Maria en Israël

Jan van Barneveld • 91 - 2015 • Uitgave: 25/26
Als jong meisje heeft Maria heel wat meegemaakt. Ze werd hartelijk en zelfs respectvol begroet door een engel met een belangrijke boodschap. Daarna werd ze op een heilige, bovennatuurlijke manier zwanger. Ze logeerde zo’n drie maanden bij bejaarde familie, Zacharias en Elisabeth. Maria sprak, toen ze Elisabeth ontmoette, een profetische lofzang.
Rondom de geboorte haar Zoon, de Here Jezus, waren er verschillende profetische uitspraken. We onderzoeken aan de hand van haar lofzang de mogelijkheid of Maria wellicht een type is van Israël in de eindtijd.


Maria was ondertrouwd met Jozef, een timmerman (aannemer?) uit het geslacht van David. Volgens uitleggers was ze toen nauwelijks 18 jaar. Opeens kwam de engel Gabriël binnen en groette haar: ‘Wees gegroet, begenadigde, de Here is met u’ (Lucas 1:28). Toen Gabriël de priester Zacharias bezocht, die bezig was met het reukoffer in de tempel, werd Zacharias erg bang. Toen Gabriël aan Daniël verscheen viel deze geschrokken neer (Daniël 8:16-18). Maria reageerde vrij nuchter en dacht erover na wat de engel bedoelde met die aparte groet. Gabriël legde haar uit dat ze door ‘de kracht van de Allerhoogste’ zwanger zou worden. Gehoorzaam en met een kinderlijk geloof accepteerde zij Gods boodschap. ‘De dienstmaagd van de Here,’ zei Maria nederig.
Ze vertrok onmiddellijk naar familie in Judea. Toen Maria het huis van Zacharias binnenging hoefde zij Elisabeth niets uit te leggen. De Heilige Geest en haar zoontje Johannes, ze was toen zes maanden zwanger, hadden dat al gedaan. Elisabeth sprak een zegenwens uit, een bemoediging voor Maria en een profetisch geladen boodschap. Ze bleef zo’n drie maanden. Toen was Elisabeth ‘uitgerekend’ en Maria ging naar huis. Misschien heeft ze de bevalling van de kleine Johannes nog meegemaakt.
Toen Jozef merkte dat Maria zwanger was, wilde hij in stilte scheiden. Zo zou hij de smaad omdat ze was ‘vreemd gegaan’ op zich nemen. Een engel van de Here verscheen hem in een droom en legde de situatie uit. Zo heeft de Heilige Geest het ‘probleem Jozef’ opgelost. Ze trouwden en zes maanden later was het eerste ‘Kerstfeest’ in Bethlehem.

Vol profetie
De hele entourage rond de geboorte van de Here Jezus is vol profetie over Gods machtige hand over Israël, Zijn volk:
• Het begint met de engel Gabriël in zijn boodschap aan Maria: ‘De Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven en Hij zal als Koning over het huis van Jakob heersen…’ (Lucas 1:32,33). Dat was precies waarop de apostelen hoopten. Vandaar dat zij vlak na de opstanding van de Heer vroegen: ‘Here, herstelt U in deze tijd het koningschap voor Israël?’ (Handelingen 1:6).
• Vervolgens het slot van de lofzang van Maria: ‘Hij heeft Zich Israël, Zijn knecht, aangetrokken… voor Abraham en zijn nageslacht’ (Lucas 1:54,55). De beloften aan Abraham worden vervuld.
• Vervolgens de priester Zacharias, de vader van Johannes de Doper. Toen hij weer kon spreken na negen maanden stom geweest te zijn, was het eerste wat hij sprak een lofprijs en een profetie over Jezus en Johannes. Over Jezus zei hij: ‘…dat Hij ons (= Israël) zou geven zonder vrees uit de hand van onze vijanden verlost, Hem te dienen.’ En: ‘…om ons te redden van onze vijanden’ (Lucas 1:74,75,71).
• Dan de herders in Bethlehem: ‘Vrede op aarde’ hoorden zij het engelenkoor zeggen. Welke vrome Israëliet zou dan niet denken aan Jesaja 2: ‘Zij zullen de oorlog niet meer leren’ (vers 4).
• De engel van de Here tegen Jozef: ‘Hij is het die Zijn volk zal redden van hun zonden’ (Matteüs 1:21).
• Ten slotte de oude profeet Simeon in de tempel tegen Jozef en Maria. Hij profeteerde over Jezus: ‘Licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël’ (Lucas 2:32).

