Mobilistatie

Jan van Barneveld • 77 - 2001/02 • Uitgave: 23
Terwijl Nederland feest viert gaat de oorlog om Israël en om het komende koninkrijk van de Here Jezus Messias door. De volle inzet van elke 'goede soldaat van Christus Jezus' (zie 2 Tim. 2:2) is hard nodig, want de strijd wordt elke dag feller. De anti-Israël mentaliteit met in het spoor daarvan een oplaaiend, ouderwets antisemitisme neemt nog steeds toe. Terroristen en de omringende Arabische volkeren staan als grimmige wolven in en rond Israël. Ze loeren op een gelegenheid Israël te verslinden.

De politieke en religieuze strijd om Jeruzalem, de stad van de Grote Koning, gaat snel naar een volgende climax. Het is allemaal voorzegd door de profeten; het staat allemaal in de Bijbel. Maar te weinig beseffen wij dat ook wij een zeer belangrijke rol spelen in deze strijd. Juist nu komt het erop aan! Zeker, de HERE komt tot zijn doel! Maar onderweg naar Gods doel zijn er belangrijke factoren, die bepalend zijn voor de vraag hoe die weg zal zijn: rustig of zwaar, recht op Gods doel af of via diepe dalen en veel leed. Gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid van Israël, de gebedsstrijd en -steun van de Gemeente van de Here Jezus Messias en de vraag of wij ons laten inschakelen in die oorlog om Israël en om het komende koninkrijk zijn voor een groot deel bepalend voor de weg naar Gods doel. Het koninkrijk komt, de heerlijke toekomst van Israël ligt vast, maar onderweg is er zware tegenstand. Wij worden gemobiliseerd; we moeten onze wapenrusting aandoen en onze plaats innemen in het leger van de Heer. Iedereen is nodig. Elke soldaat moet zijn plaats innemen. Sommige 'hospiks' zijn er om Israël te troosten. Anderen helpen mee in allerlei projecten. In de laatste veldslagen die op het punt staan gevoerd te worden, zal gebed de doorslag geven. Immers die oorlog wordt in de hemelse gewesten uitgevochten. Iedereen is nodig, niemand is onbelangrijk.

DOORBRAKEN
Altijd als de HERE iets belangrijks gaat doen in verband met de doorbraak van het koninkrijk van God, is er enorme tegenstand. Maar aan de andere kant is er gebed en zijn er schijnbaar kleine dingen die de doorslag geven. Een paar voorbeelden kunnen dat duidelijk maken. Het eerste voorbeeld vond plaats vlak vóór de machtige openbaring van de God van Israël op de Sinaï. Toen werd Gods Woord aan Israël geopenbaard. Farao was de macht die deze openbaring probeerde tegen te houden. Hij was er zich niet van bewust, maar werd geleid door de machten van de duisternis, die toen optraden als de goden van Egypte. Toen hun opzet was mislukt had het rijk van de tegenstander, van satan, de Amalekieten nog achter de hand. Die vielen Israël aan. Jozua en het leger voerde een felle strijd tegen die Amalekieten. Wat gaf de doorslag? Het simpele feit dat Mozes, ondersteund door Aaron en Hur, zijn handen kon opheffen naar de hemel (zie Exo. 17:8-14). Als zo'n eenvoudig gebaar de doorslag in een oorlog gaf, hoeveel temeer is uw voorbede van belang. Uw gebed kan ergens in de strijd de doorslag geven. Een tweede voorbeeld is Nehemia. Hij hoorde van de grote nood van het teruggekeerde Joodse volk en ging bidden en vasten. Hij deed belijdenis van zonden en pleitte op Gods beloften over de terugkeer van Israël. Tegelijk lette hij op een open deur om in actie te komen (zie Nehemia 1:1-11). Ook wij leven in de tijd van de terugkeer van het Joodse volk en ook nu is Israël in grote nood en is er strijd om Jeruzalem. Het gebed van Nehemia had een zeer positieve invloed op de voortgang van Gods plannen met Zijn volk. Op dezelfde wijze hebben uw gebeden invloed op de voortgang van Gods plannen.

ENKELE URGENTE ZAKEN
We weten intussen wel dat we voor Israël moeten bidden. Velen van u doen dat dan ook dagelijks en trouw. De urgentie van de voorbede wordt met de dag groter. In het leger van voorbidders kan geen 'soldaat' gemist worden. We worden allen gemobiliseerd om ons aandeel te leveren in de strijd om de voortgang van Gods plannen met Israël en om de komst van het koninkrijk. Laten ave moedig, bijbels en eerbiedig in onze bidstonden, in de gemeente en ook in onze persoonlijke gebeden naderen tot de Troon van de Here God. Nu volgen enkele belangrijke aandachtspunten voor onze voorbede:

• Zegenen. In de eerste plaats zegenen wij Israël. De Gemeente van de Here Jezus Christus heeft een priesterlijke functie. Tot de taken van de priester hoort zegenen (zie Num. 6:2229). Daartoe zijn wij geroepen (zie 1 Petrus 3:9). De wereld vervloekt Israël, net als Bileam deed. Mede door onze gebeden zal de HERE die vloek in zegen voor Israël veranderen (zie Nehemia 13:2). Zegen Israël tijdens uw bidstonden!

