Maar wat doet ú? - Spreuken 9:2,3 (I)

Els ter Welle • 91 - 2015 • Uitgave: 18
‘Wijsheid geeft een feest. Ze heeft het vlees gebraden, de wijn staat klaar en de tafel is gedekt. Ze heeft haar dienaressen naar de stad gestuurd. Die moeten de mensen uitnodigen’ (Spreuken 9:2,3 BIGT).

De Wijsheid heeft Zelf een prachtig feestmaal bereid, zij heeft het niet aan een ander overgelaten. Nu alles klaar is, stuurt ze haar dienaressen uit om iedereen uit te nodigen.

Ik vind dit zo bijzonder. De Here Jezus die de Wijsheid is, heeft alles voor ons volbracht en bereid aan het kruis. Hij heeft Zijn lichaam en bloed voor ons gegeven. Alles is gereed in het vaderhuis, alles staat klaar. Aan ons is nu de grote opdracht gegeven om de mensen uit te nodigen en te zorgen dat Gods huis vol wordt.
God verlangt ernaar dat er geen lege plekken zullen zijn aan Zijn tafel. En Hij koos ervoor om u en mij in te schakelen om mensen van allerlei soort en kleur binnen te halen. Je hoeft daar geen bijzondere roeping voor te hebben. Evangelisatie is niet voor enkelen weggelegd. Die opdracht is gegeven aan iedere gelovige.
Ik las het volgende schitterende verhaal op internet:
“Zondag aan zondag rukken zeven stijlvolle limousines uit om tussen de veertig en zeventig Amerikanen die aan de zelfkant van de maatschappij staan op te pikken uit de heggen en de steggen. De chauffeurs nemen hun ongewone clientèle kosteloos mee naar een grote evangelische gemeente en brengen hen na de dienst weer terug. De armen, daklozen en andere behoeftigen zijn te gast tijdens een twee uur durende kerkdienst. Aan het einde van de preek gaan velen van hen naar voren om een persoonlijk gebed voor hun noden te vragen. Na de dienst praten ze onder het genot van een kopje koffie nog wat na met mensen die ze in het gewone leven zeer waarschijnlijk zelden zouden tegenkomen.”
Ik hoor velen van u nu denken: “Typisch Amerikaans…” Maar wat doet u?
In ons hoofdstuk van Spreuken zien we dat de dienaressen van de Wijsheid gehoorzaam zijn en uitgaan om iedereen uit te nodigen. Wat houdt u tegen om dat ook te doen? Vraag het uzelf eens af. Heeft u geen vrijmoedigheid? Of denkt u misschien net als ik soms wel denk: “Het lijkt wel alsof ik van een andere planeet kom als ik ongelovige mensen van de Here Jezus vertel. Ze snappen er gewoon niets van.” En regelmatig liet ik het dan afweten om te getuigen. Maar daar is bij mij verandering in gekomen door het schrijven van deze stukjes. Daarover vertel ik u graag de volgende keer.

Els ter Welle