Medische wetenschap op een hellend vlak

ds. Theo Niemeijer • 91 - 2015 • Uitgave: 16
Mijn kleindochter voelt zich al een poosje meer jongen dan meisje. Een meisje binnen haar voetbalteam had haar verteld dat zij zich liet ‘ombouwen’, waarop mijn kleindochter zei dat ze dat nooit zou doen! Toch is ze nu zo ver dat ze het wel laat doen. Ze staat onder behandeling van het Gender instituut te Amsterdam, waar de geleerden na veel onderzoeken tot de conclusie gekomen zijn dat mijn kleindochter eigenlijk een jongen is. De behandeling is begonnen met medicijnen, hormonen (testosteron), waardoor je mannelijke eigenschappen krijgt en op den duur onvruchtbaar wordt. Mijn zoon en ik, als oma zijn hier erg verdrietig over. Hoe moeten we hier als gelovigen mee omgaan? (T. P. te A.)

Antwoord:
‘Gender is niet hetzelfde als sekse. De indeling van de sekse van een persoon is simpel: iemand is een man of een vrouw. Gender betekent in hoeverre iemand door zichzelf of door anderen als mannelijk of vrouwelijk wordt gezien. Op het moment dat iemands geslacht niet overeenkomt met zijn of haar gender, spreekt men van een gender identiteitsstoornis. Vaak weten deze mensen al van jongs af aan dat ze in een ‘verkeerd lichaam’ zitten. Er zijn meisjes die liever een jongen willen zijn en vooral jongens die meisjes willen zijn. Een geslachtsbehandeling, operatie en het gebruik van hormoontabletten behoren nu tot de mogelijkheden om het probleem op te lossen. Er is nog veel kritiek vanuit de maatschappij tegen deze behandeling, waardoor in veel landen deze behandeling verboden is. Ook is er veel weerstand vanuit geloofsopvattingen.
Homoseksuele mannen en vrouwen hebben geen gender identiteitsstoornis. Zij vallen weliswaar op hetzelfde geslacht maar willen over het algemeen niet zelf van geslacht veranderen.
Een travestiet is niet hetzelfde als een transseksueel. Een travestiet is iemand die zich verkleed als het andere geslacht. Een transseksueel ie iemand die zich voelt als iemand van het andere geslacht en zich blijvend zo wil gedragen.’
Tot zover Psyonline.nl.

Ook dit onderwerp maakt ons weer duidelijk dat we in een gebroken schepping leven. Op allerlei manieren probeert de mensheid aan deze gebrokenheid te ontkomen. De medische wetenschap gaat zo ver, dat het haast op de uitspraak in Genesis 11:6 gaat lijken: ‘Dit is het begin van hun streven, nu zal niets van wat zij denken te doen voor het onuitvoerbaar blijven.’
Ook voor de medische wetenschap lijkt bijna niets meer onuitvoerbaar. Dit leidt tot situaties waarin de mensheid steeds meer zelf over dood en leven gaat heersen. Leeftijd, maatschappelijke waarde en geld, maar ook de sociale context gaan steeds meer bepalen of een behandeling plaats vindt of niet. Zo hebben we momenteel te maken met de NIPT, een ‘Niet Invasieve Prenatale Test’, die op dit moment als proef uitgevoerd wordt en waarschijnlijk volgend jaar routinematig aan alle zwangere vrouwen aangeboden wordt. Het gaat hier om een test waarbij in een zeer vroeg stadium van de zwangerschap aangetoond kan worden of het kind dat geboren zal worden het Downsyndroom heeft. Invoering van deze test in Denemarken leidde reeds tot een afname van driekwart van het aantal kinderen met Down! Kinderen met Down zijn kennelijk niet meer welkom in onze samenleving? Het gaat hier voor het eerst om een, door de overheid gestuurde, medische selectie! Straks gaat het nog om het geslacht (China!), de lengte, de kleur ogen en haren en andere kenmerken!
U begrijpt wel dat we in de medische wetenschap op een hellend vlak gekomen zijn, wat is ethisch nog verantwoord en wat niet?
Mag het ook zo zijn, dat we met een aangeboren handicap nu eenmaal door het leven moeten gaan? Moet alles behandeld en genezen worden, ook al gaan we dan de ethische grenzen voorbij?
Ik heb het gevoel dat we bij geslachtsveranderende behandelingen zo’n grens passeren en de plaats van God innemen. Berusting in een onvolmaakte leefsituatie kom je nog maar zelden tegen, terwijl de Here God juist in deze moeilijk situaties Zich krachtig kan openbaren. Tegenwoordig moet alles maakbaar en oplosbaar zijn, waarbij de mens God voorbij wil streven en Zijn plaats wil innemen.
Uw moeite met de keuze van uw kleindochter kan ik me dus heel goed voorstellen. Blijf alstublieft uw kleindochter- of zoon liefhebben en steunen. Ook al gaat zij een weg die wij niet zouden kiezen, laat haar dan niet vallen. Natuurlijk mogen we laten weten dat we het er niet mee eens zijn, maar wijs haar als kleindochter niet af. Ze zal ook een andere naam krijgen, probeer dat te respecteren, het is niet anders. Meer dan ooit heeft ze in deze situatie mensen nodig die om haar geven!


