Niflaot: Godswonderen

Gieneke van Veen-Vrolijk • 88 - 2012 • Uitgave: 19
Vorige keer bespraken we het Hebreeuwse werkwoord ‘pala’, dat betekent: wonderlijk handelen, bovennatuurlijk/buitengewoon zijn, bovennatuurlijk werken, wonderbaarlijk maken. We zagen dat dit werkwoord ‘pala’ primair duidt op het handelen Gods, dat uitstijgt boven het menselijke bevattingsvermogen en onnavolgbaar is voor de natuurlijke kennis en mogelijkheden van de mens. God, de Almachtige, staat boven alles wat menselijk-natuurlijk is. Zijn handelen is Goddelijk-bovennatuurlijk. De mens kan Gods wonderen slechts aanschouwen, bewonderen, observeren en bestuderen. Maar nooit zal de beperkte natuurlijke mens de Godswonderen ten diepste kunnen doorgronden en nog minder kunnen evenaren. De mens die denkt dat te kunnen zondigt vanwege hoogmoed. Het past ons Gods wonderen te aanschouwen en prijzend te bezingen…

‘Niflaot’/wonderdaden Gods
Een veel voorkomende, van het werkwoord ‘pala’ afgeleide, vorm is het woord ‘niflaot’: wonderen, wonderdaden, wonderlijke gebeurtenissen.1 Dit woord ‘niflaot’/wonderen duidt op de machtige wonderdaden van God, die menselijkerwijze niet te bevatten zijn, noch te doorgronden of uit te leggen. De mens zal dit nooit kunnen, omdat Gods wonderdaden voor de mens ondoorgrondelijk zijn. Als mens kun je echter wel Gods wonderwerken zien, horen en (h)erkennen en Hem hiervoor grootmaken. Veelzeggend is het dat de term altijd in de meervoudsvorm voorkomt; Gods ‘niflaot’/wonderwerken zijn immers veel en allesomvattend!
Al in het begin van Genesis lezen we in het scheppingsverslag hoe de Almachtige door Zijn machtswoord hemel en aarde en alles wat daarin is schiep (Genesis 1-2; vgl. Kolossenzen 1:16-17). Zo zien we de wonderen van Zijn schepping in de natuur. Wie kent niet die stille verwondering bij het zien van een schitterende zonsonderang, de vlucht van vogels in de lucht, een vlinder op een bloem, een zoemende bij? En wat te zeggen bij de geboorte van een baby? Zo’n uiterst teer, klein geschapen mensje is toch een compleet Godswonder! Als we daarvan vol en onder de indruk zijn, loopt de mond over … Hoe groot zijt Gij!
De term ‘niflaot’/wonderen duidt ook op alle wonderdaden Gods ten behoeve van de Zijnen. Zo worden Gods verlossingsdaden in Egypte wonderwerken genoemd: “Ik zal… Egypte slaan met al mijn ‘niflaot’/wonderen die Ik zal doen in zijn midden…” (Exodus 3:20).

Gods wonderdaden niet vergeten
In het oude Israël vertelden de ouders aan hun kinderen hoe de Here hen met Zijn onnavolgbare wonderdaden had verlost uit Egypte en de geschiedenis daarna: “Wij zullen niet voor onze kinderen verbergen… we zullen de lofprijzingen van de Here vertellen… Zijn ‘niflaot’/wonderen die Hij gedaan heeft.” Opdat men niet zou vergeten “de ‘niflaot’/wonderen die Hij hun had laten zien…” Toch viel men later in zonde “…en zij geloofden niet in zijn ‘niflaot’/wonderdaden” (Psalm 78:4,11,32). Eeuwen later, in de periode van wederopbouw na de ballingschap, belijdt Nehemia in zijn indrukwekkende gebed “…zij hebben niet gedacht aan uw ‘niflaot’/wonderdaden die U bij hen gedaan had” (Nehemia 9:17). Actuele les voor ons nu!
In de Schrift houdt de psalmist Israël en ons allen ook nu voor: “Loof de Here… spreek aandachtig van al zijn ‘niflaot’/wonderdaden… Gedenk zijn ‘niflaot’/wonderen die Hij gedaan heeft…” (Psalm 105:2,5; 1 Kronieken 16:12). Hieruit blijkt dat we worden opgeroepen om alle Godswonderen in ons leven dankbaar te gedenken en daar goed over na te denken - dat is wat het 3e werkwoord in vers 2 inhoudt - beseffend dat alleen Hij wonderen ten gunste van ons bewerkt(e) (vers 5). Toch is de mens zo snel geneigd tot vergeten en zien we vooral op de problemen vóór ons, in plaats van vertrouwensvol te gedenken wat Hij allemaal voor ons deed en daarom ook nu nog kan doen.

Dankbaar belijden
Gods Tora - dat is Zijn Wet en onderwijzing - leidt op Zijn weg van heil en geloofsvertrouwen en biedt ons in het Godswoord zijn ‘wonderen’. Daarom bidt de psalmist om geopende (geloofs)ogen om dat te zien: “Open/ontdek mijn ogen opdat ik de ‘niflaot’/wonderen uit uw Tora zal aanschouwen.” Hij bidt ook om inzicht in Gods Woord “zodat ik uw ‘niflaot’/wonderwerken zal overdenken” (Psalm 119:18,27).
In de persoonlijke relatie met de Here God mogen we steeds weer Zijn wonderen zien, horen en beleven. Maar het eerste wonder waarvan wij mogen getuigen geldt wel Zijn zondevergeving en eeuwig heil dat we mochten ontvangen door het kruisoffer van de Here Jezus. Met David zingen we: “Ik zal de Here loven met heel mijn hart. Ik zal al uw ‘niflaot’/wonderen vertellen” (Psalm 9:2).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

1 De vorm ‘niflaot’ is eigenlijk een meervoud werkwoordsvorm die functioneert als een zelfstandig naamwoord: wonderen.