Messiasbelijdende Joden (3)

dr. Willem J. Ouweneel • 77 - 2001/02 • Uitgave: 11
We kunnen ruwweg drie groepen Joden onderscheiden: niet-Messias-belijdende Joden, Messiasbelijdende Joden en Hebreeuwse christenen. We kunnen ook ruwweg drie groepen christgelovigen onderscheiden: niet-joodse christenen, Hebreeuwse christenen en Messias-belijdende Joden. Om misverstanden te vermijden leg ik de nadruk op het feit dat verreweg de meesten van alle drie de laatstgenoemde groepen geloven dat zij allemaal leden van het Lichaam van Christus zijn, met absoluut gelijke rechten en positie voor God. Zij verschillen van mening over de kwestie van de Torah - net zoals trouwens niet-joodse christenen daarover van mening verschillen.

In tegenstelling tot Hebreeuwse en niet-joodse christenen onderhouden Messiasbelijdende Joden (in zekere mate, die sterk kan verschillen) de sabbat en de joodse feesten, en laten zij hun pasgeboren zoontjes besnijden. Dit is het absolute minimum. Voor het overige onderscheid ik fundamenteel de volgende zes (of meer) hoofdstandpunten met betrekking van de Torah, hoewel de verschillen dikwijls vaag zijn en overgangs- en gemengde vormen veel voorkomen. De zes hoofdrichtingen zijn verdeeld over twee groepen:

VRIJ VAN DE WET
De eerste groep omvat degenen die geloven dat Messiasbelijdende Joden principieel vrij zijn van de Mozaïsche Torah. Deze groep meent dat Messiasbelijdende Joden, aangezien zij Jezus als hun Messias en Verlosser hebben aangenomen, net als alle andere gelovigen niet (meer) onder de Mozaïsche Torah zijn, maar alleen onder de nieuwtestamentische 'Wet van Christus'.

Sommigen van hen die deze opvatting aanhangen, willen wel degelijk Messiasbelijdende Joden zijn, die vasthouden aan hun joodse identiteit en hun eigen specifiek Messiaanse gemeenten hebben. Maar zij doen dat vanuit de overtuiging dat zij, sinds hun geloof in Christus, daartoe niet langer verplicht zijn. Zij onderhouden (een deel van) de Torah, maar beschouwen zich niet als onder de Torah. Deze eerste groep Messiasbelijdende Joden verschilt intern over de vraag of het wenselijk is de Mozaïsche Torah te onderhouden, vooral als een getuigenis naar hun niet-Messiaanse joodse medemensen toe. Daardoor valt deze groep weer in tweeën uiteen: er zijn er die dat 'wenselijk', en anderen die dat 'onwenselijk' vinden.

A. 'Onwenselijk': Dit is bijvoorbeeld de opvatting van de bekende Messiasbelijdende Jood Arnold Fruchtenbaum en vele van Moishe Rosen's Jews for Jesus ('Joden voor Jezus'), of Charles Halff en zijn Christian Jew Foundation ('Christelijk Joodse Stichting'). Er bestaat binnen deze groep echter een meningsverschil wat betreft de wenselijkheid van afzonderlijke Messiaanse gemeenten:

(1) De gemeenten van de eerste groep zijn dikwijls van een traditioneel-christelijk karakter: Luthers, Baptistisch, Evangelicaal, Charismatisch, enzovoort (de meesten van hen dopen gelovigen, sommigen dopen zuigelingen). Velen van hen zijn eerder Hebreeuwse christenen dan Messiasbelijdende Joden, zoals tot uiting komt in het feit dat zij bijeenkomen op zondagen, zoals de grote charismatische King of Kings Gemeente in centraal Jeruzalem.

(2) Vooral in Israël echter neigen gemeenten er sterker toe specifiek Messiaans te zijn: zij volgen bepaalde joodse gewoonten zoals het gebruik van de sjofar (ramshoorn) en de Siddoer (het joodse gebedenboek). Interessant genoeg hebben sommige gemeenten van een (geïmporteerd?) gemeentetype specifiek joodse gebruiken ingevoerd. Zo komen bijvoorbeeld enkele hoofdzakelijk joodse Vergaderingen van Gelovigen in Israël op sabbat bij elkaar.

Nu zegt de kwestie van de zondag of de sabbat ook weer niet alles, want juist enkele van de strengste, meest orthodox-joodse Messias-belijdende gemeenten komen meestal of uitsluitend op zondag bijeen omdat de leden ervan nogal ver uit elkaar wonen en… zij op sabbat niet willen reizen!

Hoewel sommige van deze gemeenten het gebruik van de kippah (het keppeltje) toestaan, zijn de meeste ertegen, omdat het - zoals zij betogen - niets anders dan een rabbijnse traditie is, die niet in de Bijbel, en zelfs niet eens in de Talmoed voorkomt. Ze zijn ook vaak tegen het gebruik van de tzitzit (of tzitziyot, gebedskwasten), omdat die tot de Mozaïsche bedeling behoren. In die tijd herinnerden de tzitzit de Joden aan de geboden, maar vandaag is deze taak overgenomen door de Heilige Geest en is het dragen van de tzitziyot volgens deze groep overbodig geworden.

