Momenten van persoonlijke opwekking
Opwekking brengt ons niet in de eerste plaats bij spectaculaire gebeurtenissen, maar in de eerste plaats bij Hem. Mozes wilde Hem, en Hem alleen zien. Het is zo mooi vertolkt in het lied dat Albert Simpson eens geschreven heeft:
Vroeger was 't de zegen, Nu is het de Heer; Vroeger zien en voelen, nu geloof, niets meer. Vroeger wast de gave, nu de Gever 't meest; Vroeger de genezing, nu Hij, die geneest.
Refr.: Christus al in alles, Hij alleen, daar wil 'k heen; Enig alles Jezus, Jezus, Hij alleen. (Joh. de Heer 145:1).
Ik hoop en bid dat dit verlangen naar Hem iedere dag in ons sterker mag worden, een verlangen dat uiteindelijk bevredigd zal worden, wanneer we Hem mogen zien, zoals Hij is!
Wanneer je naar een opwekking verlangt, "Trek dan een cirkel om jezelf en bid voor een opwekking in die cirkel", zo heeft Corrie ten Boom het ons verteld. "Opwekking begint bij jezelf" schrijft Erlo Stegen in zijn prachtige boek over Gods werk in het Zuiden van Afrika. Zo wordt er heel wat gezegd en geschreven over opwekkings-bewegingen, maar hoe zit het met ons persoonlijk leven? Hebben wij wel eens zo'n opwekking meegemaakt, of is dat verlangen in ons niet zo aanwezig.
VERLANGEN NAAR OPWEKKING
Misschien staat u er wat afstandelijk tegenover en vindt u het maar extreem. Anderen hebben zoveel excessen gezien en wijzen huiverend zo'n opwekking van de hand. Moeten we ons dan op één lijn plaatsen met de 'lauwe' gemeente van Laodicéa die met de woorden: "Ik ben rijk en ik heb me verrijkt en heb aan niets gebrek" een geestelijke opleving afwees? Wanneer we in zo'n zelfgenoegzame situatie terechtkomen zijn we in een, geestelijk, zeer gevaarlijke situatie beland. Het leidt tot een christenleven zonder verlangen naar Gods Woord, geen tijd meer om te bidden, geen nut meer zien om de samenkomsten te bezoeken, ontbrekende moed bij het getuigen, kortom, een leven zonder de liefde en kracht van de Here! Wanneer je aan niets gebrek hebt, kun je ook niet ingaan op de uitnodiging van de Here Jezus in Johannes 7:37-38 "Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien". Wanneer je geen gebrek hebt, dan heb je ook geen dorst zodat je op deze uitnodiging niet ingaat en daarmee een Geest-vervuld leven laat liggen!
PERSOONLIJK GETUIGENIS
Zo'n 12 jaar geleden bezochten mijn vrouw en ik een zendingsconferentie die toen nog gehouden werd op De Burght in Haamstede. Een bekende spreker uit Canada, die voor deze conferentie als gastspreker uitgenodigd was, sprak tijdens deze conferentie verschillende keren over bovengenoemd schriftgedeelte uit Johannes 7. Op een avond benadrukte hij het belang, dat we als christenen niet alleen moeten komen maar juist moeten drinken. Hij had het die avond over 'gulzige drinkers'! We wisten niet zo goed wat we daarmee aan moesten, tot we op onze kamer kwamen en wederzijds bekenden, dat we helemaal geen dorst hadden om überhaupt te drinken! We hebben toen in ons appartement onze knieën gebogen en de Here gevraagd om ons dorstig te maken, zodat we een verlangen zouden krijgen om 'gulzige drinkers' te worden! Dit gebed heeft de Here toen verhoord, maar niet op de manier, waarop we verwacht hadden.
