Mooie en donkere kanten van onze geschiedenis

Feike ter Velde • 89 - 2013 • Uitgave: 11
Nu we een nieuwe koning hebben, het feest voorbij is en het harde werken gewoon weer is begonnen, kan het misschien goed zijn wat dingen op een rijtje te zetten. Veel mensen komen voor allerlei vragen te staan. Bovendien vieren we dit jaar een jubileum rond de Vrede van Utrecht, nu driehonderd jaar geleden. De wordingsgeschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden ligt in die tijd.

Van 1588 tot 1795 was het gebied dat nu Nederland heet De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Deze kleine republiek bloeide geweldig in de 17e eeuw, de gouden eeuw genoemd, zowel politiek als economisch. Zij was machtig in de hele wereld. Vóór die tijd stelden de Nederlanden niet veel voor. Zij bestond uit verdeelde hertogdommen en graafschappen. De Reformatie van de 16e eeuw bracht een betekenisvolle omwenteling met zich mee. De gebieden boven de grote rivieren waren economisch reeds tot een gezamenlijke aanpak gekomen. Holland in het Westen en de Noordelijke gebieden hadden gemeenschappelijke belangen. De zuidelijke provincies onder de grote rivieren leken toch wat meer het buitenland. Bovendien werd daar de Reformatie vooral onderdrukt door de invloed van het Habsburgse rijk waartoe de Nederlanden langere tijd behoorden. De vervolgde protestanten in het Zuiden delfden het onderspit. In het Noorden kwamen de calvinisten in beeld en breidde de Reformatie zich sterk uit.

Verzet tegen de Inquisitie
Margaretha van Parma, de halfzuster van de in Spanje regerende Filips II werd landvoogdes over de Nederlanden (1559-1567). Zij kreeg een aantal edelen als adviseurs, onder hen Willem van Oranje. Ook onder de edelen verbreidde zich het protestantisme. Deze edelen drongen aan op godsdienstvrijheid in de lage landen, zowel bij Margaretha als bij Filips II. De Inquisitie werd tijdelijk opgeschort. In die betrekkelijke vrijheid kwam het tot een groot oproer van de protestanten, die leidde tot de beeldenstorm: de verwoesting van kathedralen, kloosters en kerkelijke kunstwerken. Het oproer werd neergeslagen en vanuit Spanje kwam hertog Alva met een flink leger de orde herstellen. De leiders van de opstand werden opgepakt en verschillenden onthoofd. Veel protestanten, waaronder Willem van Oranje, vluchtten naar Duitsland.
In de Nederlanden kwam er steeds meer verzet tegen de Spaanse overheersing en vooral tegen de Inquisitie. Dat verzet begon met de inname van Den Briel door de zogenaamde Watergeuzen. Het hele zuiden werd veroverd op de Spanjaarden door Lodewijk van Nassau, een jongere broer van Willem van Oranje. Alva heerste met harde hand en moordde grote groepen van de bevolking uit, zoals in Zutphen en Naarden. Het lukte Alva echter niet alles aan zich te onderwerpen. Met het ontzet van Leiden in 1575 begon het tij te keren. De opstand tegen de koning van Spanje groeide en de economie van Spanje zakte steeds verder in. Daardoor kon de soldij niet meer worden betaald aan het Spaanse leger in de lage landen. Antwerpen werd geplunderd door hongerende Spaanse soldaten.