B. 'Wenselijk': Om een effectief getuigenis tegenover de mede-Joden te vormen, vooral in Israël, is het volgens deze groep wenselijk dat Messiasbelijdende Joden de Mozaïsche Torah onderhouden. Vele van zulke gemeenten gebruiken de sjofar en de Siddoer, hebben Torah-rollen en gebruiken die, waarbij zij de Parasjat (de traditionele Torah-lezingen voor elke sabbat) volgen. Ook hebben zij geen bezwaar tegen het dragen van de kippah en/of de tzitziyot. Tegelijk benadrukken zij echter, dat datgene wat een hulpmiddel is om joodse mensen te bereiken, nooit een hinderpaal mag worden in contacten met niet-joodse christenen. Deze groep ziet de Mozaïsche Torah dan ook enerzijds als een hulpmiddel om de joodse identiteit te bevaren en om andere Joden te bereiken met het evangelie. Maar anderzijds willen zij niet 'wettisch' met de Torah omgaan en een vrijheid en openheid handhaven naar andere christenen toe. In Israël is het bijvoorbeeld dan ook deze hele groep I die heel wat gemakkelijker contacten legt met bestaande Arabische gemeenten dan de hierna te noemen groep.

ONDER DE WET
De tweede groep omvat degenen die geloven dat Messiasbelijdende Joden verplicht zijn de Mozaïsche Torah te onderhouden. Zij die deze opvatting zijn toegedaan, geloven dat Messiasbelijdende Joden, aangezien zij door het aannemen van Jezus als hun Messias en Verlosser hun joodse identiteit niet hebben verloren, de Mozaïsche Torah moeten onderhouden. Dit is de groep die ernaar streeft de Judese gemeenten van de eerste eeuw te herstellen, te leven zoals zij deden, als 'ijveraars voor de wet' (Hand. 21:20).

Hun gemeenschap lijkt meer op een synagoge dan op een doorsnee kerk of gemeente. Tegelijk echter gaan sommige van de gemeenten in deze groep verder dan dat, doordat zij ook veel rabbijnse tradities naleven die pas veel later ontstaan zijn. Hier ligt dan ook een groot discussiepunt in deze groep: in hoeverre is het wenselijk, of zelfs geboden, de zogenoemde 'Mondelinge Torah (d.i. de rabbijnse/Talmoedische traditie) te onderhouden?

A. 'Onwenselijk': Messiasbelijdende Joden kunnen weliswaar een paar dingen leren van de rabbijnen van na de eerste eeuw, maar vanwege de anti-Jezus-houding van deze rabbijnen kan men hen en hun leringen maar beter op een afstand houden. Daarom is dit type Messiasbelijdende Joden tegen het gebruik van de kippah en het meeste van de Siddoer.

B. 'Mogelijk': Deze groep is van mening dat rabbijnse tradities onderhouden kunnen worden. maar dan alleen in zoverre zij in overeenstemming zijn met de geest van de Torah en van het Nieuwe Testament. Dit is bijvoorbeeld de visie van de Association of TorahObservant Messianics ('Associatie van Torah-Onderhoudende Messiasbelijders') en anderen. Overigens verschillen de vertegenwoordigers van deze opvatting over de mate waarin het rabbijnse jodendom door Messiasbelijdende Joden kan worden overgenomen. Over het geheel genomen lijkt deze groep op wat men in Amerika het Conservatieve jodendom noemt.

C. 'Verplicht': Sommige Messias-belijdende Joden geloven dat de rabbijnen, hoewel zij blind voor Jezus waren, door de Heilige Geest geleid werden om aan de Joden van hun tijd leiding te geven. Daarom, zo geloven zij, zijn Messias-belijdende Joden verplicht de zogenoemde 'Mondelinge Torah' te onderhouden. Dit is bijvoorbeeld de visie van Haim Levi en zijn International Federation of Messianic Jews ('Internationale Federatie van Messiasbelijdende Joden'). Deze groep lijkt op wat men het Orthodoxe jodendom noemt.

NIET-JODEN EN DE WET
Afgezien van dit punt is de tweede groep ook intern verdeeld over een andere belangrijke kwestie, namelijk of niet-joodse christenen de Mozaïsche Torah dienen te onderhouden of niet:

A. 'Wetsonderhouding verplicht': niet-joodse christenen moeten de Mozaïsche Torah onderhouden, natuurlijk niet als een manier om punten voor de hemel te verdienen, maar gewoon omdat zij (volgens deze opvatting) deel hebben gekregen aan het 'burgerrecht Israëls' (Ef. 2:12) en aan de 'olijfboom' Israël (Rom. 11:17). Er is slechts één volk van God en één Torah; daarom, als niet-joodse gelovigen onder de geboden van Christus staan, houden deze noodzakelijk ook de Mozaïsche geboden in. In feite moeten niet-joodse gelovigen volgens deze visie volledige 'proselieten' van het Messiasbelijdende jodendom worden.

B. 'Wetsonderhouding niet verplicht maar wel wenselijk': niet-joodse christenen zijn niet verplicht de Mozaïsche Torah te onderhouden omdat zij, ook al hebben zij deel gekregen aan het 'burgerrecht Israëls', in geen enkel opzicht Joden zijn geworden. Het is volgens deze opvatting echter wel zeer wenselijk dat niet-joodse christenen de Torah leren bestuderen en haar leren onderhouden op vrijwillige basis. Het houden van de Torah is een grote zegen, en niet-joodse christenen mogen van die zegen niet worden buitengesloten, integendeel.

C. 'Wetsonderhouding niet verplicht en niet wenselijk': niet-joodse christenen zijn niet verplicht de Mozaïsche Torah te onderhouden, en wel omdat zij geen Joden zijn en zij nergens in het Nieuwe Testament opgeroepen worden de Mozaïsche Torah te onderhouden, noch op verplichte basis noch vrijwillig. Integendeel, het 'juk' van de Joden moet niet gelegd worden op de 'hals' van de niet-joodse gelovigen, om wat voor reden dan ook; zij moeten niet 'lastig gevallen' worden met de Mozaïsche Torah, die voor Israël als gevolg van Gods roeping wel verplicht is (Hand. 15:10-19).

dr. Willem J. Ouweneel