Mashiach

Gieneke van Veen-Vrolijk • 83 - 2007 • Uitgave: 9/10
MASHIACH



Wij hebben de Messias gevonden …!




Het thema van dit Zoeklicht-nummer - discipelschap gericht op Jezus’ wederkomst - bepaalt ons bij de concrete vraag: Wie wij als discipel volgen en verwachten. Elke wedergeboren christen die de Here Jezus als persoonlijke Zaligmaker kent, beantwoordt deze vraag door te wijzen op die éne Naam tot behoud: Jezus Christus (Hand. 4:12). De zo dierbare naam ‘Jezus’ betekent ‘Verlosser’, maar wat houdt ‘Christus’ eigenlijk in? ‘Christus’ wordt vaak opgevat als eigennaam, maar het is de titel ‘Messias’ van de Here Jezus, waarmee Zijn bediening en taak werd/wordt aangeduid.



‘Christus’ is de vertaling van het woord ‘Messias’ dat letterlijk ‘gezalfde’ betekent. ‘Messias’ is de Nederlandse vorm van het Hebreeuwse woord ‘Mashiach’ (uitspraak: masjiéag). ‘Mashiach’/messias is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord ‘mashach’ dat betekent: zalven, bestrijken, met olie overgieten, inwijden, wijden.

Het Hebreeuwse woord ‘mashiach’/messias werd in het Grieks vertaald met ‘christos’, waaruit het Nederlandse ‘Christus’ voortkomt.



Dit werkwoord ‘mashach’/zalven/olie gieten werd gebruikt met betrekking tot personen en voorwerpen. ‘Mashach’/zalven komt vooral voor in de beschrijving van de inwijding van de Tabernakel en het priesterschap (Ex. 28, 29) en de inwijding van de Tempel (1Kon. 5-8).

Het werkwoord ‘mashach’ is een symbolische handeling waardoor een persoon of gebruiksvoorwerp werd afgezonderd en bestemd voor een bepaalde functie en taak. Zo is ‘mashach’/zalven uitdrukking van bestemming vóór en toewijding áán een bepaalde bediening.

Koningen werden zo ingewijd (1Sam. 16:3, 12); soms een profeet (1Kon. 19:16b). Ook het heiligdom van God werd door zalving ingewijd (Ex. 30:26; 40:9-11).

Priesters werden gezalfd (Ex. 28:41; 29:7, 29, 36; 30:30; 40:13), zoals ook beschreven in Psalm 133. Hiermee werden zij ingewijd en afgezonderd voor hun bijzondere bediening voor God.



Het van ‘mashach’/zalven afgeleide woord ‘mashiach’/gezalfde/Messias duidt zo op iemand die door deze symbolische zalving van Godswege is bestemd voor een door Hem gegeven bediening, zoals dat vooral bij de priesters het geval was. Hun bijzondere bediending was de offerdienst.

Zowel de Tora als profeten leren dat de priester- en offerdienst een profetische heenwijzing is naar de grote Hogepriester, Jezus, voorbestemd om Zichzelf als offer te geven voor verloren zondaren. We ontdekken zo dat ‘Mashiach’/Messias een door God gegeven eretitel van de Here Jezus is.



In Jezus’ tijd verwachtte men de komst van de ‘Mashiach’/Messias/Gezalfde. Helaas hoopten veel Joden toen op een politieke verlosser die hen zou bevrijden van het juk van de Romeinse onderdrukking. Toch waren er ook anderen die uitzagen naar de ‘Mashiach’/Messias zoals die werd beschreven in de Tora (Wet) en de Profeten.

De ‘Mashiach’/Gezalfde kwam als het Lam Gods… getuigde Johannes de Doper (Joh. 1:29, 36). Dit getuigenis maakte twee van zijn discipelen (discipel: leerling) tot volgelingen van Jezus (Joh. 1:35 50). Eén van hen was Andreas, broer van Simon-Petrus. Hij herkende en identificeerde Jezus als de Messias en jubelde het uit: “Wij hebben de Mashíach/Gezalfde/Messias gevonden… de Christus…!” (vers 42).

Andreas leiddde broer Simon tot Jezus. Later getuigde Filippus tegenover Nathanaël dat ook hij Jezus herkende als “…van Wie Mozes in de Wet heeft geschreven en de profeten…” (vers 46). Geen andere ‘Mashiach’/Messias dan Die van de Schrift!

De ‘Mashiach’/Messias van de Bijbel vinden en volgen maakt ons tot Zijn kind om Hem te dienen hier en nu. Tegelijkertijd kijken wij als discipel van de Messias verwachtingsvol uit naar Zijn aangekondigde wederkomst. Maar ondertussen?

Andreas leert ons het getuigenis van een Jezus-discipel: “Wij hebben de Messias gevonden…!” Zegt het voort.



Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk