Madonna van Stalingrad
Licht, leven, liefde
Kerst 1942. Stalingrad. Het grote leger van Hitler is ingesloten, 300.000 man. Omsingeld door het Russische leger. Het is een zware strijd. De ellende, het lijden is onbeschrijflijk. Duizenden gewonden liggen onverzorgd, ze bevriezen en verhongeren. Hitler heeft beloofd hen te redden, maar het zijn holle leuzen. Kurt Reuber, predikant, legerarts, kunstenaar, wil iets doen voor zijn kameraden, maar hij kan geen "passende woorden" vinden in deze Kersttijd, in de hel van Stalingrad. Dan laat hij zijn tekenpen spreken en er ontstaat de "Madonna van Stalingrad".
Zijn grote voorbeeld was Albert Schweizer, de "oerwouddokter" uit Lambarene, Afrika. Zijn hart gaat uit naar mensen in nood. Kurt Reuber groeit op in een gelovig gezin, en na zijn studie theologie wordt hij in 1934 predikant in Wichmannshausen, Duitsland. Naast zijn werk in de gemeente studeert hij medicijnen in Gottingen en doet zijn artsexamen in 1939. Zijn doel is bereikt: arts zijn en zielzorger. Vanuit Afrika schrijft Albert Schweizer hem: `De grote vraag voor u is: predikant blijven of arts? Als het nog voor de oorlog zou zijn (Schweizer bedoelt daarmee de Eerste Wereldoorlog) dan zou ik zeggen: arts, maar nu het zo nodig is dat er mensen zijn die met een vurige wil en een brede horizon in de kerk werken, zeg ik liever: in de kerk blijven. Ik zie u helemaal in het christelijk-menselijke opgaan!
— Ach, het idee, u eenmaal als arts hier (in Afrika) te hebben, lijkt me op zich genomen geweldig. Maar u moet proberen uw leven te verliezen (naar het woord van Jezus `Wie zijn leven verliest om mijnentwil, die zal het vinden' — Matth. 10:39). Kurt Reuber blijft zijn gemeente trouw, maar al snel zal de vraag "predikant zijn of arts" opgelost worden.
Hij volgt de raad van zijn vriend Albert Schweizer op en blijft op zijn post in de kerk, ook in Hitlerduitsland. Al vanaf het begin onderkent hij het karakter van de bruine dictatuur, met zijn maatregelen tegen de kerk en tegen de Joden. Hij maakt van zijn overtuiging geen geheim en hij heeft de moed om vanaf de kansel en in zijn gemeentewerk kritisch positie te kiezen en aan de kerkstrijd deel te nemen. Dan wordt hem deze taak uit handen genomen. In januari 1940 wordt hij ingezet als legerarts bij de troepen van Hitler en vertrekt hij naar het Oosten.
Zoveel als in zijn vermogen ligt probeert hij het leed te verzachten van ieder die op zijn pad komt. Voor zijn soldaten houdt hij dagelijks morgenwijdingen en verzorgt hij kerkdiensten. Althans voor zover mogelijk vanwege de oorlogsverrichtingen. Als de aanval op Rusland begint in juni 1941 is hij erbij. Het doel is de vernietiging van het "Joodse Bolsjewisme". Kurt Reuber ervaart dit alles als een bewijs van de demonie van het Nazi-regime. Hij is een soldaat zonder vijandsbeeld. Hij helpt zowel zijn eigen soldaten als de Russische bevolking. En hij is geliefd bij beide. Zijn soldaten gaan voor hem door het vuur, hij is altijd bij hen in de voorste linies te vinden. Werkt dag en nacht in het veldlazaret. Zonder de nodige medicijnen en andere medische hulpmiddelen. Daar herinnert hij zichzelf aan Albert Schweizer "die in het oerwoud is en ook niet meer heeft dan wij hier — en hij maakt toch mensen gezond".
Ook bij de burgerbevolking maakt hij zich zeer geliefd. Altijd als hij hen opzoekt in hun armoedige hutjes neemt hij zijn schetsboek mee. Ontroerend zijn de portretten die hij heeft gemaakt van vrouwen, kinderen en oude mannen. Hij helpt bij de geboorte van baby's, terwijl hun vaders als soldaten aan de andere kant van het front vechten.
