Meerdere hemelvaarten
Donderdag 13 mei is het Hemelvaartsdag. Dan herdenken we dat de Heer Jezus ten aanschouwen van Zijn discipelen vanaf de Olijfberg ten hemel voer.
Dat was wat voor Zijn discipelen. Het was heel bemoedigend dat de Heer Jezus na Zijn opstanding nog 40 dagen aan hen verscheen en hen onderrichtte over het koninkrijk van God. Maar op de dag, waarop Hij ten hemel voer, had Hij hen gezegd in Jeruzalem te blijven tot ze gedoopt zouden worden in de Heilige Geest en zo kracht zouden ontvangen om van Hem te getuigen.
Dat waren spannende dagen. Matthias werd aangesteld als twaalfde apostel in de plaats van Judas. Maar verder was het vooral biddend afwachten tot de Heilige Geest over hen zou worden uitgestort.
De Omertelling
De hemelvaart vond plaats op de 40e dag van de Omertelling. Het Hebreeuwse woord omer kan garf of schoof betekenen. Maar ook een inhoudsmaat voor meel van ongeveer 3,6 liter. Een andere inhoudsmaat is de efa, een efa is 10 omer (Exodus 16:36). Bij diverse offers werd een omer meel als offer toegevoegd (Leviticus 5:11, 6:20, 14:21).
De Omertelling is de telling vanaf de dag van het feest van de eerste schoof (omer). Dat feest viel op de zondag (de eerste dag van de week: Leviticus 23:10-16) na het Pascha. Die zondag was de eerste dag van de Omertelling, de maandag daarna de tweede dag, enzovoort. Zo werd er doorgeteld totdat zeven weken na het feest van de eerste schoof, op de 50e dag, het wekenfeest aanbrak (Leviticus 23:15-16, Deuteronomium 16:9-10).
Op de eerste dag van de Omertelling moest de priester de eerste schoof van de nieuwe oogst voor het aangezicht van de HEERE bewegen, opdat het volk welgevallig werd.
De verborgen hemelvaart
Die eerste schoof is een type van de Heer Jezus. Op de dag, dat de eerste korenschoof voor Gods aangezicht werd bewogen, stond Christus op uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn (1 Korinthe 15:20). Maar er is nog meer typologie.
Kort na Zijn opstanding ontmoette de Heer Jezus in de graftuin Maria van Magdala. Aanvankelijk dacht zij dat Hij de tuinman was. Maar toen ze Hem herkende, mocht zij Hem nog niet aanraken. Hij zei immers: ‘Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God’ (Johannes 20:17). Later echter mochten ze Hem aanraken (Mattheüs 28:9, Johannes 20:27).
In die tussentijd is de Heer Jezus dus opgevaren naar Zijn Vader. Toen Hij voor het aangezicht van Zijn Vader verscheen, werd Hij begroet met de woorden: ‘U bent Mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt’ (Psalm 2:7, Handelingen 13:32-34). Het bewegen van de eerste korenschoof voor Gods aangezicht, verwijst typologisch naar de verborgen hemelvaart van Christus, Die als eersteling uit de doden voor Gods aangezicht in de hemel verscheen, waarschijnlijk precies op het moment dat de eerste korenschoof in de tempel werd bewogen.
Hart der aarde
Volgens Zijn eigen woorden was Jezus na Zijn overlijden in het hart der aarde (Mattheüs 12:40), dat wil zeggen Zijn persoonlijkheid, Zijn ziel. Zijn lichaam was aan het kruis en later in het graf. Waar was de Heer precies? Blijkens Zijn vertroosting van de moordenaar aan het kruis was Hij na Zijn overlijden in het paradijs (Lukas 23:43), de goede afdeling van het dodenrijk (Lukas 16:22, Handelingen 2:27,31). Toen de Heer was heengegaan, heeft Hij in die gevangenis de overwinning verkondigd (1 Petrus 3:19). En op de opstandingsdag, de eerste dag van de Omertelling, is Christus niet alleen ten hemel gevaren; want Hij heeft alle gelovige gevangenen met de gevangenis meegenomen (Efeze 4:8). Sindsdien bevindt het paradijs zich in de hemel (2 Korinthe 12:4). Zie ook de uitleg van Jaap Fijnvandraat1.