Veel van deze prachtige profetieën moeten nog vervuld worden: de heerlijkheid voor Israël; de redding van Israëls vijanden; het koningschap voor Israël en beloften aan Abraham. Met de apostelen vragen wij: “Here, gaat dat in deze tijd gebeuren?”
We vroegen ons ook af of Maria misschien een profetisch type van Israël in de eindtijd zou zijn.

Maria als type van Israël
Twee overeenkomsten tussen Israël en Maria vallen onmiddellijk op. Allereerst stelt Maria zich gehoorzaam op als ‘dienstmaagd van de Here’. Ook Israël wordt én in het Oude Testament én in het Nieuwe Testament op veel plaatsen als ‘knecht van de Here’ aangeduid. Maria zelf zegt: ‘HIJ heeft Zich Israël zijn knecht aangetrokken’ (Lucas 1:54).
De belangrijkste taak van deze knecht van de Here is het voortbrengen van de Messias. Zijn eerste komst vieren we nu. Paulus zegt echter: ‘De Verlosser zal uit Sion komen’ (Romeinen 11:26). Eerst ‘komt Hij als Verlosser voor Sion’ (Jesaja 59:20). Ook Maria heeft als ‘dienstmaagd van de Here’ de Verlosser mogen dragen en voortbrengen. Op grond van genoemde profetie van Paulus is Israël nu weer als knecht van de Here ‘in verwachting’ van de Messias.
We wagen nu een poging om in dit verband profetische elementen in de lofzang van Maria te ontdekken. Het valt op dat zij ‘de lage staat van Zijn dienstmaagd’ zo benadrukt. En in deze tijd: ‘Hoogmoedigen verstrooid’ en ‘machtigen van de troon gestoten.’ We zien hoe Israël hooghartig veracht wordt door moslims, maar ook door Westerse leiders. Hoe Westerse leiders niet ophouden met Israël onder druk te zetten om maar toe te geven aan de Palestijnse bezetters van Judea en Samaria (de bergen van Efraïm) en de Strook van Gaza.
Door de geraffineerde anti-Israëlcampagnes is Israël voor veel landen een paria onder de naties geworden. De profeet Zacharia duidt op deze situatie als hij zegt: ‘Zoals jullie onder de volken een vervloeking bent geweest, o huis van Juda en huis van Israël, zo zullen jullie, doordat IK u heil schenk, een zegen worden’ (Zacharia 8:13). God is bezig de ‘vervallen hut van David weer op te bouwen… opdat het overige deel van de mensen de Here (zal) zoeke(n)’ (Handelingen 15:16-18). De komende Koning zal al die hoogmoedige wereldleiders en machtigen van hun tronen stoten en dan ‘zal een Koning regeren in gerechtigheid en vorsten zullen heersen naar het recht’ (Jesaja 32:1).
Ook dat is een hoop die van Kerstfeest uitgaat. We leven in de tijd van de komende Messias en Zijn Koninkrijk.

Maria, Israël en wij
Maria verheugde zich omdat de HERE omgezien heeft naar haar ‘lage staat’. Ook zal de HERE Zijn verachte volk zegenen, want ‘Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. Volken zullen opgaan naar uw licht en koningen naar uw stralende opgang’ (Jesaja 60:1-3). Ook wij, wij zullen de heerlijkheid van de Here weerspiegelen. Wat een genade!

Jan van Barneveld