Lofprijzing en aanbidding in de gemeente (3)

ds. Yme Horjus • 88 - 2012 • Uitgave: 24
‘Loof de Heer, want Hij is goed…’

Het is goed dat de gemeente de Heer prijst! Laten wij dat van harte en met overgave doen! Maar misbruik 'praise' niet als het middel voor vandaag om te komen tot aantrekkelijke diensten die mensen lokken als vliegen naar de stroop.

Geest of vlees
Het is natuurlijk niet verkeerd dat die praise aantrekkingskracht uitoefent op mensen van buiten, ongelovigen. God kan door een oprechte praise tot mensen spreken! Op een ongedachte wijze kan het zingen van lofliederen evangelieverkondiging zijn. Maar helaas moet je ook zeggen dat het veel kerkelijke kustvaart oplevert. Praise wordt hier en daar in Nederland ingezet om de ‘circulation of the saints’ op gang te brengen. Er zijn vele voorbeelden bekend van gemeenten die in korte tijd een onstuimige groei doormaken. Ze zijn dan met een paar mensen begonnen en door de nadruk op veel eigentijdse muziek slagen zij erin om liefhebbers van die muziek aan zich te binden. Zo is er anderhalf jaar geleden in mijn woonomgeving een gemeente gestart door een bekende christen-musicus. Ook sommige mensen uit mijn gemeente voelen zich gecharmeerd door deze muziek die ongetwijfeld van de bovenste plank is en verzuimen vaker bij ons de diensten. Maar het lijkt me verkeerd als die vorm van praise een strategisch principe wordt bij de vorming van nieuwe gemeenten. Daarmee corrumperen wij de lofprijzing. Want wordt dan niet vaak het menselijke ‘vlees’ aangesproken? Willen mensen zich niet verlekkeren in muziek die hen enthousiast maakt? Ik weet dat ik hiermee een teer punt aanroer. Alsof je niet mag genieten van de liederen die je zingt! Wat is daar nu mis mee? Toch durf ik de vraag te stellen: gaat het in de praise om het eren van God of voor een groot deel ook om het behagen van het eigen vlees?

Aanbiddingsgevoel
Dat raakt meteen aan de bedoelingen van de praise in de evangelische wereld. Het is geweldig als onze praise God doet tronen op de lofzangen van Zijn volk. Maar er speelt vaak nog iets anders een rol dat zorgwekkend is. Heel vaak moeten wij genieten van de praise. Moet de lofprijzing van Gods Naam ons iets doen. De praise moet ons aanbiddingsgevoel raken en op een hoger plan brengen. Maar daarmee gaan wij voorbij aan het gegeven dat het in de lofprijzing niet draait om óns gevoel, maar om de glorie en de eer van God. Dat klinkt ons moeilijk in de oren. Wij zijn mensen die deel uitmaken van een genotscultuur en willen bij ons dienen van God zelf een positief gevoel opdoen. Maar de kernvraag is: moet de praise ons pleasen, of juist God?

Behoeftebevrediging
Ik schrik er wel eens van dat men in de evangelische wereld steeds meer de neiging heeft alleen de hoge nummers van de bundel Opwekking te willen zingen. Dat heeft iets hyperigs. De lage nummers zijn niet meer zo in trek en de Geneefse psalmen kunnen mensen al helemaal niet meer behagen, hoewel die de Bijbeltekst op de voet volgen. Het moet ons te denken geven dat in het Oude Testament vele voorschriften staan hoe wij de Here God tegemoet mogen treden. Dat was aan voorwaarden verbonden en werd niet overgelaten aan de waan van de dag en het muzikale gevoel van het moment. Ware lofprijzing is niet een persoonlijke behoeftebevrediging door liederen die ons aanstaan, maar het zoeken van het aangezicht van God met de lofoffers die Hem welgevallig zijn. Kunnen wij in onze genotscultuur daar weer naar terug?