Dan wordt het Duitse leger een halt toegebracht. Bij Stalingrad worden ze omsingeld en de situatie is hopeloos. In die ellende moeten de soldaten Kerst vieren. De geboorte van Jezus Christus, Vrede op aarde. De predikant Kurt Reuber vindt geen woorden om zijn manschappen te troosten. Dan neemt de kunstenaar Kurt Reuber het over. De madonna van Stalingrad ontstaat. In een brief aan zijn vrouw lezen we erover: "Ik heb er lang over nagedacht wat ik zal schilderen voor mijn kameraden, om hen echte vreugde te bereiden. Ik ben gekomen op een "madonna", een moeder met kind.
Mijn kleine leemhut werd veranderd in een atelier. Als ondergrond heb ik een Russische landkaart genomen om daar de tekening op te maken. Ik kan je niet zeggen hoe dit werk aan de madonna me heeft aangegrepen. Het beeld ziet er zo uit: kind en moederhoofd naar elkaar toegebogen, door een grote doek omsloten. Geborgenheid van moeder en kind. De woorden uit het Johannesevangelie kwamen bij me in herinnering: licht, leven, liefde. Als je aan onze situatie denkt in deze donkerheid, door dood en haat omgeven — en ons verlangen naar licht, leven en liefde, dat zo oneindig groot is in ieder van ons!... Die woorden zijn het symbool van wat uiterlijk zo weinig aanwezig is, en van wat tenslotte slechts in ons innerlijk geboren kan worden."
Kurt Reuber omlijst zijn tekening met de woorden: 1942 Kerst in de omsingelde vesting Stalingrad, licht, leven, liefde. Volgens de kunstenaar zelf is Jezus Christus in deze tekening aanwezig. Hij zegt: "Ik ben het licht der wereld, wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben (Joh. 8:12), Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven (Joh. 11:25), God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem (1 Joh. 16b)". En die indruk moet het ook op zijn kameraden gemaakt hebben. "Toen ik de deur van onze bunker open deed en de kameraden binnen kwamen, stonden ze als in een ban, aandachtig en ontroerd zwijgend naar het beeld aan de lemen wand te kijken. De hele Kerstviering stond in het teken van dit beeld en diep in gedachten lazen ze de woorden licht, leven, liefde." Zo staat te lezen in de brief aan zijn vrouw Martha. De prediker met de tekenstift wil met deze houtskooltekening zijn kameraden een vreugde bereiden. Hij wil troost en hoop geven temidden van donkerheid, dood en haat. De madonna van Stalingrad brengt de kameraden van Kurt Reuber de boodschap dat ze midden in de hel van Stalingrad in Gods liefde geborgen zijn, zoals het kind in de armen van zijn moeder.
Met één van de laatste vliegtuigen die uit Stalingrad richting Duitsland vertrekken, kunnen gewonde soldaten mee. Onder hen bevindt zich één van Kurt Reubers kameraden. Hij neemt de tekening mee naar de vrouw van Reuber, Martha. En de eerste jaren zal het beeld in de pastorie van Wichmannshausen hangen. Daar krijgt Martha na jarenlange onzekerheid over het lot van haar man, de tijding dat hij in het voorjaar van 1944 overleden is in het Russische krijgsgevangenenkamp Jelabuga. Hij is 38 jaar geworden.
Bij zijn overlijdensbericht in januari 1946 vat Martha het leven van haar man treffend samen:'hij heeft zijn leven ingezet om de haat van de oorlog bij vriend en vijand te veranderen door helpende liefde'. Boven de overlijdensadvertentie zet zij de tekst uit Psalm 139:8, die hij in één van zijn brieven uit Rusland gebruikt had:'of maakte ik het dodenrijk tot mijn sponde — Gij zijt er'.
Na vele omwegen krijgt de tekening een plaats in de Kaiser-Wilhelm-Gediichtnis-Kirche aan de Kurfurstendamm in Berlijn. Ook hangt er, als teken van verzoening, een kopie in de Kathedraal van Coventry in Engeland, die in de oorlog verwoest werd. Tenslotte gaat er in mei 1995 een delegatie van de Evangelische Kirche van Berlijn-Brandenburg naar Wolgograd (voormalig Stalingrad) om daar eveneens een kopie van de Stalingrad-madonna aan te bieden. Deze hangt er sindsdien in een kleine kerkzaal van de "kathedraal", die oorspronkelijk in het bezit was van de Wolgaduitse Hernhutter Broedergemeente. Deze kerk is één van de zeer weinige gebouwen van Wolgograd, die niet in de oorlog verwoest zijn. En zo is deze tekening van vrede en verzoening, met als middelpunt Jezus Christus, die midden in de slag om Stalingrad door Kurt Reuber gemaakt is, weer terug gekeerd naar de plaats waar hij ontstaan is. Als bron van inspiratie voor ons allen.
