Messiaanse rabbijn spreekt over wereldwijde christenvervolging

Jonathan Cahn / vert: Evelien van Dis • 91 - 2015 • Uitgave: 16
Rabbijn Jonathan Cahn, een Messiasbelijdende Joodse gelovige uit de Verenigde Staten, heeft al veel van zich doen spreken. Hij onderstreept vooral het Profetisch Woord in verband met de Wederkomst van Christus en het komende Koninkrijk van God.
Jonathan Cahn is verbonden aan het Beth Israël Worship Center in Wayne (New Jersey). Dit voorjaar was hij samen met andere Joodse en christelijke leiders, zakenlieden en hoge militairen uitgenodigd om te spreken op een symposium, met de titel: ‘De wereldwijde christenvervolging: een bedreiging voor internationale vrede en veiligheid.’


“De vervolging van christenen heeft historische afmetingen aangenomen,” zei Cahn, schrijver van twee opzienbarende boeken: The Harbinger en The Mystery of the Shmitah. “Het gebeurt overal ter wereld en is uitgegroeid tot één van de grootste crises in de moderne tijd.” Het symposium werd gehouden in New York City en de leiders traden op voor de afgevaardigden van de VN.
Hier volgt de ingekorte tekst van Cahns toespraak.

De schreeuw van de Messias

In april van dit jaar was het 70 jaar geleden dat de concentratiekampen van het Derde Rijk bevrijd werden. Terwijl de Geallieerden daarmee bezig waren, dwongen zij de inwoners van de dichtbij gelegen stadjes om de kampen door te lopen en geconfronteerd te worden met de onzegbare diepten van verschrikking waartoe het nazisme geleid had.
Maar voor de meeste inwoners van die plaatsen in de buurt van de kampen en ook voor de steden in Duitsland, was het niet iets onverwachts. Het was algemeen bekend dat de Joden opgejaagd werden en in veewagons naar de concentratiekampen gebracht, waar verschrikking en zeer waarschijnlijk de dood hen wachtte. De mensen wisten het, maar zij deden niets om het te stoppen. Zij waren zelf niet in gevaar.
Toen zij in het voorjaar van 1945 door deze kampen liepen, werden ze echter niet alleen gedwongen het kwaad van Hitler en het nazisme in de ogen te kijken, maar ook dat van henzelf. Was uiteindelijk het nietsdoen niet de kritieke en beslissende factor? Zonder hun zwijgende medeplichtigheid, zonder hun zonde van nalatigheid en zelfbelang zou de massamoord van zes miljoen Joodse mannen, vrouwen en kinderen nooit kunnen hebben plaatsvinden.

‘Ik wilde er niet bij betrokken raken’
In 1964 – in deze stad waar we nu dit symposium houden – kwam een jonge vrouw bij haar woning aan, toen zij plotseling werd aangevallen door een man met een mes. Kitty Genovese, zo heette de jonge vrouw, werd gedurende een half uur door de man beestachtig bejegend. Op z’n minst twaalf mensen hoorden haar kreten en zagen tijdens die dertig minuten iets van wat er gebeurde. Maar de meerderheid stak geen hand uit om haar te helpen. Sommigen waren niet zeker wat het geluid van die kreten buiten betekende. Maar zij wilden het ook niet weten. Buiten was het koud en zij zaten lekker binnen in de warmte van hun huizen. Een buurman die feitelijk zag wat er gebeurde, overwoog zelfs of hij een andere buurman wel zou lastig vallen om hem te vragen de politie te bellen. Zijn verklaring was: “Ik wilde er niet bij betrokken raken.” Ten gevolge van het niet ingrijpen van deze mensen werd Kitty Genovese gewelddadig van haar leven beroofd voor de deur van haar woning.

Een nieuwe stroom slachtoffers
En nu we elkaar ontmoeten in deze stad, vindt er een andere misdaad plaats buiten onze gesloten ramen. Zeventig jaar nadat de omstanders in nazi-Duitsland door de vernietigingskampen van de Holocaust liepen, wordt een andere stroom van slachtoffers naar hun dood geleid.
Weer is een satanisch kwaad van haat, geweld en sadistische wreedheid erbij betrokken. Weer gaat het om onschuldige mensen die vernietigd moeten worden – de volgelingen van Jezus, door de hele wereld bekend als ‘christenen’. Zulke mensen die onderwezen zijn om als ze geslagen worden, de andere wang toe te keren, als ze vervloekt worden, te zegenen en als ze vervolgd worden, te vergeven die hen onderdrukken. Zij vormen verreweg de meest vervolgde godsdienstige groep op aarde, onderdrukt, gekweld, achtervolgd en gedood – mannen, vrouwen en kinderen – de offerlammeren van deze moderne wereld.

