Nederig zijn
Nederige mensen kennen hun plaats. Nederigheid is niet onszelf de grond in boren, minachten en minderwaardigheidsgevoelens aanpraten. Het gaat er om dat wij beseffen wie wij zijn in het licht van wie God is: mensen die gered moeten worden en die God ook wil redden, armen van geest (Mattheüs 5:3).
Wie zó nederig is, wordt verhoogd. Wie zich tegenover God hoogmoedig opstelt zal vernederd worden (Lukas 18:14). Het gaat om de nederigheid van een mens die geconfronteerd wordt met de heiligheid van God en beseft dat hij geen kant op kan, behalve zich ter aarde werpen (Jesaja 6:5). Wanneer God nadert, kunnen wij Zijn aanwezigheid soms niet verdragen (Lukas 5:8). Maar dan richt Hij ons op, legt Zijn hand op ons en zegt “Wees niet bang, Ik ben het” (Openbaring 1:17-18). Nederigheid ontvangt Gods Woord en handelt ernaar. Het wekt leven van God in ons. Het bevestigt onze roeping en onze uitverkiezing (2 Petrus 1:10).
Is er nederigheid tegenover God? Zijn wij zondaars die ons onverschillig van God afwenden of zondaars die verbroken knielen aan het kruis, vergeving ontvangen en in de intimiteit met God, geestelijk hersteld worden om de zonde niet na te jagen, maar vastberaden het oog op Christus te houden. Bedenk dat Jezus aan het kruis hing, bloedend voor onze zonden, gescheiden van Zijn Vader. De prijs is betaald. Hij betaalde voor ons. Als Hij zegt vlucht, en nader tot God, dan willen wij lopen, zo snel als we kunnen, terug in Zijn armen, want daar ligt onze bescherming.
Jef De Vriese