Machtigen worden van hun troon gestoten

Feike ter Velde • 92 - 2016 • Uitgave: 19
Wat niet makkelijk voor te stellen was gebeurde, namelijk het verdrijven van dictators in allerlei landen. Natuurlijk kenden we al langere tijd het verdwijnen van de Sovjet-dictatuur na Michail Gorbatsjov, nu 25 jaar geleden, maar de afgelopen tijd kwam alles in een stroomversnelling. Machtige alleenheersers kwamen aan hun einde. Gehoopt werd op betere tijden, op meer democratie, maar dat valt behoorlijk tegen. Een tussenbalans.

Eerder schreef ik hier over de politieke verzwakking van de Verenigde Staten en de toekomstige gevolgen daarvan voor Europa en haar vrijheid. Tegelijkertijd maken we mee dat vastgeroeste dictators oppositie in hun land zien ontstaan en zien toenemen. In verschillende landen betekende dit het einde van hun dictatuur.
In de Arabische landen werd dit de Arabische Lente genoemd, een aanduiding die voortkwam uit een optimistische verwachting dat in die islamitische landen van het Midden-Oosten eindelijk democratisch bestuur zou komen. Te beginnen in Egypte. Na de omwenteling in Tunesië begonnen de opstanden in verschillende steden van Egypte tegen het dictatoriale bewind van president Hosni Mubarak. De eerste geluiden waren positief. Democratisch en Westers georiënteerde studenten gaven min of meer leiding aan de eerste demonstraties. Zij werden geïnterviewd door tv-journalisten en spraken van hoop op een goede afloop.

De Moslimbroederschap in Egypte
De grootste politieke beweging van het land, de Moslimbroederschap, onder Mubarak een verboden partij, hield zich in alle rumoer van de demonstraties tegen Mubarak, op de achtergrond. Als enige politieke groepering was zij echter goed georganiseerd. Zij had het op dat moment niet nodig aan de demonstraties deel te nemen, maar hield op afstand de gebeurtenissen nauwlettend in de gaten.
Toen het politieke vacuüm steeds groter werd besloot men over te gaan op vrije verkiezingen. Dat was het uitgelezen moment voor de Moslimbroederschap om voor de dag te komen. Zij was immers de grootste politieke beweging die zich jaren geleden al tegen dictator Mubarak had gekeerd en daardoor een verboden organisatie werd. Maar het volk was dat niet vergeten. Met applaus deed de Broederschap weer haar intrede in de Egyptische samenleving en won de verkiezingen glansrijk. Nu had zij haar plaats in de samenleving op democratische wijze verkregen.
Israël hield zijn hart vast. Want dit was een enorme steun in de rug van de terreurorganisatie Hamas in Gaza. Zij konden nu direct worden bevoorraad, bewapend en actief gesteund door Egypte. De leuze van de Moslimbroederschap is: ‘Allah is ons doel, de Koran is onze grondwet, de Profeet onze leider, de jihad onze weg, en sterven voor Allah onze hoogste aspiratie.’
Hun leider, Mohammed Morsi, zette onmiddellijk de toon, zodat de wereld zou weten hoe zijn politieke programma eruit zou zien. Hij trok alle macht naar zich toe, zoals we dat, zij het op subtielere wijze, nu ook zien bij bijvoorbeeld Poetin in Rusland en Erdogan in Turkije. Het Egyptische leger zette Morsi, na enkele jaren van chaotisch bestuur, echter af en bracht hem voor de rechter. Tot tweemaal toe is hij ter dood veroordeeld. Of dit ook echt zal gebeuren blijft voorlopig een vraag.

Verdwenen ‘vrienden’
Dat dit andere dictators ook kan overkomen is niet ondenkbaar. De mislukte couppoging van onlangs door een deel van het leger in Turkije is er wel een signaal van. Hoe loyaal zijn en blijven de andere legeronderdelen als Erdogan doorgaat op de weg van een dictator? Hij schuift alle verworvenheden van Atatürk terzijde ten gunste van een fundamentalistische islamitische staat. Dat kan nog lang goed gaan, maar het kan ook zo afgelopen zijn. Ook andere islamitische dictators ondergingen dat lot. Het Turkse volk lijkt nu in grote mate kritiekloos achter zijn leider te staan, maar dat kan ook veranderen.
Ook Poetin in Rusland is zich bewust van het gevaar voor zijn positie. Beide politieke leiders met dictatoriale trekken bewandelen het pad naar de alleenheerschappij met opvallende voorzichtigheid.
Hoewel op verschillende manieren, maar de laatste tijd moesten tal van dictators het veld ruimen. Viktor Janoekovitsj in Oekraïne moest weg en vluchtte naar Rusland; Saddam Hoessein sloeg ook op de vlucht en werd later ontredderd gevonden in een droge waterput. Hij kwam om door de strop. Khadaffi van Libië had ook niet gedacht aan zijn onttroning en kwam op zijn vlucht bloedig om het leven. De volgende is natuurlijk Assad van Syrië, door Rusland nog steeds angstvallig in het zadel gehouden. Valt hij straks weg dan houdt Poetin nóg minder vrienden over in het buitenland.

Poetins privéleger
Niet voor niets brengt Poetin ingrijpende veranderingen aan in de Russische strijdkrachten. De Russische veiligheidsdiensten en de binnenlandse troepen heeft hij onlangs in één legeronderdeel samengebracht: de Nationale Garde, waarvan hij nu zelf aan het hoofd staat.
Tegenstanders van Poetin spreken van zijn eigen privéleger, opgericht uit angst voor een mogelijke afzetting in de toekomst. De ex-bodyguard van Poetin, Viktor Zolotov, is inmiddels aangesteld tot hoofd van de Binnenlandse strijdkrachten. Poetin zoekt naar een verdere versteviging van zijn positie om bij eventuele volksdemonstraties en opstanden tegen zijn bewind, zoals in de Arabische landen en de Oekraïne waar dictators werden weggejaagd, hard te kunnen ingrijpen.
We moeten veronderstellen dat deze acties van Vladimir Poetin duiden op een verzwakking van zijn positie en van zijn gezag. Een privéleger kan in precaire situaties aan de dictator bescherming bieden. Iedere dictator streeft er dan ook naar: een privéleger voor bange tijden!

Levensgevaarlijk dictators
De wereld kent tal van meedogenloze dictators. In Noord-Korea is de Kim-familie natuurlijk heel berucht. Nu hebben we de derde op rij die daar de scepter zwaait: Kim Jong-un. Er zijn ongeveer tweehonderdduizend politieke gevangenen in het land en er heerst een totalitaire onderdrukking. Het wachten is daar op betere tijden, maar die lijken ver weg.
Vroeger hadden we in Europa natuurlijk ook Franco in Spanje (1936-1975), die naar schatting bijna vierhonderdduizend mensen liet ombrengen. Idi Amin, president van Oeganda (1971-1979), bracht naar schatting driehonderdduizend mensen om. Laten we ook Mao Zedong (1949-1976) niet vergeten, wiens beleid aan naar schatting zestigmiljoen mensen het leven kostte. De lijst wordt misschien wel aangevoerd door Joseph Stalin (1924-1953), die dertigmiljoen mensenlevens op zijn naam heeft staan. Daarbij is Pol Pot van Cambodja (1975-1979) nog maar een beginneling. Zijn dictatuur kostte aan drie miljoen mensen het leven.

Ons gebed ‘Uw Koninkrijk kome…’ krijgt in dit licht een veel diepere dimensie. De wereld is een gevaarlijke plaats. Maar straks komt Hij, van wie door Zijn moeder Maria al werd gezegd dat Hij ‘machtigen van de troon zou stoten’ (Lucas 1:52).

Feike ter Velde