Mijn trouwe getuige

Jef de Vriese • 92 - 2016 • Uitgave: 4
In Pergamum kon christen zijn de dood betekenen (Openbaring 2:12-17). Antipas werd daar gedood. Over Antipas is verder niets bekend. Naar hem wordt verwezen om aan te geven dat het zwaard van de overheid toeslaat, maar dat het de trouw aan Christus niet teniet doet. Die trouw kan gevaarlijk zijn voor het aardse leven. Antipas is als martelaar gestorven. Maar hoe overwinnend is zijn naam: ‘mijn getuige, mijn getrouwe’. Omdat hij de weg van Christus bewandeld heeft, wordt hij door de Heere, die Zelf de trouwe Getuige is (Openbaring 1:5), tot voorbeeld gesteld.
Het kenmerk van de gelovige is niet dat hij zich tegen alles en nog wat verzet, maar dat hij positief Christus laat zien. Hij laat middenin het duistere machtscentrum van de satan licht schijnen. De gelovigen en de satan wonen op dezelfde plaats! Dus moeten ze goed uitkijken. Geen wonder dat er strijd en tegenstand is!
Ook u woont in vijandig gebied. De gehele wereld ligt in de boze. Toch zullen de poorten van het dodenrijk de gemeente niet overwinnen (Matteüs 16:18). Voor de individuele gelovige komt het er op aan Jezus niet te verloochenen (vgl. 2 Timoteüs 2:12) en in de verzoekingen die uit de wereld op ons afkomen de Naam van Christus niet te compromitteren. De rechtvaardige is er niet op uit zijn eigen naam veilig te stellen. Te midden van alle chaos en aanvechting is er maar één rustpunt, één veilige rots: de Naam van de Heere is een sterke toren. De rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar (Spreuken 18:10).

Jef De Vriese