Moraal: tegenstellingen zullen verscherpen

Ad Kooijmans • 89 - 2013 • Uitgave: 12
Onder moraal verstaan we ‘standaard van goed gedrag’. Goed gedrag kunnen we nader omschrijven als het nastreven van de harmonie tussen rechten en plichten bij onszelf en ten opzichte van anderen. Het probleem is dat niet iedereen er dezelfde standaard op na houdt. Dat verschil is overduidelijk tussen humanisten en christenen. In het laatste hoofdstuk van de Bijbel wordt aangegeven dat de tegenstellingen zullen verscherpen (Openbaring 22:11). Dat is precies wat we in onze dagen beleven.

Bij humanisten staat de mens centraal en bij christenen staat God centraal. De humanist is atheïst en de christen leeft bij de gratie van de God van de Bijbel. De humanist kan rechts zijn of links, maar ze vinden elkaar in hun strijd tegen Joodse en christelijke normen, kortweg, ze erkennen goddelijke instellingen niet en willen die afschaffen. Een van die goddelijke instellingen is het huwelijk (Genesis 2:21-24), een ander is de besnijdenis als het verbondsteken tussen God en het volk Israël (Genesis 17:10-13). Een van de laatste aanvallen van de humanisten richt zich tegen de besnijdenis. Dat duidt hun grenzeloze huichelarij aan. Immers, enerzijds werpen ze zich zogenaamd op als beschermer van het pasgeboren kind tegen een pijnlijke ingreep, anderzijds eisen ze de vrijheid op voor een massale moord op het ongeboren leven. Inderdaad massaal, vanwege het grote aantal ongewenste zwangerschappen. Die zijn dan weer het gevolg van hun ‘moraal’ ten opzichte van het huwelijk en seksuele verhoudingen. Dat heeft alles te maken met hun begrip van ‘vrijheid’, dat de seksuele revolutie veroorzaakte.

Vrijheid
Om het maar heel eenvoudig te zeggen: het humanistische begrip ‘vrijheid’ is onafhankelijkheid van God. Dat was de keus van Adam door het bedrog van de duivel (Genesis 3:5). Zijn zonde was het missen van Gods bedoeling met zijn leven. Jezus zegt daarover: ‘Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde’ (Johannes 8:34). Ons christelijke begrip van ‘vrijheid’ staat dus diametraal tegenover het humanistische ideaal, want Jezus zegt dat de waarheid ons zal vrijmaken (Johannes 8:32) en Hij zelf is de waarheid (Johannes 14:6).
Wat we zien gebeuren is dat in de naam van de ‘vrijheid’ onze samenleving wordt ontdaan van haar christelijke afkomst. Die christelijke achtergrond kan natuurlijk niet ontkend worden, maar wordt ontkracht door de ‘God is dood’-theorie, waarmee men eigenlijk wil zeggen dat er een tijd was dat men God nodig had, maar daar nu overheen gegroeid is. In dat opzicht gaan christenen dus niet met hun tijd mee.

Verwerping van Israël
Voor hen die een open oog hebben, moet het duidelijk zijn hoe de verhouding ligt. De humanistische moraal is antichristelijk en anti-Joods. Dat zien we in hun houding ten aanzien van de besnijdenis en het ritueel slachten door de Joden, maar ook in hun verwerping van de rechten van Gods volk op het land dat God zelf hun heeft toebedeeld (Deuteronomium 34:1-4). Dat geldt dus voor de humanisten, maar ook voor allen die met hun geest zijn besmet – en helaas zijn onder hen ook christenen, die belijden hun Here te volgen. We weten waarin dat resulteert. Nog altijd geldt Gods belofte aan Abraham: ‘Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken’ (Genesis 12:3).

Vernietiging
De moraal van de humanisten heeft twee gezichten. Dat stemt overeen met wat de duivel voorstelde: ‘Ge zult goed en kwaad kennen’. Dat zien we in Lamech (Genesis 4:19-24). Het goede was dat cultuur en techniek zich begonnen te ontwikkelen en het kwade was dat hij een geweldpleger was. Dit geweld nam toe tot de maat vol was in de dagen van Noach (Genesis 6:11). Noach gebruikte ongetwijfeld de ontwikkeling van de techniek in zijn dagen voor het bouwen van de ark, een meesterwerk naar Gods plan (Genesis 6:14-16). Zo is het ene gezicht van het humanisme ontwikkeling van cultuur en techniek. Vooral bij cultuur kunnen we dan nog wel eens vraagtekens plaatsen, vanwege bederf. Maar ook de techniek is niet altijd zegenrijk.
Techniek richt zich veel op vernietiging en manipulatie van het leven dat door God is gegeven. Het andere gezicht is de consequentie van een Godloze samenleving, want Godloos = gewetenloos. Zo werpt altijd het kwade zijn schaduw over het goede. Geen goede wil kan dat kwaad overwinnen. Het is inherent aan de keuze voor onafhankelijkheid van God.
In onze generatie zien we een explosie van technische vooruitgang, maar helaas gaat die onafwendbaar samen met een explosie van geweld, corruptie en criminaliteit. Wij mogen, Gode zij dank, gebruik maken van de ontwikkeling van de techniek in evangeliedienst, zoals bijvoorbeeld Trans World Radio, die miljoenen bereikt waar zendelingen niet kunnen komen. Tegelijk zien we een toename van geweldpleging, vooral tegen allen die de God van Abraham, Isaäk en Jakob belijden, zowel Joden als christenen.

Cultuur
Wat de cultuur betreft zien we dat God de mens, ook in zijn verloren staat, nog wonderbare zegeningen geeft. We mogen genieten van de juwelen van schilderkunst, muziek en literatuur, maar aan de andere kant zien we culturele ontaarding. Die openbaart zich, onder anderen, in revues die de spot drijven met geestelijke en zedelijke waarden en verder afbreuk doen aan een samenleving die eens beheerst werd door de vreze Gods. We zouden dat anti-cultuur kunnen noemen, maar helaas wordt het veelal gepresenteerd en gesubsidieerd als cultuur.
In ons land leven we in een tijd van afval en voorbereiding van de openbaring van de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf (2 Tessalonicenzen 2:3). Maar ook weten wij dat vóór zijn openbaring de Heere Jezus de Zijnen tot zich zal nemen (1 Tessalonicenzen 4:16-17). Laten we acht geven op wat de Heere Jezus tegen allen zegt: ‘Wees waakzaam’ (Marcus 13:37).

Ad Kooijmans