Pinksteren
Na Christus’ definitieve hemelvaart moesten de discipelen wachten op de uitstorting van de Heilige Geest. Die vond plaats op de 50e dag van de Omertelling (Pinkster = pentecostes = 50e). Dat was de dag van het wekenfeest, het oogstfeest, het feest van de eerstelingen van de tarweoogst (Exodus 34:22). Op die dag moesten de mannen naar Jeruzalem gaan, met manden, gevuld met de eerste oogst aan tarwekorrels (Deuteronomium 26:1-4). Die brachten ze naar de priesters in de tempel.
Op dat oogstfeest in Jeruzalem waren de mensen blij en dankbaar voor de eerste oogst. Ze kwamen om die oogst aan God te geven en om te herdenken dat ze slaven waren geweest in Egypte (Deuteronomium 16:12). Buiten op straat was er vrolijkheid en gelach.
De discipelen in de bovenzaal deelden niet in die feestvreugde. Zij hadden geen oogst van tarwekorrels, die ze de HEERE God konden aanbieden. De Heer Jezus was tien dagen geleden naar de hemel gevaren en ze waren al die tijd aan het wachten op de uitstorting van de Heilige Geest.
En op die Pinkstermorgen was het dan zover! De discipelen werden gedoopt in de Geest, ze kregen kracht en moed om te getuigen. Ze verkondigden in allerlei buitenlandse talen Gods grote daden. Dat maakte indruk op de Joden die van heinde en verre kwamen en de discipelen hoorden spreken in hun moedertaal.
Hemelvaart in de toespraak
Toen begon Petrus zijn toespraak, waarin hij zei dat de opstanding van de Christus uit de doden al was geprofeteerd door David (Psalm 16): Hij zou niet in het dodenrijk (hades) worden gelaten en zijn lichaam zou geen ontbinding zien. De toehoorders zouden zich hebben kunnen afvragen, waarom Jezus niet op het feest was, als Hij was opgestaan uit de doden. Daarom wees Petrus erop dat David ook heeft geprofeteerd dat de Messias na zijn hemelvaart door God in de hemel zou worden begroet met de woorden: ‘Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden tot een voetbank voor uw voeten stel’ (Psalm 110). Vervolgens riep Petrus op tot bekering door Jezus aan te nemen als hun Heer en Messias.
Oogst op het oogstfeest
De prediking van Petrus maakte indruk en er kwamen 3000 Joden tot bekering. Wat was dat een bemoediging! Op dit oogstfeest konden de discipelen weliswaar geen eerste tarweoogst aan God aanbieden, maar wel 3000 eerstelingen van de oogst aan discipelen, die de Heilige Geest ontvingen.
En wij mogen de Heer danken, want als gelovigen behoren ook wij bij de oogst, welke op die eerste Pinksterdag is begonnen. Ook wij zijn bevrijd, niet van slavernij in Egypte, maar van onze slavernij aan de zonde. Ook wij hebben de Heilige Geest ontvangen, Die ons moed geeft om te getuigen.
Sinds die eerste Pinksterdag leven we dus in de oogsttijd. Het is de tijd van zaaien en oogsten. Zaaien is het brengen van het Woord, evangeliseren. Oogsten, dat gebeurt als er mensen tot de Heer worden gebracht. Zo mogen we handelen tot het einde van deze oogsttijd. Tot de laatste mens is toegevoegd aan de gemeente.
De aanstaande hemelvaart
Dan zal geschieden, waar de Bazuinendag, de dag van het geklank (Leviticus 23:24), een type van is. Tijdens bazuingeschal zal de Heer Jezus komen om Zijn gemeente van de aarde tot Zich te nemen in de hemel. Dat zal voor ieder gebeuren met ziel, geest en een verheerlijkt lichaam. Degenen, die vóór die tijd overleden zijn, zullen opstaan uit de dood en als eersten een verheerlijkt lichaam krijgen en samen met de levenden ten hemel varen, de Heer tegemoet. Zo zullen allen, die in Christus zijn, voor altijd bij de Heer Jezus zijn.
Ziet u ook uit naar Zijn komst? “Als 't bazuingeschal des Heren klinkt en Jezus' komst is daar, bent u dan voor Zijn komst bereid?”
Kees Noorlander
1: https://www.jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=2333
Dat was wat voor Zijn discipelen. Het was heel bemoedigend dat de Heer Jezus na Zijn opstanding nog 40 dagen aan hen verscheen en hen onderrichtte over het koninkrijk van God. Maar op de dag, waarop Hij ten hemel voer, had Hij hen gezegd in Jeruzalem te blijven tot ze gedoopt zouden worden in de Heilige Geest en zo kracht zouden ontvangen om van Hem te getuigen.
Dat waren spannende dagen. Matthias werd aangesteld als twaalfde apostel in de plaats van Judas. Maar verder was het vooral biddend afwachten tot de Heilige Geest over hen zou worden uitgestort.
De Omertelling
De hemelvaart vond plaats op de 40e dag van de Omertelling. Het Hebreeuwse woord omer kan garf of schoof betekenen. Maar ook een inhoudsmaat voor meel van ongeveer 3,6 liter. Een andere inhoudsmaat is de efa, een efa is 10 omer (Exodus 16:36). Bij diverse offers werd een omer meel als offer toegevoegd (Leviticus 5:11, 6:20, 14:21).
De Omertelling is de telling vanaf de dag van het feest van de eerste schoof (omer). Dat feest viel op de zondag (de eerste dag van de week: Leviticus 23:10-16) na het Pascha. Die zondag was de eerste dag van de Omertelling, de maandag daarna de tweede dag, enzovoort. Zo werd er doorgeteld totdat zeven weken na het feest van de eerste schoof, op de 50e dag, het wekenfeest aanbrak (Leviticus 23:15-16, Deuteronomium 16:9-10).
Op de eerste dag van de Omertelling moest de priester de eerste schoof van de nieuwe oogst voor het aangezicht van de HEERE bewegen, opdat het volk welgevallig werd.
De verborgen hemelvaart
Die eerste schoof is een type van de Heer Jezus. Op de dag, dat de eerste korenschoof voor Gods aangezicht werd bewogen, stond Christus op uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn (1 Korinthe 15:20). Maar er is nog meer typologie.
Kort na Zijn opstanding ontmoette de Heer Jezus in de graftuin Maria van Magdala. Aanvankelijk dacht zij dat Hij de tuinman was. Maar toen ze Hem herkende, mocht zij Hem nog niet aanraken. Hij zei immers: ‘Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God’ (Johannes 20:17). Later echter mochten ze Hem aanraken (Mattheüs 28:9, Johannes 20:27).
In die tussentijd is de Heer Jezus dus opgevaren naar Zijn Vader. Toen Hij voor het aangezicht van Zijn Vader verscheen, werd Hij begroet met de woorden: ‘U bent Mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt’ (Psalm 2:7, Handelingen 13:32-34). Het bewegen van de eerste korenschoof voor Gods aangezicht, verwijst typologisch naar de verborgen hemelvaart van Christus, Die als eersteling uit de doden voor Gods aangezicht in de hemel verscheen, waarschijnlijk precies op het moment dat de eerste korenschoof in de tempel werd bewogen.
Hart der aarde
Volgens Zijn eigen woorden was Jezus na Zijn overlijden in het hart der aarde (Mattheüs 12:40), dat wil zeggen Zijn persoonlijkheid, Zijn ziel. Zijn lichaam was aan het kruis en later in het graf. Waar was de Heer precies? Blijkens Zijn vertroosting van de moordenaar aan het kruis was Hij na Zijn overlijden in het paradijs (Lukas 23:43), de goede afdeling van het dodenrijk (Lukas 16:22, Handelingen 2:27,31). Toen de Heer was heengegaan, heeft Hij in die gevangenis de overwinning verkondigd (1 Petrus 3:19). En op de opstandingsdag, de eerste dag van de Omertelling, is Christus niet alleen ten hemel gevaren; want Hij heeft alle gelovige gevangenen met de gevangenis meegenomen (Efeze 4:8). Sindsdien bevindt het paradijs zich in de hemel (2 Korinthe 12:4). Zie ook de uitleg van Jaap Fijnvandraat1.