Marianne Glashouwer-van der Lugt
Kerst 1942. Stalingrad. Het grote leger van Hitler is ingesloten, 300.000 man. Omsingeld door het Russische leger. Het is een zware strijd. De ellende, het lijden is onbeschrijflijk. Duizenden gewonden liggen onverzorgd, ze bevriezen en verhongeren. Hitler heeft beloofd hen te redden, maar het zijn holle leuzen. Kurt Reuber, predikant, legerarts, kunstenaar, wil iets doen voor zijn kameraden, maar hij kan geen "passende woorden" vinden in deze Kersttijd, in de hel van Stalingrad. Dan laat hij zijn tekenpen spreken en er ontstaat de "Madonna van Stalingrad".
Zijn grote voorbeeld was Albert Schweizer, de "oerwouddokter" uit Lambarene, Afrika. Zijn hart gaat uit naar mensen in nood. Kurt Reuber groeit op in een gelovig gezin, en na zijn studie theologie wordt hij in 1934 predikant in Wichmannshausen, Duitsland. Naast zijn werk in de gemeente studeert hij medicijnen in Gottingen en doet zijn artsexamen in 1939. Zijn doel is bereikt: arts zijn en zielzorger. Vanuit Afrika schrijft Albert Schweizer hem: `De grote vraag voor u is: predikant blijven of arts? Als het nog voor de oorlog zou zijn (Schweizer bedoelt daarmee de Eerste Wereldoorlog) dan zou ik zeggen: arts, maar nu het zo nodig is dat er mensen zijn die met een vurige wil en een brede horizon in de kerk werken, zeg ik liever: in de kerk blijven. Ik zie u helemaal in het christelijk-menselijke opgaan!
— Ach, het idee, u eenmaal als arts hier (in Afrika) te hebben, lijkt me op zich genomen geweldig. Maar u moet proberen uw leven te verliezen (naar het woord van Jezus `Wie zijn leven verliest om mijnentwil, die zal het vinden' — Matth. 10:39). Kurt Reuber blijft zijn gemeente trouw, maar al snel zal de vraag "predikant zijn of arts" opgelost worden.
Hij volgt de raad van zijn vriend Albert Schweizer op en blijft op zijn post in de kerk, ook in Hitlerduitsland. Al vanaf het begin onderkent hij het karakter van de bruine dictatuur, met zijn maatregelen tegen de kerk en tegen de Joden. Hij maakt van zijn overtuiging geen geheim en hij heeft de moed om vanaf de kansel en in zijn gemeentewerk kritisch positie te kiezen en aan de kerkstrijd deel te nemen. Dan wordt hem deze taak uit handen genomen. In januari 1940 wordt hij ingezet als legerarts bij de troepen van Hitler en vertrekt hij naar het Oosten.
Zoveel als in zijn vermogen ligt probeert hij het leed te verzachten van ieder die op zijn pad komt. Voor zijn soldaten houdt hij dagelijks morgenwijdingen en verzorgt hij kerkdiensten. Althans voor zover mogelijk vanwege de oorlogsverrichtingen. Als de aanval op Rusland begint in juni 1941 is hij erbij. Het doel is de vernietiging van het "Joodse Bolsjewisme". Kurt Reuber ervaart dit alles als een bewijs van de demonie van het Nazi-regime. Hij is een soldaat zonder vijandsbeeld. Hij helpt zowel zijn eigen soldaten als de Russische bevolking. En hij is geliefd bij beide. Zijn soldaten gaan voor hem door het vuur, hij is altijd bij hen in de voorste linies te vinden. Werkt dag en nacht in het veldlazaret. Zonder de nodige medicijnen en andere medische hulpmiddelen. Daar herinnert hij zichzelf aan Albert Schweizer "die in het oerwoud is en ook niet meer heeft dan wij hier — en hij maakt toch mensen gezond".
Ook bij de burgerbevolking maakt hij zich zeer geliefd. Altijd als hij hen opzoekt in hun armoedige hutjes neemt hij zijn schetsboek mee. Ontroerend zijn de portretten die hij heeft gemaakt van vrouwen, kinderen en oude mannen. Hij helpt bij de geboorte van baby's, terwijl hun vaders als soldaten aan de andere kant van het front vechten.
Dan wordt het Duitse leger een halt toegebracht. Bij Stalingrad worden ze omsingeld en de situatie is hopeloos. In die ellende moeten de soldaten Kerst vieren. De geboorte van Jezus Christus, Vrede op aarde. De predikant Kurt Reuber vindt geen woorden om zijn manschappen te troosten. Dan neemt de kunstenaar Kurt Reuber het over. De madonna van Stalingrad ontstaat. In een brief aan zijn vrouw lezen we erover: "Ik heb er lang over nagedacht wat ik zal schilderen voor mijn kameraden, om hen echte vreugde te bereiden. Ik ben gekomen op een "madonna", een moeder met kind.
Mijn kleine leemhut werd veranderd in een atelier. Als ondergrond heb ik een Russische landkaart genomen om daar de tekening op te maken. Ik kan je niet zeggen hoe dit werk aan de madonna me heeft aangegrepen. Het beeld ziet er zo uit: kind en moederhoofd naar elkaar toegebogen, door een grote doek omsloten. Geborgenheid van moeder en kind. De woorden uit het Johannesevangelie kwamen bij me in herinnering: licht, leven, liefde. Als je aan onze situatie denkt in deze donkerheid, door dood en haat omgeven — en ons verlangen naar licht, leven en liefde, dat zo oneindig groot is in ieder van ons!... Die woorden zijn het symbool van wat uiterlijk zo weinig aanwezig is, en van wat tenslotte slechts in ons innerlijk geboren kan worden."
Kurt Reuber omlijst zijn tekening met de woorden: 1942 Kerst in de omsingelde vesting Stalingrad, licht, leven, liefde. Volgens de kunstenaar zelf is Jezus Christus in deze tekening aanwezig. Hij zegt: "Ik ben het licht der wereld, wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben (Joh. 8:12), Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven (Joh. 11:25), God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem (1 Joh. 16b)". En die indruk moet het ook op zijn kameraden gemaakt hebben. "Toen ik de deur van onze bunker open deed en de kameraden binnen kwamen, stonden ze als in een ban, aandachtig en ontroerd zwijgend naar het beeld aan de lemen wand te kijken. De hele Kerstviering stond in het teken van dit beeld en diep in gedachten lazen ze de woorden licht, leven, liefde." Zo staat te lezen in de brief aan zijn vrouw Martha. De prediker met de tekenstift wil met deze houtskooltekening zijn kameraden een vreugde bereiden. Hij wil troost en hoop geven temidden van donkerheid, dood en haat. De madonna van Stalingrad brengt de kameraden van Kurt Reuber de boodschap dat ze midden in de hel van Stalingrad in Gods liefde geborgen zijn, zoals het kind in de armen van zijn moeder.
Met één van de laatste vliegtuigen die uit Stalingrad richting Duitsland vertrekken, kunnen gewonde soldaten mee. Onder hen bevindt zich één van Kurt Reubers kameraden. Hij neemt de tekening mee naar de vrouw van Reuber, Martha. En de eerste jaren zal het beeld in de pastorie van Wichmannshausen hangen. Daar krijgt Martha na jarenlange onzekerheid over het lot van haar man, de tijding dat hij in het voorjaar van 1944 overleden is in het Russische krijgsgevangenenkamp Jelabuga. Hij is 38 jaar geworden.
Bij zijn overlijdensbericht in januari 1946 vat Martha het leven van haar man treffend samen:'hij heeft zijn leven ingezet om de haat van de oorlog bij vriend en vijand te veranderen door helpende liefde'. Boven de overlijdensadvertentie zet zij de tekst uit Psalm 139:8, die hij in één van zijn brieven uit Rusland gebruikt had:'of maakte ik het dodenrijk tot mijn sponde — Gij zijt er'.
Na vele omwegen krijgt de tekening een plaats in de Kaiser-Wilhelm-Gediichtnis-Kirche aan de Kurfurstendamm in Berlijn. Ook hangt er, als teken van verzoening, een kopie in de Kathedraal van Coventry in Engeland, die in de oorlog verwoest werd. Tenslotte gaat er in mei 1995 een delegatie van de Evangelische Kirche van Berlijn-Brandenburg naar Wolgograd (voormalig Stalingrad) om daar eveneens een kopie van de Stalingrad-madonna aan te bieden. Deze hangt er sindsdien in een kleine kerkzaal van de "kathedraal", die oorspronkelijk in het bezit was van de Wolgaduitse Hernhutter Broedergemeente. Deze kerk is één van de zeer weinige gebouwen van Wolgograd, die niet in de oorlog verwoest zijn. En zo is deze tekening van vrede en verzoening, met als middelpunt Jezus Christus, die midden in de slag om Stalingrad door Kurt Reuber gemaakt is, weer terug gekeerd naar de plaats waar hij ontstaan is. Als bron van inspiratie voor ons allen.
Marianne Glashouwer-van der Lugt