Het mysterie kwijt
De nadruk die nu op 'praise' wordt gelegd, heeft sterk te maken met het levensgevoel van vandaag, zo hebben we al gezien. Dat kan betekenen dat deze belangstelling iets voorbijgaands kan hebben, gedachtig aan de uitspraak van prof. H. Berkhof ‘dat wie trouwt met de tijdgeest spoedig weduwnaar is’.
Een tijd geleden las ik nog een bericht in de krant dat in Amerika grote groepen evangelischen zich aansloten bij Oosters orthodoxe kerken. Zij waren uitgekeken geraakt op het laagkerkelijke karakter van hun gemeenten en de theologisch beperkte en vaak nogal eenzijdig op de mens en zijn geestelijke behoeften afgestemde prediking. Iemand zei hierover: “Ik mis iets in die evangelische wereld. Het is allemaal zo fantasieloos. Ergens ben ik het mysterie van God kwijtgeraakt.” Dat kan blijkbaar. Dat mensen bij alle nadruk op ‘praise’ en gevoel niet meer ervaren in de nabijheid te zijn van Gods majesteit en zijn mysterie.
Als we bedenken dat Amerika in de ontwikkelingen op geestelijk terrein ons vaak jaren vooruit is, dan zullen ook wij in de toekomst te maken krijgen met dit soort vermoeidheidsverschijnselen.

Terug naar de psalmen!
Wij staan op de schouders van het voorgeslacht. Het evangelie is door de eeuwen heen overgeleverd aan volgende generaties. Iets van dat historische besef mag best aanwezig zijn in de keuze van de muziek. Als voorganger plaag ik mijn gemeente niet met een onzingbare psalm of een heel traditioneel lied met een ingewikkelde theologische denktrant. Ik ben daarin nogal selectief en gebruik de meer bekende melodieën en toegankelijke teksten. Maar zelfs dát is voor sommigen teveel gevraagd. Voor hen is er maar één soort muziek favoriet en die komt uit de sfeer van de soft-rock. In vele gemeenten maken de liederen van Hillsong hun opmars en veroveren de harten. Daar wil ik niet misprijzend over doen, maar voer tegelijkertijd het pleidooi om de oude liederen en psalmen niet te verwaarlozen. Laten we daar alsjeblieft niet de neus voor ophalen, maar leren deze liederen te waarderen! Daar moet je misschien je best voor doen, maar het loont de moeite, want je gaat op een zeker ogenblik ontdekken dat daarin ook schoonheid te vinden is. En bovendien: variatie verveelt toch niet?

Orgel
In mijn gemeente staat in de kerkzaal nog een heus pijporgel dat slechts zo nu en dan wordt bespeeld. Niet omdat wij gebrek aan organisten hebben. We hebben er zelfs twee die dat uitstekend kunnen, maar er is een weerhouding vanwege het muzikale gevoel van mensen die hun misnoegen niet onder stoelen of banken steken. Het roept bij hen gevoelens van ‘vroeger’ op, toen zij met hun ouders nog naar een traditionele kerk gingen. De overgang naar onze gemeente betekende ook een breuk met het orgelverleden. Iemand zei zelfs fysiek te reageren op de klanken van het orgel.

Variatie
Er zijn ook mensen in elke gemeente die genieten van een Psalm onder orgelbegeleiding, die dan echt iets wordt onthouden als het orgel in de ban zou worden gedaan. Zij hebben enkel positieve gevoelens als van het orgel gebruik kan worden gemaakt bij een passend lied. Het voegt voor hen echt iets toe aan de beleving van de eredienst. Dan gaat het hen vaak niet alleen om de andere muziekstijl, maar ook aan het geloofsgoed dat in de Psalm of dat lied meekomt. Want de diepte van de Psalmen wordt vaak niet geëvenaard door de liederen uit de bundel Opwekking. Wie in zijn geloof strijd en aanvechting ervaart, of getroffen is door de wisselvalligheden van het leven, kan bij de Psalmen heel goed terecht. En het is nu eenmaal waar dat een band of muziekgroep niet zo passend een Psalm kan begeleiden als een orgel! Je zou er tegelijkertijd niet aan moeten denken dat er geen liederen uit Opwekking zouden worden gezongen. De gemeente heeft die liederen net zo goed nodig. Om te proclameren dat de Here regeert! Om de majesteit en heerlijkheid van God te bezingen in eigentijdse woorden en melodieën! Dat gebeurt meestal volop! Dus zouden wij het niet erg moeten vinden een geheel ander lied te zingen met een iets andere klankkleur en toonsoort zoals een Psalm. Dat komt niet alleen de theologische, maar ook de muzikale variatie ten goede.

Ds. Yme Horjus