Pinksteren
Na Christus’ definitieve hemelvaart moesten de discipelen wachten op de uitstorting van de Heilige Geest. Die vond plaats op de 50e dag van de Omertelling (Pinkster = pentecostes = 50e). Dat was de dag van het wekenfeest, het oogstfeest, het feest van de eerstelingen van de tarweoogst (Exodus 34:22). Op die dag moesten de mannen naar Jeruzalem gaan, met manden, gevuld met de eerste oogst aan tarwekorrels (Deuteronomium 26:1-4). Die brachten ze naar de priesters in de tempel.
Op dat oogstfeest in Jeruzalem waren de mensen blij en dankbaar voor de eerste oogst. Ze kwamen om die oogst aan God te geven en om te herdenken dat ze slaven waren geweest in Egypte (Deuteronomium 16:12). Buiten op straat was er vrolijkheid en gelach.
De discipelen in de bovenzaal deelden niet in die feestvreugde. Zij hadden geen oogst van tarwekorrels, die ze de HEERE God konden aanbieden. De Heer Jezus was tien dagen geleden naar de hemel gevaren en ze waren al die tijd aan het wachten op de uitstorting van de Heilige Geest.
En op die Pinkstermorgen was het dan zover! De discipelen werden gedoopt in de Geest, ze kregen kracht en moed om te getuigen. Ze verkondigden in allerlei buitenlandse talen Gods grote daden. Dat maakte indruk op de Joden die van heinde en verre kwamen en de discipelen hoorden spreken in hun moedertaal.
Hemelvaart in de toespraak
Toen begon Petrus zijn toespraak, waarin hij zei dat de opstanding van de Christus uit de doden al was geprofeteerd door David (Psalm 16): Hij zou niet in het dodenrijk (hades) worden gelaten en zijn lichaam zou geen ontbinding zien. De toehoorders zouden zich hebben kunnen afvragen, waarom Jezus niet op het feest was, als Hij was opgestaan uit de doden. Daarom wees Petrus erop dat David ook heeft geprofeteerd dat de Messias na zijn hemelvaart door God in de hemel zou worden begroet met de woorden: ‘Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden tot een voetbank voor uw voeten stel’ (Psalm 110). Vervolgens riep Petrus op tot bekering door Jezus aan te nemen als hun Heer en Messias.
Oogst op het oogstfeest
De prediking van Petrus maakte indruk en er kwamen 3000 Joden tot bekering. Wat was dat een bemoediging! Op dit oogstfeest konden de discipelen weliswaar geen eerste tarweoogst aan God aanbieden, maar wel 3000 eerstelingen van de oogst aan discipelen, die de Heilige Geest ontvingen.
En wij mogen de Heer danken, want als gelovigen behoren ook wij bij de oogst, welke op die eerste Pinksterdag is begonnen. Ook wij zijn bevrijd, niet van slavernij in Egypte, maar van onze slavernij aan de zonde. Ook wij hebben de Heilige Geest ontvangen, Die ons moed geeft om te getuigen.
Sinds die eerste Pinksterdag leven we dus in de oogsttijd. Het is de tijd van zaaien en oogsten. Zaaien is het brengen van het Woord, evangeliseren. Oogsten, dat gebeurt als er mensen tot de Heer worden gebracht. Zo mogen we handelen tot het einde van deze oogsttijd. Tot de laatste mens is toegevoegd aan de gemeente.
De aanstaande hemelvaart
Dan zal geschieden, waar de Bazuinendag, de dag van het geklank (Leviticus 23:24), een type van is. Tijdens bazuingeschal zal de Heer Jezus komen om Zijn gemeente van de aarde tot Zich te nemen in de hemel. Dat zal voor ieder gebeuren met ziel, geest en een verheerlijkt lichaam. Degenen, die vóór die tijd overleden zijn, zullen opstaan uit de dood en als eersten een verheerlijkt lichaam krijgen en samen met de levenden ten hemel varen, de Heer tegemoet. Zo zullen allen, die in Christus zijn, voor altijd bij de Heer Jezus zijn.
Ziet u ook uit naar Zijn komst? “Als 't bazuingeschal des Heren klinkt en Jezus' komst is daar, bent u dan voor Zijn komst bereid?”
Kees Noorlander
1: https://www.jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=2333