Er kwamen zware beproevingen in ons leven, waardoor we zo afhankelijk van de Here gemaakt werden en geen minuut buiten Hem konden. In de daaropvolgende jaren hebben we nog nooit zoveel tot God gebeden en in Gods Woord gelezen. We hadden geestelijk dorst en honger gekregen, waardoor we de Here meer dan ooit nodig hadden. De Here God had mijn vrouw een geweldige belofte gegeven, waaraan we ons in deze moeilijke periode vastklampten: "De Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren" (Psalm 18:29). Eén ding wisten we zeker: er komt een einde aan deze nacht en we geloofden, dat deze moeilijkheden ons zouden vormen en ons dichter bij de Here zouden brengen. De Here zei tegen de ballingen in Babel "Vermeerdert daar en vermindert niet" (Jeremia 29:6). Dit principe hebben we gedurende onze 'ballingschap' ook ondervonden. Voor ons duurde deze 'ballingschap' geen 70 jaar, zoals dit bij het volk Israël het geval was, maar ongeveer zeven jaar. Gods genade heeft zich gedurende deze periode in ons leven vermeerderd en zeker niet verminderd!
God heeft ons gebed verhoord! Nog nooit zijn we zo dorstig geweest dan gedurende deze moeilijke fase van ons leven. Er werd in deze tijd afgerekend met het 'met zichzelf ingenomen Laodicea-geloof' en een sterk verlangen naar Hem is daar voor in de plaats gekomen.
ZOALS HIJ HEEFT GEWILD
Een opwekking kun je niet plannen, aankondigen, voorbereiden, of van het ene continent naar het ander continent overplaatsen. Ds. Mietes vertelde me eens over de opwekking in Apeldoorn. Tijdens de tentevangelisatie campagnes kwamen avond aan avond vele tientallen mensen tot bekering. Op een avond waarop hij nazorg gaf aan een groep mensen, die op dezelfde avond tot geloof gekomen waren, werd hij naar buiten geroepen. Toen hij buiten de tent kwam, zag hij zo'n 30 mensen op de knieën liggen die buiten de tent het Evangelie gehoord hadden, door Gods Geest aangeraakt werden en de Here Jezus wilden aanvaarden. Ds. Mietes vertelde over ongekende zegeningen gedurende een bepaalde periode van zijn bediening in Apeldoorn. Het vreemde vond hij: "Ineens was de zegen er, maar ineens was hij ook weer weg". Niemand heeft ooit de oorzaak van het komen, maar ook van het verdwijnen van deze zegenrijke periode kunnen verklaren. Ze was er ineens en ze was zo ineens ook weer weg!
Theo Niemeijer
Vroeger was 't de zegen, Nu is het de Heer; Vroeger zien en voelen, nu geloof, niets meer. Vroeger wast de gave, nu de Gever 't meest; Vroeger de genezing, nu Hij, die geneest.
Refr.: Christus al in alles, Hij alleen, daar wil 'k heen; Enig alles Jezus, Jezus, Hij alleen. (Joh. de Heer 145:1).
Ik hoop en bid dat dit verlangen naar Hem iedere dag in ons sterker mag worden, een verlangen dat uiteindelijk bevredigd zal worden, wanneer we Hem mogen zien, zoals Hij is!
Wanneer je naar een opwekking verlangt, "Trek dan een cirkel om jezelf en bid voor een opwekking in die cirkel", zo heeft Corrie ten Boom het ons verteld. "Opwekking begint bij jezelf" schrijft Erlo Stegen in zijn prachtige boek over Gods werk in het Zuiden van Afrika. Zo wordt er heel wat gezegd en geschreven over opwekkings-bewegingen, maar hoe zit het met ons persoonlijk leven? Hebben wij wel eens zo'n opwekking meegemaakt, of is dat verlangen in ons niet zo aanwezig.
VERLANGEN NAAR OPWEKKING
Misschien staat u er wat afstandelijk tegenover en vindt u het maar extreem. Anderen hebben zoveel excessen gezien en wijzen huiverend zo'n opwekking van de hand. Moeten we ons dan op één lijn plaatsen met de 'lauwe' gemeente van Laodicéa die met de woorden: "Ik ben rijk en ik heb me verrijkt en heb aan niets gebrek" een geestelijke opleving afwees? Wanneer we in zo'n zelfgenoegzame situatie terechtkomen zijn we in een, geestelijk, zeer gevaarlijke situatie beland. Het leidt tot een christenleven zonder verlangen naar Gods Woord, geen tijd meer om te bidden, geen nut meer zien om de samenkomsten te bezoeken, ontbrekende moed bij het getuigen, kortom, een leven zonder de liefde en kracht van de Here! Wanneer je aan niets gebrek hebt, kun je ook niet ingaan op de uitnodiging van de Here Jezus in Johannes 7:37-38 "Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien". Wanneer je geen gebrek hebt, dan heb je ook geen dorst zodat je op deze uitnodiging niet ingaat en daarmee een Geest-vervuld leven laat liggen!
