Met ons uiterlijk God eren

Channa Tomassen • 95 - 2019 • Uitgave: 5
‘Evenzo wil ik dat de vrouwen zich tooien met eerbare kleding, ingetogen en bezonnen, niet met het vlechten van het haar of met goud of parels of kostbare kleding, maar met goede werken, wat bij vrouwen past die belijden godvrezend te zijn’ (1 Timotheüs 2:9).

Paulus beschrijft in bovenstaande tekst een hele hoop. Het hoofddoel van deze tekst is het Evangelie van de Heere Jezus Christus, tot heerlijkheid van God de Vader. Paulus laat hier zien dat we zelfs door onze kleding en ons uiterlijk de Heere God kunnen eren.

Om een beetje te verdiepen in wat Paulus bedoelt met eerbaar kleding, ingetogen en bezonnen, zien we in de grondtekst deze woorden met de volgende betekenis: Eerbare: (kosmios) netjes, ingetogen. Kleding: (katasto’le) rustig, fatsoenlijke houding of kleding. Ingetogen: (Ai’dos) eergevoel of schaamte, bescheidenheid, verlegenheid. Bezonnen: gezond verstand, zelfbeheersing, gematigdheid. We zien achter al deze woorden een hartsgesteldheid van eenvoud.

Aanbidden in geest en waarheid
Voor wie geldt deze tekst? Hier worden godvrezende vrouwen aangesproken. Als we gaan kijken naar de grondtekst van het woord ‘godvrezende’, dan zien we de betekenis van ‘zichtbare godsverering’ of ‘God aanbidden’. In Johannes 4 zien we wat God de Vader zoekt: ’Maar de tijd komt en is nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden’ (vers 23). We zijn door het verzoenend bloed van Christus, kind van de allerhoogste God geworden en we mogen Hem Vader noemen. We hebben een nieuwe positie gekregen een plaats van afzondering en toewijding aan God. We mogen ons door de Geest van God laten leiden in de Waarheid en dat is Christus. We zijn één geworden met de Heere Jezus.

Nieuwe positie
Waarom roept Paulus ons op vanuit de nieuwe positie om eerbare kleding te dragen, ingetogen en bezonnen te zijn? Omdat we door de Heere Jezus, de Vader mogen aanbidden en vereren, laat de Heere God een verlangen in ons hart groeien dat niet meer gericht is op onszelf maar op Gods eer. Daarom mogen we onszelf afvragen wat onze motieven zijn achter onze kleding, haardracht en sieraden. Willen we de aandacht op onszelf richten of willen we dat de glorie en eer naar de Heere Jezus toe gaat in onze levens? We kunnen bijvoorbeeld de vraag aan onszelf stellen: Eer ik door mijn sieraad, mezelf of Christus? Wil ik door kostbare kleding een bepaalde status krijgen of wil ik de Heere God eren? Paulus laat hier zien dat we ons mogen tooien/ versieren met goede werken, zodat we Christus laten zien aan de mensen om ons heen. De focus gaat niet meer liggen op de wereldse norm van mooi zijn, maar naar Gods norm van heiligheid, kuisheid en zuiverheid, zodat we gelijkvormig worden naar Zijn beeld.

Oordelen
We mogen getuigen naar elkaar welke keuzes we maken op het gebied van eerbare kleding, ingetogen en bezonnen. We mogen elkaar bevragen naar motieven, elkaar wijzen op de Heere Jezus Christus, maar we hoeven elkaar niet te veroordelen. Romeinen 14 beschrijft heel duidelijk: ‘U echter, wat oordeelt u uw broeder (zuster)? Of ook u, wat minacht u uw broeder? Wij zullen toch allen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden’ (vers 10).

Channa Tomassen