Lichtpuntjes van Israël in de eindtijd
‘Zijn verschijning staat vast als de dageraad. Ja Hij komt naar ons toe’ (Hosea 6:3b)
Zien we nu al tekenen van de grote blijde dag? Of een ontluikend begin in onze tijd? En dan vooral met betrekking tot Israël? De morgenstond is gekomen, maar het is nog nacht. We zullen in dit artikel op zoek gaan naar ‘lichtstreepjes’ van de dageraad.
De onlangs overleden rabbijn Brodman heb ik eens de term ‘De hinde van de dageraad’ uit Psalm 22 vers 1, horen uitleggen. Hij zei daarover: “De komst van de Messias gaat de ene keer met sprongen en ander keer met hele kleine stapjes.” Net als de hinde en de nieuwe dag.
Hoe laat is het?
Diezelfde dageraad komen we tegen in Psalm 57:9: ’Waak op gij harp, ik zal in de dageraad opwaken’. De harp van koning David was meer dan een viool of cello, die harp staat profetisch voor nieuwe geestelijke kracht. Het geluid van de harp van David kondigt een nieuwe dageraad aan: de dag van de Messias!
Sommigen horen nu al in onze tijd het geluid van die harp en komen tot leven en gaan bidden om nog een ander geluid: dat van de sjofar, die de Messias Zelf zal blazen wanneer Hij komt.
Zien we nu al tekenen van die grote blijde dag en dan vooral voor Israël? De mannen van Issaschar hadden inzicht in de tijd, zodat zij wisten wat Israël moest doen (1 Kronieken 12:32). Vandaag de dag mogen we bidden dat we het gebeuren in deze tijd en wereld kunnen duiden in het licht van het profetische Woord. Hoe laat is het eigenlijk op Gods klok? Het is bijna tijd en de klok tikt door! Dan zal Jezus Die verwacht wordt door zowel de joodse synagoge alsook door de christelijke kerk, één en hetzelfde gezicht hebben! Hij ís de wederkomende Heer Jezus! Maranatha!
Naast vele negatieve tekenen van de eindtijd, noemt Jezus ook twee positieve:
1. Het Evangelie van het koninkrijk is verkondigd onder alle volken: die opdracht is bijna vervuld!
2. De terugkeer van het volk Israël in het land.
Dit heeft alles te maken met Bijbelse profetieën. Ik noem u er een paar.
Lichtpunt 1
Israël is de wijzer van Gods klok en daar moeten wij op letten! ’Let op de vijgenboom en alle bomen, wanneer zij al uitlopen en u dit ziet, dan weet u dat de zomer al nabij is… heft dan uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij, weet dan dat het koninkrijk van God nabij is’ (Lukas 21:29-31).
Toen in mei 1948 de staat Israël werd gesticht, herleefde de slapende tronk van Israël. Ook de andere bomen (landen) rondom Israël kwamen tot leven, zoals Egypte, Filistea (Palestijnen), Ammon en Moab (Jordanië met hoofdstad Amman), Edom (Saoedi-Arabië), Elam (Iran) en de boom Assur (Syrië/ Irak). Ze staan allemaal weer op de wereldkaart en zijn in het wereldnieuws.
Na een lange, bange winter van ballingschap sinds 70 na Christus (verwoesting van de tempel en de verstrooiing onder de volken) tot 1948 is een ontluikend begin van verlossing! Sinds 1948 beleven wij de lente van ‘vijgenboom’ Israël: zijn tak wordt al zacht en de bladeren spruiten uit. Die lente zal uitlopen op de heerlijke zomer van het Messiaanse vrederijk.
Lichtpunt 2
Ezechiël 36 en 37 laten het herstel van Israël zien en het visioen van het dal van de dorre doodsbeenderen. Wanneer we dit nauwkeurig lezen, dan zien we twee fasen: 1. eerst een nationaal herstel en dan 2. een geestelijk herstel. Het is dus eerst een terugkeren tot het land en dan een bekeren tot God. ’Ik zal uw graven openen en Ik zal u uit uw graven doen oprijzen mijn volk en Ik zal u brengen in het land van Israël… Ik zal mijn Geest in u geven en u zult tot leven komen’ (Ezechiël 37:12, 14).