Van Romeinse arena’s naar nu
We ontmoeten elkaar in de meest gerespecteerde vergaderzaal van de volken. En terwijl staatshoofden, leiders, ambassadeurs en afgevaardigden hier samenkomen om over internationale onderwerpen te discussiëren, worden binnen de grenzen van zestig van deze naties christenen vervolgd door hun eigen regeringen, of door degenen die rondom hen wonen – van Noord-Korea tot Iran, Afghanistan, Syrië, Nigeria, Irak, Pakistan, Vietnam en Indonesië en veel meer landen. In Noord-Korea worden christenen gevangen gezet en naar werkkampen gestuurd, gemarteld en gedood voor de ‘misdaad’ een Bijbel te bezitten. In Nigeria zijn hele christelijke dorpsgemeenschappen uitgemoord. In Orissa in India zijn 70.000 christenen gedwongen geweest hun huizen te verlaten. In Syrië zijn 80.000 christenen verdreven van huis en haard. In Indonesië zijn 10.000 christenen omgebracht.
En nu, na bijna 2000 jaar, lopen verschillende van de oudste christelijke gemeenschappen, zoals de Kopten in Egypte, de Nestorianen en de Assyrische gelovigen van Syrië, de Chaldese en Assyrische gelovigen van Irak, het gevaar volledig uitgeroeid te worden. Terwijl het absolute kwaad van ISIS en zijn bondgenoten in het Midden-Oosten zijn gang kan gaan, wordt een oude beschaving uitgewist, de mensen sterven door kruisiging, onthoofding en levend begraven worden in hun voorvaderlijke grond. De Vicaris van Bagdad, Andrew White, vertelde dit jaar hoe ISIS vier kinderen beval Jezus te verloochenen en Mohammed te volgen. “Nee,” zeiden ze, “wij houden van Jezus… Hij is altijd bij ons geweest.” Dit waren de laatste woorden van de kinderen voordat ze door ISIS gedood werden.
We lezen de verslagen van de vroege christenen, hoe zij naar de Romeinse arena’s gebracht werden om verscheurd te worden door wilde dieren. En we laten op ons inwerken hoe primitief en barbaars die tijden waren. We vragen ons af wat wij gedaan zouden hebben als we toen geleefd hadden en of we onschuldige levens gered zouden hebben, als we ze hadden kúnnen redden.
Maar de waarheid is dat wij in zulke tijden leven. Er zijn meer christenen vervolgd, gewelddadig behandeld en gedood in onze moderne eeuw dan in elke andere eeuw. Elk jaar worden tienduizenden christenen ontmenselijkt, gemarteld of gedood en meer dan 100 miljoen christenen leven onder de duisternis van vervolging. Onze moderne eeuw kent de meest primitieve en barbaarse dagen. En wat doen wij als christenen weggeleid worden om ‘verslonden’ te worden?

Een vreemd en immoreel zwijgen
De VN aanvaardde de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Daarin wordt onderstreept dat iedereen het recht heeft ‘zijn godsdienst of geloof te uiten in onderwijs, levenspraktijk, eredienst en navolging.’
In paragraaf 139 van het World Summit Outcome Document van 5 september 2005 verklaarden de Verenigde Naties dat de internationale gemeenschap de verantwoordelijkheid heeft om bevolkingen te beschermen tegen genocide, etnische zuivering en misdaden tegen de menselijkheid. We vragen nu: “Waar zijn alle resoluties? Waar zijn alle manschappen? Waar blijven de acties om de meest vervolgde mensen op aarde te beschermen? Waar is de wereldwijde verontwaardiging?” Er heerst een vreemd en immoreel zwijgen, hetzelfde vreemde en immorele zwijgen dat toestond dat 6 miljoen Joden ter dood werden gebracht.
Wij moeten niet de fout van de vorige eeuw herhalen. Kwaad houdt nooit uit zichzelf op. Dezelfde duisternis die 6 miljoen Joden uitroeide, zou kunnen uitlopen op het ombrengen van 60 miljoen levens over de hele wereld. Het kwaad dat eerst het Joodse volk bestreed, was een voorbode van datgene wat over de hele wereld kan komen.