Het boek ‘De jongen die in de hemel was’, heeft grote indruk op mijn schoondochter gemaakt. Juist door het lezen van dit boek heeft zij de weg naar een gemeente gevonden waar ze binnenkort ook gedoopt zal worden. U waarschuwde voor dit boek, maar mijn schoondochter is er door gezegend. Als schoonmoeder ben ik erg dankbaar dat mijn schoondochter hierdoor de Here gevonden heeft. (T. v. Z. te B.)

Antwoord:
In mijn antwoord heb ik duidelijk willen maken dat we moeten oppassen voor allerlei buiten-Bijbelse openbaringen. Gods heeft ons de Bijbel gegeven en die vormt de basis van ons geloof. Wat de Bijbel over de hemel zegt zou genoeg moeten zijn. Bemoedigend is het wanneer de Here ook dit boek gebruikt heeft om uw schoondochter voor Hem te winnen, dat is genade! Dit wil niet zeggen dat een waarschuwing niet op zijn plaats blijft. Paulus schrijft zelfs in Galaten 1:8 ‘Ook al zouden wij of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!’ Hier wordt ons duidelijk gemaakt dat we ons dienen te houden aan Gods Woord, niet meer en niet minder!


U reageert op mijn antwoord op de vraag naar het verschil tussen Israël en de gemeente (29 mei), en zegt daarbij dat wij het ‘bruidskleed’ van Israël geroofd hebben. U meent dat Israël de bruid is en niet de kerk. (G.S. te B.)

Antwoord:
De gelovige Joden en de gelovigen uit de heidenen vormen samen de ene kudde, het ene lichaam, het ene huis, maar ook de ene bruid, die naar de Bruidegom uitkijkt!
Het grote geheimenis, waarover Paulus spreekt, is tot op de dag van vandaag nog voor veel mensen verborgen. Hier leert Paulus ons, ‘dat een man zijn vader en moeder verlaten zal om zijn vrouw aan te hangen, en die twee zullen één vlees zijn.’ Waarop Paulus zegt: ‘Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en de gemeente.’
Met ‘de Man’ bedoelt de Here Jezus Zichzelf, die Zijn Vader verlaten heeft, maar ook Zijn moeder! We zien in de evangeliën hoe de Here Jezus over Jeruzalem en over Zijn eigen volk geweend heeft en gezegd heeft dat ze Hem niet meer zouden zien tot het moment van Zijn wederkomst op aarde. Hierin zien we dat Hij ook Zijn moeder (Israël) verlaten heeft, waarop Hij zich aan de gemeente verbonden heeft om één vlees met Hem te worden!
De relatie tussen het aardse volk Israël en de Here Jezus is geen man-vrouwrelatie, maar veel meer een moeder-zoonrelatie. Bij Zijn wederkomst zal de Here Jezus dan ook niet als de bruid van Israël komen, maar als de zoon van Israël: ‘zij zullen Hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over Hem een rouwklacht aanheffen als de rouwklacht over een enig kind, zij zullen over Hem bitter leed dragen als het leed om hun eerstgeborenen’ (Zacharia 12:10).
In het Oude testament leren we dat God de Vader een ‘man-vrouwrelatie’ met het volk Israël aangaat. Vanuit deze relatie is uiteindelijk de Here Jezus geboren, die door Vader en moeder (Israël) verlaten werd en zich aan de Gemeente verbonden heeft. Straks wanneer de Here Jezus, de hemelse Bruidegom Zijn gemeente, de bruid tot Zich zal roepen, pakt de Here God de draad met Zijn verbondsvolk Israël weer op en zal de relatie tussen God de Vader en Israël ook weer hersteld worden. Israël wordt dus de ‘vrouw van God de Vader’ genoemd, maar de gemeente de bruid van Christus. ‘Bruid’ spreekt van iets nieuws, terwijl ‘vrouw’ met een bestaande situatie te maken heeft.

Theo Niemeijer