PERSOONLIJK GETUIGENIS
Zo'n 12 jaar geleden bezochten mijn vrouw en ik een zendingsconferentie die toen nog gehouden werd op De Burght in Haamstede. Een bekende spreker uit Canada, die voor deze conferentie als gastspreker uitgenodigd was, sprak tijdens deze conferentie verschillende keren over bovengenoemd schriftgedeelte uit Johannes 7. Op een avond benadrukte hij het belang, dat we als christenen niet alleen moeten komen maar juist moeten drinken. Hij had het die avond over 'gulzige drinkers'! We wisten niet zo goed wat we daarmee aan moesten, tot we op onze kamer kwamen en wederzijds bekenden, dat we helemaal geen dorst hadden om überhaupt te drinken! We hebben toen in ons appartement onze knieën gebogen en de Here gevraagd om ons dorstig te maken, zodat we een verlangen zouden krijgen om 'gulzige drinkers' te worden! Dit gebed heeft de Here toen verhoord, maar niet op de manier, waarop we verwacht hadden.
Er kwamen zware beproevingen in ons leven, waardoor we zo afhankelijk van de Here gemaakt werden en geen minuut buiten Hem konden. In de daaropvolgende jaren hebben we nog nooit zoveel tot God gebeden en in Gods Woord gelezen. We hadden geestelijk dorst en honger gekregen, waardoor we de Here meer dan ooit nodig hadden. De Here God had mijn vrouw een geweldige belofte gegeven, waaraan we ons in deze moeilijke periode vastklampten: "De Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren" (Psalm 18:29). Eén ding wisten we zeker: er komt een einde aan deze nacht en we geloofden, dat deze moeilijkheden ons zouden vormen en ons dichter bij de Here zouden brengen. De Here zei tegen de ballingen in Babel "Vermeerdert daar en vermindert niet" (Jeremia 29:6). Dit principe hebben we gedurende onze 'ballingschap' ook ondervonden. Voor ons duurde deze 'ballingschap' geen 70 jaar, zoals dit bij het volk Israël het geval was, maar ongeveer zeven jaar. Gods genade heeft zich gedurende deze periode in ons leven vermeerderd en zeker niet verminderd!
God heeft ons gebed verhoord! Nog nooit zijn we zo dorstig geweest dan gedurende deze moeilijke fase van ons leven. Er werd in deze tijd afgerekend met het 'met zichzelf ingenomen Laodicea-geloof' en een sterk verlangen naar Hem is daar voor in de plaats gekomen.
ZOALS HIJ HEEFT GEWILD
Een opwekking kun je niet plannen, aankondigen, voorbereiden, of van het ene continent naar het ander continent overplaatsen. Ds. Mietes vertelde me eens over de opwekking in Apeldoorn. Tijdens de tentevangelisatie campagnes kwamen avond aan avond vele tientallen mensen tot bekering. Op een avond waarop hij nazorg gaf aan een groep mensen, die op dezelfde avond tot geloof gekomen waren, werd hij naar buiten geroepen. Toen hij buiten de tent kwam, zag hij zo'n 30 mensen op de knieën liggen die buiten de tent het Evangelie gehoord hadden, door Gods Geest aangeraakt werden en de Here Jezus wilden aanvaarden. Ds. Mietes vertelde over ongekende zegeningen gedurende een bepaalde periode van zijn bediening in Apeldoorn. Het vreemde vond hij: "Ineens was de zegen er, maar ineens was hij ook weer weg". Niemand heeft ooit de oorzaak van het komen, maar ook van het verdwijnen van deze zegenrijke periode kunnen verklaren. Ze was er ineens en ze was zo ineens ook weer weg!
Theo Niemeijer