Het alarmsein van giftig kwaad
In de tijd dat mijnwerkers stierven aan de ‘zwarte longziekte’, was een middel daartegen een kanarie in een kooi. Het kanarievogeltje werd heel diep naar beneden in de kolenmijn gebracht. Als het ziek werd en stierf, dan zou dit het alarmteken zijn dat de lucht in de mijn vergiftigd was. Wat met de gekooide kanarie gebeurde, was een voorbode van gevaar.
De vervolgde christen is de gekooide kanarie in onze moderne wereld. De christen is het eerste doelwit van het kwaad. Daarom is christenvervolging het alarmsein van een giftig kwaad en groeiend gevaar in de wereld. En als wij niet met dit kwaad afrekenen wanneer het anderen in ‘verre gebieden’ treft, dan zullen we er zeker mee te maken krijgen wanneer het ons in onze eigen omgeving raakt.
Geen beschaving kan zichzelf moreel noemen als het faalt om hen die in vrede leven te verdedigen tegen kwaad dat hen zoekt te verslinden; geen volk kan zichzelf goed noemen als het achteroverleunt en niet effectief optreedt tegen kwaad dat onschuldige mensen vermoordt; geen natie kan zich christelijk noemen als het passief aan de kant blijft staan als zij die de naam van de Messias dragen, onderdrukt en gedood worden om hun geloof.

De schreeuw van de Messias
Als we onze oren toestoppen, dan kunnen we niet de naam van christen dragen. Op de Oordeelsdag zal ons gevraagd worden: “Waarom deed je niets om hen te redden?” Wat moeten we dan antwoorden?
In de brief aan de Hebreeën staat: ‘Denk aan de gevangenen alsof u zelf ook gevangen bent…’ Dus als we op onze bank voor de televisie zitten, zeggen zíj tegen ons: “Denk aan ons als wij in de gevangenis zitten en als onze vijanden komen om ons het leven te benemen. We lijden omwille van de Messias.”
Wij kúnnen hen niet vergeten, we moeten aan hen denken. En we moeten hen helpen. (…) De Messias zegt: ‘Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders (en zusters) van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.’
Als we ons afkeren van hun schreeuw om hulp, dan zijn we in feite doof voor de schreeuw van de Messias. Op de Oordeelsdag zal Hij tegen ons zeggen: “Toen Mijn dorp in Nigeria platgebrand werd, waarom deed je niets om Mij te hulp te komen? Toen Ik in een gevangenkamp op Noord-Korea zat, waarom vergat je Mij? Toen ISIS kwam om mijn familie te doden, waarom hielp je ons niet. Toen Ik werd gemarteld, onthoofd, levend begraven, gekruisigd, waarom negeerden jullie Mijn schreeuw om hulp? Waarom lieten jullie Mij dat ondergaan?” ‘Ga weg van Mij, (…) Ik heb u nooit gekend.’ (…)

Ga niet de annalen van de geschiedenis in – en het oordeel van God – als een omstander die het kwaad zag, maar niets deed om het te stoppen. Als mensen die de schreeuw van de Kitty Genovese’s van deze wereld hoorden, maar ervoor kozen hen buiten hun deur te laten sterven, die de veewagons met de onschuldige mensen zagen rijden richting hun dood, maar die bleven zwijgen. Sta niet schuldig aan weer een holocaust.
Open je ramen en hoor hun schreeuw. Open je deuren en ga naar buiten. Open je harten en je leven en doe wat je doen moet om hen te redden. De Messias schreeuwt! Hij wordt levend verbrand, onthoofd. Hij wordt weer gekruisigd! (…) Kom Hem te hulp in die van Hem zijn. Doe wat goed is, omwille van Gods Naam.

Dit artikel is de weerslag van een toespraak gehouden voor een VN-vergadering door Jonathan Cahn, een Amerikaanse Messiaanse rabbijn. Het stond op de website van Charisma News van 17 april 2015. Vertaling: Evelien van Dis