Maak u gereed…

Dirk van Genderen • 90 - 2014 • Uitgave: 5
Het zijn ernstige woorden die de profeet spreekt in Amos 4:12 ‘Maak u gereed om uw God te ontmoeten.’ Het volk dat in zonde leeft, wordt dringend aangeraden zich gereed te maken voor een ontmoeting met God. Gods oordelen zijn al over het volk gekomen, maar toch hebben ze zich nog niet bekeerd.

Toen ik over deze tekst nadacht, was het alsof voor een ogenblik het gordijn werd weggeschoven en ik een blik kreeg vanuit de hemelse gewesten over deze aarde. Voor een moment gingen mijn geestelijke ogen open voor een ontstellend grote hoeveelheid zonde en ongerechtigheid; in de wereld, maar ook in onze kerken en gemeenten, in levens van mensen die zich christen noemen.
De grote ernst van de situatie raakte mij. Soms denken we dat het wel meevalt, maar het valt absoluut niet mee. Onze zonden roepen tot God in de hemel. Zonden van immoraliteit, zoals het praktiseren van homoseksualiteit, overspel en het doden van (ongeboren) levens, maar ook zonden als haat, roddel, wrok, diefstal, occultisme, prostitutie, echtscheidingen, misbruik, geweld…

Veroordelen of verootmoedigen
Hoe vreselijk moeten voor de Here de zonden zijn die plaatsvinden in kerken en gemeenten, die zich naar Hem noemen. Velen veroordelen elkaar, gunnen elkaar het licht in de ogen niet. In tal van gemeenten heeft de Here Jezus niet meer de centrale plaats in de verkondiging. Broeders en zusters, die de Here van harte lief hebben, maar op sommige punten, zoals de doop en de eindtijd, soms een iets andere visie hebben, worden met het grootste gemak veroordeeld en weggezet als ketters.
Lieve mensen, ik krimp ineen als ik besef hoe ernstig de situatie is. O, hoe dringend noodzakelijk is het dat we ons voor de Here verootmoedigen, aan Hem en aan elkaar onze zonde en schuld belijden en ons bekeren. Welke voorganger, welke predikant, gaat, door Gods genade, in ootmoed naar zijn mede-voorganger en belijdt hem: “Ik heb ten onrechte negatief over je gesproken en je beschuldigd. Je bent mijn broeder, in de Here Jezus. Vergeef me.”
Hier komt nog bij dat Israël – Gods oogappel – in veel kerken en bij veel medegelovigen uit het zicht is verdwenen. Velen keren zich tegen land en volk. Israël zou geen speciale plaats meer in Gods heilsplan hebben, wordt betoogd, terwijl de Bijbel overduidelijk aangeeft dat er geen sprake van is dat God Zijn volk zou hebben verstoten (Romeinen).

Wapenrusting tegen dwaalleringen
Ernstig zijn ook de vele dwaalleringen die op ons afkomen. We mogen de Here wel voortdurend bidden dat we niet zullen worden verleid. De beste bescherming tegen dwaalleraren en dwaalleringen is door voor 100 procent gericht te zijn op de Here Jezus. Door Zijn Heilige Geest wil Hij ons leiden, zodat we Zijn weg zullen gaan en de verleidingen van de duisternis scherper leren zien.
Laten we niet vergeten dat we niet te strijden hebben tegen vlees en bloed, maar tegen de verleidingen van de duivel, de machten van de duisternis en de boze geesten in de hemelse gewesten (Efeziërs 6). Die strijd kunnen we niet aan in eigen kracht, maar alleen met Gods wapenrusting aan. Dan kunnen we weerstand bieden en stand houden.
Het kan je helpen te onderkennen of iets van God is, door je af te vragen of je eerbied en ontzag proeft voor een heilig God; met een mooi (oud) woord ook wel ‘vreze des Heren’ genoemd.

Blijf alert
Ik hoop en bid dat de woorden uit Amos ons wakker schudden. Dat kan ook wel eens nodig zijn. Hoe staat het er voor in ons leven? Laat het, als u de Here Jezus nog niet kent, een aansporing zijn om Hem te zoeken. Bekeer u, breek met uw zonden en stel uw vertrouwen op Hem alleen. Hij wil ook uw zonden vergeven.
Als u door genade de Here Jezus mag kennen, dan bent u te feliciteren. Dan hoort u bij Hem. Ook dan blijft het nodig alert te zijn. 2 Timoteüs 2:19 zegt immers: ‘Toch blijft het vaste fundament van God staan, met dit zegel: De Here kent wie van Hem zijn, en: Ieder die de Naam van Christus noemt, moet zich ver houden van de ongerechtigheid.’

Dirk van Genderen