die opvattingen zijn lang nog niet allemaal weg. Ze zijn trouwens ook niet helemáál verkeerd. Natuurlijk mogen we de teksten van Jeruzalem. Sion en Israël ook toepassen op de kerk. Dat is altijd gedaan en altijd legitiem geweest. Zo heb ik hele mooie preken gehoord over het dal van de dorre doodsbeenderen in Ezechiël 37 en de lokroep van de Geest via Hosea tot Israël, in relatie tot een dode kerk die herleving - opwekking - zo bitter hard nodig heeft. Ik herinner me helder zo'n prachtige preek van wijlen ds. J.J. Poort. Met vergeestelijking is helemaal niets mis, zolang men maar niet uit het oog verliest dat het éérst over Israël gaat, als de Schrift over Israël spreekt. Het gaat over Jeruzalem als de Bijbel over Jeruzalem spreekt. De Bijbel doet dat soms met grote klem, om - naar het schijnt - alle misverstand uit de weg te ruimen. Als Zacharia profeteert over de eindtijd en de eindstrijd dan zegt hij erbij dat "Jeruzalem zal blijven voortbestaan op haar eigen plaats, te Jeruzalem" (Zach. 12:6).

Er kan dus geen sprake zijn van vergeestelijking ten kóste van de primaire letterlijke interpretatie van de Schrift. Want dan zakt alle vaste grond onder onze voeten weg. Dan staan we op gevaarlijk drijfzand.

Jaren geleden schreven we hier al over de fuik waarin de vredesbesprekingen zouden gaan vastlopen: Jeruzalem. En dat is op dramatische wijze gebeurd. Dat kon ook niet anders, want als het om Jeruzalem gaat zijn er grote, zeer grote belangen in het spel. Het is naïef om te denken dat de premier van Israël onderhandelt met Jasser Arafat over Jeruzalem. Want deze zelfde Arafat is daarbij niet meer dan een stroman van de Islam, de Islamitische leiders en regeringen van de Islamitische landen. Hij heeft geen enkel "handgeld" van die leiders om te onderhandelen in een spel van 'geven en nemen'. Hij kan niet anders dan het volle pond eisen, dat is Oost-Jeruzalem voor de volle honderd procent, compleet met de Tempelberg, waarop de Islamitische rotskoepel is gebouwd; de heilige plaats voor de Islam, vanwaar - zo zegt de Islam - Mohammed ten hemel is opgestegen. Op het aangeschoven puin van Jeruzalem is later, links daarvan - gezien vanaf de Olijfberg - de Al-Aksamoskee gebouwd.

Nu blijkt uit geen enkel geschrift dat Mohammed ooit in Jeruzalem is geweest, maar daar hoor je niemand over. Door de eeuwen heen hebben noch de Islam, noch de inwonende Arabieren in het toenmalige Palestina, Jeruzalem opgeëist als hoofdstad van een Palestijnse staat. Daar heeft nooit iemand, geen moslim ter wereld, een woord over gezegd. Maar sinds de staat Israël er is, is ook de claim van de Islam gekomen op het land en op de stad.

Toen de staat Israël in 1948 door premier Ben Goerion was uitgeroepen vielen de Arabische landen massaal aan. Ze verloren de strijd, anders was er een tweede holocaust geweest. De Arabieren sloten alle grenzen met Israël hermetisch af behalve een doorgang in het noorden, bij de Libanese grens en de Mandelbaumpoort in Jeruzalem. nit was slechts bestemd voor het diplomaten-verkeer in het Midden-Oosten en verboden voor Joden. Toen in 1949/50 er een regeling kwam tussen Israël en Transjordanië stond heel de Islamitische wereld op z'n kop en keerde zich met groot fanatisme tegen Transjordanië. Maar Abdullah ging er moedig mee door. Er was vrede tussen Transjordanië en Israël en beide landen dreven veel handel met elkaar. Het kostte echter het leven van Abdullah. Egypte zette een huurmoordenaar in en Abdullah stierf op de trappen van de Omarmoskee in Jeruzalem door de kogels van deze moordenaar. En zo voerde men de strijd op. Steeds meer werden de Palestijnen ingezet als pionnen op het schaakbord. Arabieren die een gematigd standpunten innamen jegens Israël en een weg van vrede zouden willen zoeken werden allemaal door eigen mensen vermoord.
Naarmate de Palestijnen, onder leiding van Arafat, steeds beter hun woordje konden doen in de grote wereldpolitiek konden de Islamitische landen zich verder op de achtergrond houden en deden de Palestijnen het vuile werk. Het doel bleef hetzelfde: de vernietiging van Israël. Na de overwinning van Israël in de oorlog van 1948 is de Arabische haat enorm gegroeid. Een Arabier schreef in die tijd: "Vóór de oprichting van de staat Israël kende ik veel Joden in Jeruzalem en we hadden een goede relatie. Maar nu sla ik elke Arabier in het gezicht die het waagt met Joden om te gaan. We hebben de eerste ronde weliswaar verloren, maar de oorlog hebben we niet verloren.- Sindsdien is de strijd voortgegaan, ondanks alle vredesgesprekken en inspanningen van de kant van Israël.

De Likud-regering van Menachem Begin sloot vrede met Egypte. Het kostte het leven van de Egyptische president Anwar Sadat, die door eigen soldaten met kogels werd doorzeefd. Het bleef een koude vrede. De afschuwelijke anti-Israël en antisemitische tv-programma's in Cairo, ondanks de vrede, zijn gewoon ongelofelijk. Er is nog niets veranderd. Toen Arafat zijn eerste toespraak hield in Bethlehem nadat deze plaats onder zijn bestuur kwam, riep de menigte "Nu op naar Jeruzalem". Er werd door de menigte gescandeerd: "Nu Bethlehem, straks Jeruzalem". De Palestijnse leiders, Arafat voorop, zeiden in de media precies hetzelfde. In een Arabische krant zei Arafat in een interview: "Arabieren hoeven niets te vrezen van deze vredesbesprekingen met Israël. We doen hetzelfde als wat Mohammed deed toen hij een sterke stad niet kon veroveren. Hij sloot vrede met de stad en twee jaar later, toen de aandacht was verslapt dankzij de vrede, sloeg Mohammed toe en het zwaard van de Islam overwon. We zijn op weg naar Jeruzalem!"

Laat niemand de illusie hebben dat het vrede wordt met de Palestijnen. Achter hen staan de machten van de Islam. Achter de machten van de Islam staan de overheden dezer wereld, de wereldbeheersers der duisternis.

Maar de Here is Jeruzalem niet vergeten. "Zo zegt de Here: Ik keer weder tot Sion en Ik woon binnen Jeruzalem; Jeruzalem zal de stad der trouw en de berg van de Here der heerscharen zal de berg der heiligheid genoemd worden" (Zach. 8:3).

Laten we Jeruzalem niet vergeten. We bidden haar vrede toe. Want de Messias zal daar zijn voeten zetten op de Olijfberg en de Poort der stad binnen rijden.

Toen de Britse generaal Allenby in 1917 Jeruzalem op de Turken veroverde - de Turken hadden vierhonderd jaar lang Eretz Israël bezet - reed hij tot aan de Jaffapoort. Daar steeg hij af van zijn paard, nam zijn hoed af en liep de heilige stad binnen, te voet, uit eerbied voor de stad van de grote Koning.

0, Jeruzalem, indien ik u vergete!

Feike ter Velde