Namens de kinderen

Bert Reinds • 91 - 2015 • Uitgave: 9
“Kinderen opvoeden is geen bijzaak, maar een hoofdzaak, het zijn dus niet maar kinderen, het zijn juist kinderen. Elk kind telt ondanks zijn kleur, kennis, kracht en kunde. Een perfectionistische opvoeder stimuleert een kind van buiten naar binnen te leven, een echte ouder, eentje die fouten maakt en daarvan niet in de war raakt, stimuleert een kind van binnen naar buiten te leven.”

Uitspraken die te maken hebben met opvoedingsvisie en opvoedend handelen. Kinderen zijn geen sluitstuk op de begroting, maar een post waar onvoorwaardelijk in geïnvesteerd moet worden en dat mag gebeuren met vallen en opstaan!

Wenselijkheid vs. werkelijkheid
Laat u zich ook gemakkelijk meeslepen door een sfeer van het najagen van spullen? Bent u ook zo druk met uw weldoortimmerd huis (kerk), met het uitzoeken van de nieuwste kleding, geobsedeerd door de laatste ontwikkelingen op het gebied van sociale media apparatuur?
Druk met het verzamelen en onderhouden van het aardse kapitaal. Ook het opvoeden is met dit virus besmet geraakt. Ouders die zich drukker maken om de welvaart van hun kind dan om het welzijn van hun hart. Ze meten en wegen, kijken en vergelijken en gaan in deze sfeer elkaar als concurrenten zien.
Kinderen worden projecten die de waarde van hun ouders moet opkrikken. Zij moeten de gemiste kansen van hun ouders rechtzetten. Kijk maar eens langs de lijn van het voetbalveld. Je vraagt je soms werkelijk af waarom of voor wie zoonlief of dochterlief voetbalt. Vraag leerkrachten in het basisonderwijs maar eens naar de ‘gezellige’ gesprekken met ouders naar aanleiding van de Cito-uitslag van hun kind die toch een beetje tegenvalt: “Het ligt meestal aan de test of omstandigheden, want hun kind kan toch zeker naar de havo!” Begrijpelijk zult u zeggen, je wilt toch het beste uit het kind halen? Maar wat is het beste dan en voor wie is dat het beste?

Wat ‘wil’ het kind?
Heeft een kind in uw leven ook een stem? Bent u bereid naar hen te luisteren? Ik leg u een paar dilemma’s voor: ‘Ouders gaan scheiden en het kind dan?’ ‘Ouders gaan verhuizen omdat papa of mama een betere baan heeft gevonden en de vriendjes van je kind in de buurt dan?’ ‘Ouders menen de zending in te moeten en wat vinden de kinderen ervan?’

Het lijkt erop dat ook in 2015 het kind nog steeds het kind van de rekening is. We ‘nemen’ een kind, want ik-heb-er-recht-op, maar om wie gaat het dan? Het is toch geen hebbedingetje, naast je huis, caravan, baan en snelle auto? Kinderen zijn panden door God gegeven, panden met eeuwigheidswaarde.
Ik wil namens de kinderen u een paar vragen voorleggen, ze helpen u wellicht met in het juiste perspectief zetten van uw verantwoordelijkheid bij het ontvangen van een kind.

• Wilt u luisteren met uw oren en ogen en hart en houding?
• Wilt u erkennen dat het ideale gezin niet bestaat, maar dat de werkelijkheid is: kaaskruimels op de grond, niet opgevouwen was in de hoek, de vlekken en kringen op de tafel? En we vinden het niet erg als u soms even geen zin aan opvoeden heeft.
• Wilt u wel de verantwoordelijkheid blijven dragen en deze niet bij ons leggen, ook al hebben wij veel praatjes. Want zelfstandigheid is niet hetzelfde als iets zelf kunnen doen.
• Wilt u ons niet constant volproppen met uw Bijbels verantwoorde ideeën, maar stel ons vragen en leer ons anderen vragen te stellen. De kans dat we dan met u in gesprek blijven is groter, we zullen dan minder snel afhaken en vanuit loyaliteit de rol van toeschouwer aannemen.
• Wilt u dagelijks voor ons blijven bidden. Vader Job deed dat ook (Job 1:5). En als we ouder worden en niet altijd enthousiast zijn over het geloof of kerk blijf dan volhouden en laat zien dat wat u zegt een werkelijkheid blijft ook als het even niet meevalt.

Kentering
Gelukkig zie ik ook een kentering. In gesprek vertellen ouders over hun ontdekkingen: Een kind heeft behoefte aan betrokken, geïnteresseerde ouders en misschien daarnaast wat spullen. Ouders die het juk van slavernij van scoren en moeten afleggen. Die zich niet mee laten sleuren door omgevingsdruk, maar zelf een opvoedscript hebben. Die dit plan regelmatig tegen het Licht houden, met de Bouwmeester in gesprek zijn en de verbondenheid met collega-ouders zoeken. Ouders die andere opvoeders niet als concurrenten zien, maar als medestrijders voor de goede zaak: het heil van het kind.
Laten we in de lijn van de Here Jezus zeggen: ‘Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet!’

Bedankt, namens de kinderen.

Bert Reinds