Afscheiding van Spanje
Verschillende gewesten sloten zich aaneen om weerstand te bieden tegen de ongeordende Spaanse legereenheden. Die gewesten vormden een regering: de Staten-Generaal. Willem van Oranje werd erkend als stadhouder van Holland en Zeeland. De meeste gewesten bleven de koning van Spanje niettemin loyaal. Vandaar ook de zin in het Wilhelmus: ‘De koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.’ Willem van Oranje stond lange tijd achter Filips II, de koning van Spanje. Hij trachtte zonder succes een soort van vredesakkoord te bereiken met de gewesten die zich bleven verzetten tegen de koning van Spanje. In zijn gebied mochten katholieken en protestanten hun geloof in vrijheid beleven.
In een verwarde machtsverhouding van de verschillende gewesten kwam rust na de ondertekening van de Unie van Utrecht waarbij zich gaandeweg steeds meer gewesten in de Nederlanden aansloten. Nederland begint hier vorm te krijgen. Doel was de Spaanse overheersing te beëindigen, staatkundige zaken te regelen, een eigen defensie op te bouwen en vrijheid van godsdienst te bewerkstelligen. Filips II streefde ernaar te heersen over een land met één geloof: het katholicisme. De Nederlandse gewesten wilden echter dat mensen zelf konden kiezen tussen het protestantisme en het katholicisme en men wilde meer macht voor de steden en voor de Nederlandse edelen.
Het Nederlandse verzet tegen de Spaanse overheersing groeide. Hierin speelde Willem van Oranje een grote rol. Met de Acte van Verlatinghe (1581) wordt door de Staten-Generaal van de Nederlanden al formeel afscheid genomen van Filips II als hun vorst. Hier begint de feitelijke Nederlandse onafhankelijkheid. In 1648 wordt de vrede getekend tussen Spanje en de Nederlanden in de stad Munster en komt er een einde aan de Tachtigjarige Oorlog. De Spaanse legers trokken zich terug en er kwam ook een einde aan de harde vervolging van de Protestanten. Nederland werd als soevereine staat door Spanje erkend. Ook andere langdurende oorlogen in Europa werden beëindigd in meerdere vredesakkoorden.

Oorlog tegen de contra-remonstranten
Tijdens die Spaanse overheersing en tijdens de naar vrijheid van godsdienst hunkerende Hollanders was het allemaal toch niet zo fraai. Er kwam een tijd van strijd (1609), bijna een burgeroorlog tussen de Remonstranten – zeg maar: de meer vrijzinnige protestanten – gesteund door Johan van Oldebarnevelt – en de Contra-remonstranten, ook wel de Preciezen genoemd, die door Maurits werden bijgestaan. Maurits liet remonstranten opsluiten. Onder hen Hugo de Groot, die later in een boekenkist zou ontsnappen uit slot Loevestein.
Na de Synode van Dordrecht in 1619, waarin de remonstranten door de contraremonstranten, of ook wel Gomaristen scherp waren verketterd, verhevigde de vervolging van de remonstranten. Van Oldebarnevelt, die zoveel had betekend voor de Nederlanden na de moord op Willem van Oranje, werd gearresteerd en op 71-jarige leeftijd op het Binnenhof in Den Haag onthoofd. Alsof de Inquisitie werd hervat, maar nu gepleegd door intolorante Nederlandse protestanten.

Vrede in Europa
De Vrede van Utrecht (1713) werd een andere mijlpaal. Het was nog lang geen vrede in Europa, want Frankrijk maakte aanspraak op de Spaanse troon. Lodewijk de 14e dacht zijn kleinzoon tot koning van Spanje te maken, maar dat accepteerden het Habsburgse rijk, Groot-Brittannië en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden niet. De Duitse Leopold I vond bovendien dat hij die troonrechten had en werd daarin gesteund door de drie genoemde grote spelers in het spel. In 1701 brak de Spaanse Successieoorlog uit.
De Nederlanders poogden van alles om vrede tot stand te brengen. Nederland had als handelsnatie belang bij vrede. Na veel onderling gekonkel en geharrewar komt uiteindelijk de vrede tot stand: de Vrede van Utrecht. Een nieuw Europees machtsevenwicht moest blijvende vrede garanderen. Het zou echter nog lange tijd duren voordat Nederland echt een onafhankelijke natie zou worden onder het Huis van Oranje. Eerst kwam nog de Franse bezetting door Napoleon. Na de val van Napoleon werd in 1815 Willem I uit het huis van Oranje-Nassau, koning van Nederland.

Bij de troonsbestijging van koning Willem-Alexander op 30 april 2013, dus bijna tweehonderd jaar later, moeten we ook terugkijken naar de geschiedenis, ónze geschiedenis, met mooie maar ook met duistere momenten. Moge het zesde couplet van ons volkslied steeds werkelijkheid worden:
‘Mijn schild ende betrouwen, zijt Gij, o God mijn Heer. Op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer!’

Feike ter Velde