Wie in het holocaustmuseum Yad Vashem is geweest herinnert zich dat boven de uitgang deze aangrijpende woorden uit Ezechiël 37 staan. Het is letterlijk vervuld. Het is een duiding van Israëls herrijzenis uit de as van de vreselijke holocaust. Uit de lange nacht van de godsverduistering gloort een nieuwe morgen. Exact drie jaar na het eind van de holocaust (van mei 1945 tot mei 1948) was de staat Israël een feit!
Een ongelooflijk wonder van de God van Israël. Psalm 126 werd werkelijkheid: ’Wanneer de Heer uit ’s vijands macht, ’t gevangen Sion wederbracht en dat verlost uit nood en pijn, scheen ‘t ons een blijde droom te zijn. Wij lachten juichten... de Heer heeft hun wat groots gedaan’.
Toen mijn ouders geboren werden vlak voor Tweede Wereldoorlog, was een zelfstandig Joods volk in het land Israël ondenkbaar. Dat is 19 eeuwen lang al niet gebeurd. Palestijnen noemden de stichting van de moderne staat Israël een ramp, een catastrofe. Wij duiden het als ‘ha tikva’: een teken van hoop! Zij werden verstrooid onder de volken en komen nu thuis in het land van hun vaderen. De grote aliyah!
Treffend vind ik dat de joodse Onafhankelijkheidsdag wordt genoemd ‘jom haatsmaoet’. Dat laatste woord komt van ‘ètsem’: been, bot. Ezechiël 37 spreekt over botten en beenderen die bij elkaar komen in het dal van de dorre doodsbeenderen. Dat is de eerste fase. Het worden lichamen, maar er zit nog geen leven in.
Lichtpunt 3
’Toen kwam de Geest in hen en zij kwamen tot leven’ (Ezechiël 37:10). De profeet Ezechiël begon met profeteren en toen trad de eerste fase in: dorre beenderen voegen zich aaneen en er komen spieren en vlees op en er komt een huid overheen, maar geest is nog niet in hen. Dat zien we in onze tijd voor onze ogen in vervulling gaan. Israël is weer in Kanaän.
Dan komt de tweede fase: de profeet moet opnieuw profeteren en dan komt Gods Geest het volk vervullen. Er komt een herleving en een bekering doordat Gods Geest in hun binnenste gegeven wordt. Dit moet nog vervuld worden. De vraag is nu alleen ‘wanneer?’.
Lichtpunt 4
Zacharia 12, 13 en 14 geven daar antwoord op. In Zacharia 12:10-14 wordt gesproken van de Geest (!) van genade en gebeden die over het huis van Israël zal worden uitgestort. ’Dan zullen ze Mij aanschouwen die zij doorstoken hebben en over Hem rouw bedrijven als met de rouwklacht over een enig kind. Zij zullen over Hem bitter klagen.’
Dat zal het geestelijk herstel inluiden. Op de dag dat Jezus terugkomt en Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg, zullen alle stammen van het land Hem zien en zeggen: “Wat zijn dat voor wonden in Uw handen?” Hij zal antwoorden: “Ik ben geslagen…” Dan zullen ze Hem herkennen en met berouw de woorden van Jesaja 53 in de mond nemen: ’wij dachten dat U van God geslagen en verdrukt was, maar om onze overtredingen werd U verwond’.
Te dien dage zal er ook een fontein geopend zijn tegen de zonde van Israël. De bloedfontein die op het kruis uit Jezus’ zijde ontsprong toen de speer Zijn hart opende. Zijn zoenbloed zal al hun zonden bedekken. Tranen van berouw zullen overgaan in tranen van vreugde! Jozef en zijn broers weer verenigd - Jezus en Zijn volk weer samen oftewel verzoend. Zij zullen dan vrolijk zijn en het Loofhuttenfeest kan beginnen: het vrederijk breekt aan!
