Mensen van het ogenblik

Theo Niemeijer • 93 - 2017 • Uitgave: 24
Wanneer iemand gedoopt en wedergeboren is maar het geloof loslaat, blijft zijn/haar naam dan toch nog in het boek des levens staan? Blijft deze persoon behouden? (G. B. te A.)

Antwoord:
Deze vraag kunnen we vanuit verschillende kanten beantwoorden. Allereerst zal de vraag beantwoord moeten worden of het hier om iemand gaat die daadwerkelijk opnieuw geboren is. Velen noemen zich wel christen, maar zijn ze het ook? Er zijn veel mensen die zich bij een gemeente aangesloten hebben op oneigenlijke gronden. De zorg voor elkaar, de onderlinge gemeenschap, het blijmoedig zingen, het musiceren, de interessante studies en al zulk soort zaken trekken velen naar de gemeenten, wat natuurlijk goed is! Maar wanneer de wezenlijke bekering en wedergeboorte uitblijft gaat het hier om iemand die zich tot het geloof aangetrokken voelt, ook wel geraakt wordt, maar zelf niet bewust tot het geloof gekomen is. Dit kan soms heel erg ver gaan. Zelfs jeugdleiders, zondagsschoolmedewerkers en ja, zelfs voorgangers kunnen hun werk doen zonder een echte voorafgaande wedergeboorte!

Bijbelse bekering
Nu is het niet aan mij om te bepalen wie nu wel of niet echt wedergeboren is. In 2 Timoteüs 2:19 staat de mooie uitspraak: ‘De Here kent de Zijnen.’ Hij alleen weet wie Hem toebehoren. Maar om tot ‘de Zijnen’ te behoren zal bekering en wedergeboorte noodzakelijk zijn. In de gelijkenis uit Matteüs 13:20-21 lezen we over het zaad dat op steenachtige plaatsen gezaaid werd. Het Woord werd met blijdschap aangenomen, maar het had geen wortel. Het gaat hier om mensen die wel aangeraakt worden, maar zeer oppervlakkig en het zo weer vergeten zijn: ‘mensen van het ogenblik’!
De Bijbelse bekering wordt altijd voorafgegaan door een diep besef van verlorenheid en zonde, waardoor men onder Gods oordeel terecht gekomen is. Dit kun je niemand aanpraten, maar kan alleen door de werking van Gods Geest in iemand bewerkt worden. Dit besef leidt tot bekering en het belijden van zonde en schuld, waarbij we met dankbaarheid de vergeving die de Here ons aanbiedt in Zijn Zoon de Here Jezus mogen aanvaarden. Je gaat beseffen dat de Here Jezus onze plaats innam in Gods oordeel over onze zonden en dat Hij de straf droeg die wij verdiend hadden. Op grond daarvan mogen we Gods genade ontvangen en vergeving van al onze zonden. Deze bekering leidt tot de wedergeboorte, waarbij Gods Geest ons gereinigde leven gaat vervullen en God de Vader samen met God de Zoon door God de Heilige Geest in ons komt wonen (Johannes 14:23).

De Heilige Geest bedroeven
Het ontvangen van de Heilige Geest valt samen met moment van onze wedergeboorte (Romeinen 8:9). Door de inwoning van de Heilige Geest zijn we opnieuw geboren en worden we zelfs 'verzegeld' met de Heilige Geest (Efeziërs 1:13). De Heilige Geest is zelfs het onderpand voor onze erfenis (Efeziërs 1:14).
Met het beeld van het ‘onderpand’ wordt een ‘eerste aanbetaling’ bedoeld, de eerste gave die we van Hem ontvangen hebben (Romeinen 8:23) in afwachting tot ‘het alles’ (letterlijke vertaling van ‘alle dingen’) dat we bij Zijn komst zullen ontvangen (Romeinen 8:32). Iemand die dus waarachtig, persoonlijk tot bekering en wedergeboorte gekomen is, blijft dus behouden en kan nooit meer uit zijn hand ‘geroofd worden’ (Johannes 10:28-29).

We kunnen echter wel de Heilige Geest bedroeven (Efeziërs 4:30), waardoor Hij niet meer werkzaam in ons leven kan zijn en ook weinig van het nieuwe leven in ons zichtbaar wordt. Je bent nog wel een kind van God, maar leeft er niet meer naar. Paulus schrijft in dit geval over ‘vleselijke christenen die als onveranderde mensen leven’ (1 Korintiërs 3:3). Ze worden nog wel behouden, maar ‘als door vuur heen’ (vers 15). Het gaat hier om christenen die de aansluiting met de gemeente missen, maar ook geen echte aansluiting met de zondige wereld hebben. Ze horen eigenlijk nergens echt bij en leiden in wezen een zeer teleurstellend leven. Voor hen klinken de woorden in de Bijbel, dat zij zich moeten bekeren! Deze oproep komen we regelmatig tegen in de brieven die Johannes aan de zeven gemeenten in Klein-Azië schrijft. Ook christenen dienen zich regelmatig te bekeren van zaken die niet goed zijn en de werking van de Heilige Geest in de weg staan.

Afvallige gelovigen
We kunnen niet opgeroepen worden om opnieuw wedergeboren te worden, want dat kan maar één keer! Volgens Hebreeën 6:6 zou voor zo iemand Christus dan voor de tweede keer gekruisigd worden! Deze vleselijke christenen zijn, ondanks hun afvalligheid, nog wel wedergeboren kinderen van God. Zij dienen niet opnieuw wedergeboren te worden, maar zich wel te bekeren.

Het komt ook regelmatig voor dat ‘afvallige gelovigen’ op een later tijdstip weer in hun leven de Here tegenkomen. Dit kan soms door een crisis gebeuren, of op een of andere wijze plaatsvinden in het leven. Dit kan heel lang duren, misschien maken we het zelf niet eens meer mee! Zoals de Vader in de geschiedenis uit Lucas 15 op de uitkijk stond voor zijn ‘verloren zoon’, zo zal het vandaag niet anders zijn. Misschien heeft onze hemelse Vader wel meer ongehoorzame dan gehoorzame kinderen! Als een liefhebbende Vader wacht Hij op Zijn wedergeboren kinderen die voor een andere weg gekozen hebben en hopelijk, net zoals de verloren zoon, tot zichzelf zullen komen, op zullen staan om naar hun Vader terug te keren. Ook dan, wanneer een afgedwaalde broeder of zuster terugkeert tot de Vader is het feest in de hemel!

Theo Niemeijer