Nog een korte tijd…

Dirk van Genderen • 90 - 2014 • Uitgave: 19
Enkele weken geleden trok iemand in Utrecht een shirt aan met het ‘nasrani-teken’ erop. Dat teken is de Arabische letter N, van Nazarener, die christenen in het door IS (Islamitische Staat) beheerste gebied als ‘teken’ op hun huis krijgen. Hij kwam twee mannen tegen in moslimkleding. Ze spuugden op de grond en schreeuwden: “We gaan jullie allemaal vermoorden, jullie zullen van de aarde verdwijnen.” Dat gebeurt in Nederland!

In Irak en Syrië en landen als Nigeria en Soedan weten christenen wat dit betekent. Misschien wel op het moment dat u dit leest, vallen IS-strijders een dorp in Irak binnen. Alle inwoners worden bijeen gedreven. Moslims die zich aan de sharia willen houden, gaan vrijuit. De meeste christenen die weigeren zich te bekeren tot de islam, worden direct gedood. Sommigen krijgen nog een kans, moeten een extra belasting betalen en krijgen het nasrani-teken op hun huis.

Waardig bevonden om te mogen lijden
Voelt u de pijn van uw broeders en zusters, die lijden, gemarteld worden? In dat dorp dat overvallen is, hebben de IS-terroristen de christenen apart gezet. Vaders, moeders, kinderen. Binnen enkele minuten zullen ze sommigen van hen onthoofden. Daar komt een IS-terrorist aan, met een zwaard in z’n hand, een zwaard dat al rood is van het bloed. Even verderop staat een kruis klaar. Er staan gewapende strijders, gereed om te schieten.
‘Als één lid lijdt, lijden alle leden,’ zegt Gods Woord in 1 Korintiërs 12:26. Lijdt u mee, ook nu, vandaag? De apostelen beschouwden het als een voorrecht dat ze mochten lijden voor de naam van de Here Jezus. Handelingen 5:41 zegt: ‘Zij dan gingen weg uit de tegenwoordigheid van de Raad en waren verblijd dat zij waardig geacht waren, omwille van Zijn Naam smaadheid te lijden.’ Ze waren waardig bevonden om te mogen lijden… Dan heb ik nog heel wat te leren…
‘Denk aan de gevangenen alsof u zelf ook gevangen bent, en denk aan hen die slecht behandeld worden, alsof u ook zelf lichamelijk slecht behandeld wordt’ (Hebreeën 13:2). Voelt u hun pijn, hun verdriet, hun angst? Laat er vanaf vandaag geen dag meer voorbij gaan dat we niet aan hen denken en voor hen bidden! En bid ook voor de vervolgers, de terroristen. Zij hebben ook een ziel voor de eeuwigheid. Of laten we hen liever verloren gaan in de hel? Denk eens aan Paulus, hoe de Here hem genadig was. Vervolgers kunnen volgelingen van de Here Jezus Christus worden.

Te goed voor deze wereld
Heel actueel zijn vandaag de laatste verzen uit Hebreeën 11, waar in vers 37 staat: ‘Zij zijn gestenigd, in stukken gezaagd (…) met het zwaard ter dood gebracht.’ Over hen zegt vers 38 vervolgens: ‘De wereld was hen niet waard.’ De wereld, de in zonde gevallen wereld, verdient het niet dat zulke mensen, Gods kinderen, op haar leven. Zij zijn te goed voor deze wereld. Voor hen is er geen plaats op deze wereld, maar wel in de hemel, gelukkig.
De satan gaat rond als een brullende leeuw (1 Petrus 5:8) om Gods volk op aarde kapot te maken. Hij kan God niet aanraken, maar wel de Zijnen. Maar het zal Hem nooit lukken om Gods gemeente uit te roeien. Wanneer één van Gods dierbare kinderen niet langer getolereerd wordt op aarde en gedood wordt omwille van zijn geloof in de Here Jezus, dan krijgt zijn ziel een ‘ereplaats’ in de hemel: onder het altaar.

Wat een dag zal dat zijn
In Openbaring 6:9 lezen we immers dat Johannes een blik in de hemel krijgt en daar onder het altaar de zielen ziet van hen die geslacht zijn omwille van het Woord van God en omwille van het getuigenis dat zij hadden. Ze ontvangen een lang, wit gewaad; wit, de kleur van reinheid en heiligheid. Er wordt tegen hen gezegd dat ze nog een korte tijd moeten wachten totdat het getal van hun broeders, die evenals zij gedood zullen worden, volledig is geworden (vers 11).
Nog een korte tijd… Het mag ons troosten dat er gegarandeerd zeker een einde komt aan alle vervolgingen. Wanneer de Here Jezus Christus zal terugkeren naar deze aarde, op de wolken van de hemel om Zijn rijk van vrede en gerechtigheid op te richten. Wat een dag zal dat zijn!

Dirk van Genderen