’Kom haastig, mijn Liefste en wees als een hinde!’ (Hooglied 8:14).
Ruud van Campen
Zien we nu al tekenen van de grote blijde dag? Of een ontluikend begin in onze tijd? En dan vooral met betrekking tot Israël? De morgenstond is gekomen, maar het is nog nacht. We zullen in dit artikel op zoek gaan naar ‘lichtstreepjes’ van de dageraad.
De onlangs overleden rabbijn Brodman heb ik eens de term ‘De hinde van de dageraad’ uit Psalm 22 vers 1, horen uitleggen. Hij zei daarover: “De komst van de Messias gaat de ene keer met sprongen en ander keer met hele kleine stapjes.” Net als de hinde en de nieuwe dag.
Hoe laat is het?
Diezelfde dageraad komen we tegen in Psalm 57:9: ’Waak op gij harp, ik zal in de dageraad opwaken’. De harp van koning David was meer dan een viool of cello, die harp staat profetisch voor nieuwe geestelijke kracht. Het geluid van de harp van David kondigt een nieuwe dageraad aan: de dag van de Messias!
Sommigen horen nu al in onze tijd het geluid van die harp en komen tot leven en gaan bidden om nog een ander geluid: dat van de sjofar, die de Messias Zelf zal blazen wanneer Hij komt.
Zien we nu al tekenen van die grote blijde dag en dan vooral voor Israël? De mannen van Issaschar hadden inzicht in de tijd, zodat zij wisten wat Israël moest doen (1 Kronieken 12:32). Vandaag de dag mogen we bidden dat we het gebeuren in deze tijd en wereld kunnen duiden in het licht van het profetische Woord. Hoe laat is het eigenlijk op Gods klok? Het is bijna tijd en de klok tikt door! Dan zal Jezus Die verwacht wordt door zowel de joodse synagoge alsook door de christelijke kerk, één en hetzelfde gezicht hebben! Hij ís de wederkomende Heer Jezus! Maranatha!
Naast vele negatieve tekenen van de eindtijd, noemt Jezus ook twee positieve:
1. Het Evangelie van het koninkrijk is verkondigd onder alle volken: die opdracht is bijna vervuld!
2. De terugkeer van het volk Israël in het land.
Dit heeft alles te maken met Bijbelse profetieën. Ik noem u er een paar.
Lichtpunt 1
Israël is de wijzer van Gods klok en daar moeten wij op letten! ’Let op de vijgenboom en alle bomen, wanneer zij al uitlopen en u dit ziet, dan weet u dat de zomer al nabij is… heft dan uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij, weet dan dat het koninkrijk van God nabij is’ (Lukas 21:29-31).
Toen in mei 1948 de staat Israël werd gesticht, herleefde de slapende tronk van Israël. Ook de andere bomen (landen) rondom Israël kwamen tot leven, zoals Egypte, Filistea (Palestijnen), Ammon en Moab (Jordanië met hoofdstad Amman), Edom (Saoedi-Arabië), Elam (Iran) en de boom Assur (Syrië/ Irak). Ze staan allemaal weer op de wereldkaart en zijn in het wereldnieuws.
Na een lange, bange winter van ballingschap sinds 70 na Christus (verwoesting van de tempel en de verstrooiing onder de volken) tot 1948 is een ontluikend begin van verlossing! Sinds 1948 beleven wij de lente van ‘vijgenboom’ Israël: zijn tak wordt al zacht en de bladeren spruiten uit. Die lente zal uitlopen op de heerlijke zomer van het Messiaanse vrederijk.
Lichtpunt 2
Ezechiël 36 en 37 laten het herstel van Israël zien en het visioen van het dal van de dorre doodsbeenderen. Wanneer we dit nauwkeurig lezen, dan zien we twee fasen: 1. eerst een nationaal herstel en dan 2. een geestelijk herstel. Het is dus eerst een terugkeren tot het land en dan een bekeren tot God. ’Ik zal uw graven openen en Ik zal u uit uw graven doen oprijzen mijn volk en Ik zal u brengen in het land van Israël… Ik zal mijn Geest in u geven en u zult tot leven komen’ (Ezechiël 37:12, 14).