• Voorbeeld van Mozes. Toen Israël zwaar gezondigd had en de HERE Israël wilde vernietigen, kwam Mozes tweemaal tussenbeide. Tweemaal met hetzelfde argument: 'HERE, U hebt Israël uit Egypte verlost. Als U ze nu in de woestijn laat omkomen, zullen de volken rondom zeggen, dat U hen niet naar het Beloofde Land kon brengen want ze zijn omgekomen. Dat zal niet tot eer van Uw grote Naam zijn' (lees Exo. 30:11-14, de geschiedenis van het gouden kalf en Num. 14:13-19, de mislukte intocht in Kanaän). Zo bidden wij ook nu: 'HERE, U hebt het land hersteld. U bent begonnen met Uw volk terug te halen uit alle landen van de wereld. U bent zelfs al begonnen met een geestelijk herstel. Kom toch tot Uw doel met Uw volk, opdat de volken van de Islam en een afvallige christenheid U niet smaden en zeggen dat zij het uitverkoren volk zijn geworden. Laat toch zien, HERE, dat U de God bent van Abraham, Izak en Jakob, de Eeuwige, de God van Israël. Ga toch door met Uw heilsplan voor Uw volk'.

• De tempel. Het Joodse volk heeft eeuwenlang dagelijks gebeden voor de terugkeer naar het Beloofde Land. Die gebeden zijn en worden nu verhoord. Maar ook is en wordt er door gelovige Joden dagelijks gebeden om de herbouw van de tempel en de eredienst in die tempel. Slechts één van de vele citaten uit het Joodse gebedenboek, de siddoer, geven we u door: 'moge het Uw wil zijn, Eeuwige, onze God en God van onze voorouders dat de heilige tempel spoedig in onze dagen herbouwd zal worden en geef ons deel
aan Uw tora'. Ook de Here Jezus ijverde voor een tempel, die een 'bedehuis voor alle volken' zou moeten zijn. Die tempel moet nog gebouwd worden. De profetie uit Jesaja 56:7 gaat juist hierover. Wij geloven dat er spoedig een begin gemaakt zal worden met de bouw van een tempel op de berg Sion. Want er staat ook geschreven: 'de berg Sion....zal een heiligdom wezen' (Obadja:17). Moeilijk? Onmogelijk? Bij de Heer is niets onmogelijk! Maar Hij wil gebeden zijn.

• Bescherming. Israël wordt aan alle kanten bedreigd door fel hatende vijanden. De haat is zelfs zo diep en zo duivels dat velen bereid zijn hun leven te offeren om Israël te treffen. Achter die haat zitten duivelse machten. Want die 'wereldbeheersers van deze duisternis', zoals Paulus hen noemt, weten nog beter dan wij wat er op het spel staat: De komst van het koninkrijk! Als de Koning komt, is het voor die machten afgelopen. 'De Verlosser zal uit Sion komen' (Rom. 11:26) en 'dus', is hun redenering, 'weg met Sion en de zionisten'. Dat zit achter de strijd om Judea en Samaria, achter al die oorlogen tegen Israël en achter de felle haat tegen het Joodse volk. Daarom waken wij in onze gebeden over Israël en staan zo op de muren van Sion '....totdat Hij Jeruzalem grondvest en het tot lof stelt op aarde' (zie Jesaja 62:6.7). De vijanden vallen aan en tegelijk bouwen wij muren van gebed rondom Israël, vooral om de moedige Joodse pioniers die zich in Judea en Samaria hebben gevestigd.

• De Messiaanse Joden. De Heer doet op dit moment een machtig geestelijk werk onder het Joodse
volk. Bidt voor het getuigenis van de Messiaanse Joden, niet alleen in Israël, maar ook in Rusland en in de V.S. Moge de HERE hen tot zegen stellen in en voor Israël.

• Het voortgaande geestelijk herstel van Israël. Let hierbij vooral op de belofte van het Nieuwe Verbond, zoals we die vinden in Hebreeën 8:8-12.

• De volgende aliya. Verschillende profetieën duiden op een mogelijkheid van nog een terugkeer, een aliya, van het Joodse volk. We noemen er hier maar één: 'Het Woord van de Here HERE, die de verdrevenen van Israël bijeenbrengt, luidt: Ik zal daartoe nog meerderen bijeenbrengen, dan er reeds toegebracht zijn' (Jesaja 56:8). Bidt in dit verband ook voor openingen van de Messiaanse Joden om terug te keren.

DE VREDE VAN JERUZALEM
We besluiten met de bekende aanmoediging: 'Bidt Jeruzalem vrede toe: mogen wie u liefhebben rust genieten… Om mijn broeders en mijn vrienden wil ik zeggen: vrede zij u; om het huis van de HERE, onze God, wil ik het goede voor u zoeken' (Psalm 122:6,8.9). Het gaat om 'vrede van Jeruzalem' en dus ook om de vrede op aarde. Het gaat om onze broeder Israël en om het 'huis van de HERE God' in Jeruzalem. Als we zo bidden, wenst Gods Woord ons toe dat wij 'rust genieten'. Rust in de zekerheid van de overwinning van onze komende Heer en Verlosser. Als er zo een leger van bidders wordt gemobiliseerd zijn we ook nog een zoutend zout voor de Heer en tot zegen voor ons eigen volk.

drs. Jan van Barneveld