Nieuwe aanval op Israël

Dirk van Genderen • 88 - 2012 • Uitgave: 21
Weer zijn er christenen die menen Israël en het Joodse volk onder vuur te moeten nemen. De pijlen worden ook gericht op mede-christenen, die op grond van Gods Woord houden van Israël, bidden voor het Joodse volk en geloven dat de Here nog een plan heeft met het volk en met het land.
Enkele weken geleden verscheen er een ‘Open brief aan Nederlandse christenen over de verhouding tussen Kerk of Gemeente en Israël’. Het is een schrijven van de christelijke gereformeerde dr. Steven Paas sr. uit Veenendaal en de Anglicaanse priester dr. Jos Strengholt uit Cairo.
De inhoud van deze brief is schokkend. Kort samengevat: in het Oude Testament stond Israël centraal, sinds de komst van Christus gaat het niet meer om Israël, maar om de Kerk, de Gemeente. Israël speelt nu en in de toekomst geen enkele rol meer, aldus deze open brief.

Christus vervangt Abraham
Felle pijlen worden door de briefschrijvers gericht op de zogenaamde christenzionisten, die volgens hen verantwoordelijk zijn voor de niet op de Bijbel gegronde liefde voor Israël. ‘De beloften van de erfenis die God gaf aan Abraham zijn effectief gemaakt in Christus, Die het ware Zaad van Abraham is,’ stellen ze in de zesde van in totaal tien stellingen. ‘De beloften worden gedaan alleen aan degenen die geloven in Christus, de ware Erfgenaam van Abraham. (…) Omdat Jezus Christus de Middelaar is van het Abrahamitische Verbond, zullen allen die Hem zegenen door God worden gezegend en zullen allen die Hem en Zijn volk vloeken vervloekt worden door God.’
In Genesis 12:3 zegt de HERE tegen Abraham: ‘Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken’. De opstellers van de open brief maken ervan: ‘Ik zal zegenen wie Christus zullen zegenen en wie Hem vervloekt, zal Ik vervloeken.’ Wanneer je in plaats van Israël de gemeente invult, of Christus, dan ben je bezig de Bijbel te corrigeren.

Schokkend is ook stelling 9: ‘Geen enkele schrijver in het Nieuwe Testament voorziet een opnieuw bijeenkomen van etnisch Israël in het land…’
Echter: Vele tientallen keren wordt in de profetieën in het Oude Testament voorzegd dat het Joodse volk in het laatste van de dagen terug zal keren naar het land Israël. De vervulling zien we voor onze ogen werkelijkheid worden.

Palestina
In stelling 10 werpen de briefschrijvers hun masker af: ‘Het is beklagenswaardig dat vandaag ondeugdelijke christelijke theologie aan seculier Israël een goddelijk mandaat geeft om anti-Israëlisch Palestina blijvend in bezit te houden, waardoor Palestijnse mensen worden gemarginaliseerd en beschouwd als eigenlijk Kanaänieten.’
Anders dan de briefschrijvers stellen, is het de Here God Zelf Die het land heeft toegezegd aan Israël. Dan past het ons niet om ons zo op te stellen. In Genesis 15:18 geeft de Here de grenzen van het land aan: ‘Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat.’ Binnen deze grenzen vallen zeker ook Judea, Samaria, Oost-Jeruzalem en Gaza.
De briefschrijvers geloven dat Israël sinds de komst van de Here Jezus niet langer Gods uitverkoren volk is. De Kerk, de Gemeente zou de plaats van Israël hebben ingenomen.

Stelling 10 besluit met: ‘Christenen die gewelddadige confiscatie en bezetting van Palestijns land aanmoedigen met hun theologie, lopen het risico mede schuldig te zijn aan bloedvergieten.’ Alsof degenen die van Israël houden, Israël steunen en dat doen op grond van Gods Woord, verantwoordelijk zouden zijn voor het geweld.

Heilloze weg
Er wordt opgemerkt dat het Joodse volk een vooraanstaande rol heeft gespeeld bij het komen van het Messiaanse Rijk, waarmee gedoeld wordt op de komst van Christus. Maar nu is de rol van het Joodse volk uitgespeeld, aldus de opstellers.
Ziet u hoe springlevend de vervangingstheologie nog is! Alle beloften en toezeggingen aan het Joodse volk worden overgeheveld naar de Kerk, de Gemeente.
Zeker, de Gemeente mag en zal delen in Gods genade, maar laat de beloften staan voor Israël. ‘Heel Israël zal zalig worden’ (Romeinen 11:26). Het gaat daar wel degelijk over het Joodse volk en niet over de Gemeente. ‘Heeft God Zijn volk verstoten?’ (Romeinen 11:1). ‘Volstrekt niet,’ is dan het duidelijke antwoord. Ik zeg tegen de briefschrijvers: Bekeer u van deze heilloze weg.

Dirk van Genderen