Wie in het holocaustmuseum Yad Vashem is geweest herinnert zich dat boven de uitgang deze aangrijpende woorden uit Ezechiël 37 staan. Het is letterlijk vervuld. Het is een duiding van Israëls herrijzenis uit de as van de vreselijke holocaust. Uit de lange nacht van de godsverduistering gloort een nieuwe morgen. Exact drie jaar na het eind van de holocaust (van mei 1945 tot mei 1948) was de staat Israël een feit!
Een ongelooflijk wonder van de God van Israël. Psalm 126 werd werkelijkheid: ’Wanneer de Heer uit ’s vijands macht, ’t gevangen Sion wederbracht en dat verlost uit nood en pijn, scheen ‘t ons een blijde droom te zijn. Wij lachten juichten... de Heer heeft hun wat groots gedaan’.
Toen mijn ouders geboren werden vlak voor Tweede Wereldoorlog, was een zelfstandig Joods volk in het land Israël ondenkbaar. Dat is 19 eeuwen lang al niet gebeurd. Palestijnen noemden de stichting van de moderne staat Israël een ramp, een catastrofe. Wij duiden het als ‘ha tikva’: een teken van hoop! Zij werden verstrooid onder de volken en komen nu thuis in het land van hun vaderen. De grote aliyah!
Treffend vind ik dat de joodse Onafhankelijkheidsdag wordt genoemd ‘jom haatsmaoet’. Dat laatste woord komt van ‘ètsem’: been, bot. Ezechiël 37 spreekt over botten en beenderen die bij elkaar komen in het dal van de dorre doodsbeenderen. Dat is de eerste fase. Het worden lichamen, maar er zit nog geen leven in.
Lichtpunt 3
’Toen kwam de Geest in hen en zij kwamen tot leven’ (Ezechiël 37:10). De profeet Ezechiël begon met profeteren en toen trad de eerste fase in: dorre beenderen voegen zich aaneen en er komen spieren en vlees op en er komt een huid overheen, maar geest is nog niet in hen. Dat zien we in onze tijd voor onze ogen in vervulling gaan. Israël is weer in Kanaän.
Dan komt de tweede fase: de profeet moet opnieuw profeteren en dan komt Gods Geest het volk vervullen. Er komt een herleving en een bekering doordat Gods Geest in hun binnenste gegeven wordt. Dit moet nog vervuld worden. De vraag is nu alleen ‘wanneer?’.
Lichtpunt 4
Zacharia 12, 13 en 14 geven daar antwoord op. In Zacharia 12:10-14 wordt gesproken van de Geest (!) van genade en gebeden die over het huis van Israël zal worden uitgestort. ’Dan zullen ze Mij aanschouwen die zij doorstoken hebben en over Hem rouw bedrijven als met de rouwklacht over een enig kind. Zij zullen over Hem bitter klagen.’
Dat zal het geestelijk herstel inluiden. Op de dag dat Jezus terugkomt en Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg, zullen alle stammen van het land Hem zien en zeggen: “Wat zijn dat voor wonden in Uw handen?” Hij zal antwoorden: “Ik ben geslagen…” Dan zullen ze Hem herkennen en met berouw de woorden van Jesaja 53 in de mond nemen: ’wij dachten dat U van God geslagen en verdrukt was, maar om onze overtredingen werd U verwond’.
Te dien dage zal er ook een fontein geopend zijn tegen de zonde van Israël. De bloedfontein die op het kruis uit Jezus’ zijde ontsprong toen de speer Zijn hart opende. Zijn zoenbloed zal al hun zonden bedekken. Tranen van berouw zullen overgaan in tranen van vreugde! Jozef en zijn broers weer verenigd - Jezus en Zijn volk weer samen oftewel verzoend. Zij zullen dan vrolijk zijn en het Loofhuttenfeest kan beginnen: het vrederijk breekt aan!
’Kom haastig, mijn Liefste en wees als een hinde!’ (Hooglied 8:14).
Ruud van Campen