Nederland op avontuur

Feike ter Velde • 90 - 2014 • Uitgave: 8
Nederland stort zijn militairen in een nieuw avontuur zonder te weten hoe het af gaat lopen. We gaan met driehonderdtachtig man naar het West-Afrikaanse land Mali, een voormalige Franse kolonie. Opnieuw is het een moslimland. We hebben al ervaring in Libanon, Bosnië, Irak en Afghanistan met de nodige trauma’s en blijvende littekens. PvdA-voorman Bert Koenders zit in Mali in dienst van de Verenigde Naties. Van hem komt het verzoek aan Nederland om militaire bijstand.
Een onzeker avontuur in een wirwar van verschillende commandostructuren. Frans als voertaal van het land en Engels voor andere buitenlanders. Wat krijgen we te zien?


Het moslimland Mali kent een groeiend aantal extremistische islamgroepen die zich vooral ophouden in een eindeloos grote woestijn en makkelijk een veilig heenkomen kunnen vinden in de islamitische buurlanden als dat nodig is. Mali is zo’n dertig maal groter dan Nederland en telt ruim vijftien miljoen inwoners. De islamitische strijdgroepen hebben, net als in andere delen van de wereld, een gemeenschappelijk doel, namelijk om in Mali een islamitische staat te vestigen. Grote hoeveelheden wapens komen uit landen in Noord-Afrika waar zich de afgelopen tijd al strijd heeft afgespeeld, zoals bijvoorbeeld uit Libië en Algerije. Uit dergelijke landen komt ook de gevechtservaring en andere actieve terroristische steun. De gemeenschappelijk vijand is het Westen, dat een democratische samenleving van Mali wil maken. Die vijand is een grote stimulans voor veel islamieten om deel te nemen aan de strijd tegen die vijand, zoals we dat steeds zien, nu met name in Syrië.

Kruispunt van terreur
Een deel van de Nederlandse militairen komt in de hoofdstad Bamako te zitten, maar de meesten midden in de woestijn, bij de woestijnstad Gao. Die woestijn is adembenemend mooi met schilderachtige zandverstuivingen, maar nu ook ongekend gevaarlijk door islamitische terroristen bij wie geen mensenleven telt. Het doel van de VN-missie is om de stabiliteit in het land terug te brengen en concreet gesproken is de hoofdtaak van onze militairen – zo zegt onze regering – het verzamelen van inlichtingen onder de bevolking over allerlei politieke en terroristische activiteiten en die analyseren.
Mali is een kruispunt op smokkelroutes van drugs, wapens, illegale migratie en mensenhandel, waar veel geld wordt gegenereerd ten behoeve van terreur door allerlei moslimgroepen. Er bestaat, bleek eind vorig jaar, een grote meerderheid in ons parlement die de missie steunt. Voor een belangrijk deel zijn onze soldaten echter opnieuw afhankelijk van de welwillendheid van anderen. Zoals in Bosnië destijds luchtsteun aan Nederlandse troepen werd geweigerd, waardoor het innemen van Srebrenica een feit werd, zo zijn onze militairen nu afhankelijk van transportheli’s van Frankrijk of van een ander land. Acute transporten van bijvoorbeeld gewonde Nederlandse soldaten naar het ziekenhuis zijn dan niet gegarandeerd. Vier Nederlandse Apache-gevechtshelikopters in zo’n groot land stelt nu ook niet echt wat voor.

Meespelen op het wereldtoneel
Natuurlijk kan Noord-Afrika een betrekkelijk makkelijke springplank worden voor islamitische terreur door Al-Qaeda en gelieerde bloeddorstige groepen, die maar wat graag Europa willen bestoken. Dat is de legitimering die onze regering eraan geeft. Naast humanitaire doelen, zoals veiligheid voor de bevolking, zijn er ook nog handelsbelangen voor Nederland in het geding. Olie uit Algerije, ijzererts uit Mauritanië en uranium uit Niger, om maar enkele belangrijke grondstoffen te noemen. Nederlandse politici willen bovendien graag meespelen op het wereldtoneel. Nederland wil laten zien dat het meedoet aan het veiliger maken van de wereld en daar militair aan wil bijdragen. Met name de Partij van de Arbeid wilde graag een militaire missie naar Mali, omdat partijgenoot Bert Koenders leiding geeft aan deze VN-operatie in Mali.
Nederland had destijds een beschamend gedrag getoond door de terugtrekking uit Afghanistan. De PvdA onder leiding van Wouter Bos trok toen de stekker eruit. Daarbij bleek Nederland een onberekenbare partner op het internationale toneel. Men wil nu wat goed maken, zij het wel wat laat. Ook laat omdat het opsporen van terreurgroepen in het noorden van Mali nog over was gebleven als VN-klus. En uitgerekend dat moeten nu de Nederlanders nu maar gaan doen. Een van de gevaarlijkste operaties.

Chaos
In dat noorden van Mali houden veel strijders van de vroegere Libische leider Kaddafi zich schuil. Zij, leden van het nomadische Touareg-woestijnvolk, kwamen terug na de dood van de Libische dictator om zwaar bewapend de strijd aan te gaan tegen de regering van Mali. In die verwarring doken ook andere islamitische strijdgroepen op om van de gelegenheid gebruik te maken hun steentje bij te dragen aan de chaos waaruit een islamitische staat zou moeten herrijzen.
Het Malinese regeringsleger kreeg die chaos niet onder controle, waardoor het leger de president in maart 2012 afzette. Toen was de wetteloosheid pas echt een feit. Rebellengroepen rukten op naar verschillende steden in Noord-Mali zoals Timboektoe, Kidal en Goa en riepen de onafhankelijkheid uit van het gebied waarop de Touaregs aanspraak maken: de staat Zawad, de noordelijke helft van Mali. Toen begon ook het moorden door de islamisten, omdat zij de sharia wilden invoeren.
Toen de zaak geheel uit de hand dreigde te lopen, werd de internationale gemeenschap te hulp geroepen. Afrikaanse landen zouden een leger op de been moeten brengen, maar daar kwam geen schot in. Toen besloot de regering van Frankrijk een militaire actie te ondernemen in de voormalige kolonie. In grote snelheid veroverden drieduizend Franse militairen de steden in Noord-Mali uit handen van de rebellen. Nu willen de Fransen nog zo’n duizend soldaten in Mali houden om niet de indruk te wekken dat ze er permanent zouden willen blijven.
De VN zegden een leger toe, maar kan maar moeilijk de benodigde manschappen op de been krijgen. De Fransen houden veel informatie voor de VN achter, waardoor Nederland zich nu moet inzetten om de nodige inlichtingen uit de bevolking over terreurgroepen op het spoor te komen en ze te kunnen aanpakken en uitschakelen.

Weer een botsing met islam
Er heerst in Nederland een optimistisch en in zekere zin een zelfverzekerde sfeer rond de missie naar Mali. Voor het ministerie van Defensie is de missie erg welkom om zo nieuwe bezuinigingen te voorkomen. Voor de regering is de missie erg welkom om internationaal het geschonden prestige van Nederland enigszins op te vijzelen. Voor de Partij van de Arbeid geldt dat in het bijzonder. Immers, zij trokken de stekker van Uruzgan eruit.
Nu wordt een nieuw militair avontuur vanuit verschillende gezichtspunten van groot belang gevonden in een van de gevaarlijkste delen van onze wereld en opnieuw is het een botsing tussen het Westen en de islam. De strijd in Mali is onderdeel van de oprukkende islam in Afrika. In grote delen van Afrika en nu ook in Mali moeten christenen op de vlucht.

Feike ter Velde