Leven uit verwachting
Afgelopen anderhalf jaar heb ik de lezers van Het Zoeklicht in vogelvlucht mogen meenemen door het Bijbelboek Openbaring. Een profetisch boek waar je nooit over uitgelezen en uitgeleerd raakt, want Openbaring blijft boeiend en vernieuwend. Ook in praktische zin hebben we veel aan het profetische Woord (vgl. Openbaring 2 en 3). Dit blijkt onder andere wel uit Romeinen 13:11-14, waarin Paulus zegt dat de nacht ver gevorderd is en we de Here Jezus Christus aan moeten doen.
In Romeinen 13 staat: ‘Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken. Want het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot het geloof kwamen. De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij’ (vers 11-12a).
Paulus leefde in de verwachting dat zijn generatie Christus’ komst zou meemaken. Ook wij behoren uit die verwachting te leven. Daar moeten we natuurlijk wel nuchter onder blijven. Helaas komt het wel voor dat sommigen zijn gaan stoppen met werken, hun huis verkochten en geen plannen meer maakten voor de toekomst. Anderen sloten zich volledig af voor de buitenwereld. Zij leefden vanuit de verwachting dat de Here Jezus op een specifieke datum zou terugkeren, met alle gevolgen van dien. Natuurlijk kwamen hun zogenaamde profeten dan met een verklaring, of zelfs weer met een nieuwe datum.
Helder van geest
Ook in Paulus’ tijd, in de gemeente van Thessaloniki, waren er gelovigen die niet meer wilden werken. Het enige wat zij deden was wachten. Hierdoor waren zij tot last voor de gemeente, want zij verspilden hun tijd en vielen in zonde (2 Tessalonicenzen 3:6-15). Zo waren er ook die dachten dat ze al in de periode van de Grote Verdrukking (de Dag des Heren) leefden. Ook nu zeggen sommigen dat. Maar het Woord leert geheel anders. Het is nog steeds genadetijd! De periode van Gods toorn is nog niet aangebroken (1 Tessalonicenzen 1:10; 2 Tessalonicenzen 2:7). Laat je daarom niet beïnvloeden door allerlei leringen (en gespeculeer en sensatienieuws), maar blijf nuchter en helder van geest (1 Petrus 4:7).
Pas op voor mensen die met datums komen en zich beroepen op openbaringen, want het is niet aan ons om de dag en het uur te weten. Daarom weten we natuurlijk ook niet de maand en het jaar (vgl. Matteüs 24:36; Handelingen 1:7; Openbaring 9:15). Wat wel Bijbels is, is dat we leven vanuit verwachting. Door een heilige levenswandel, het profetische Woord te onderzoeken en te letten op de tekenen van de tijd (Matteüs 24:33).
Ook moeten we voorzichtig blijven als het gaat om vervullingen van profetieën. Veelal spreken we nog van tekenen en voorvervullingen. Pas na de Opname van de Gemeente zullen de eindtijd-profetieën spoedig en volledig in vervulling gaan (Matteüs 24; Openbaring 6-19).
Begreep Paulus het wel goed?
Paulus heeft toch gezegd: ‘De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij.’ We zouden ons kunnen afvragen of Paulus het wel goed begreep. Daar hoeven we niet aan te twijfelen. Kennelijk wil God dat de gelovigen van alle generaties zouden leven vanuit verwachting. Als het voor Paulus al dichtbij was, dan voor ons nu nog meer! Is het niet beter om het zo te zien: dat des te langer het duurt ook Gods genade langer duurt. Er staat immers geschreven, dat God wil: ‘dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen’ (1 Timoteüs 2:4). Zien wij hierin niet iets van Gods liefde en geduld met de mensheid, dat Hij al zo lang wacht met het oordeel? Is het niet verschrikkelijk om onder Zijn toorn en oordeel te komen? (vgl. Openbaring 6:12-17). De Hebreeënschrijver zegt daarover: ‘Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God!’ (10:31). Als dat zo is, dan mogen we God zeer dankbaar zijn dat wij al ongeveer 2000 jaar een Middelaar hebben tussen God en mensen.
Ondanks dat we menselijk gezien al zo lang wachten, klopt het profetische Woord van God. Zie maar wat Petrus daarover zegt in zijn tweede brief, in hoofdstuk 3: ‘Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen’ (vers 8-9). God heeft de tijd in Zijn hand. Hij treuzelt niet. Want dit is Zijn hartsverlangen dat allen tot bekering komen. Daarom wacht Hij met het vervullen.
Doe de Here Jezus Christus aan
Verder lezen in Romeinen 13: ‘Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts! Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, niet in twist en nijd! Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt’ (vers 12b-14).
Als we leven vanuit verwachting, dan zou dat niet alleen uit onze kennis moeten blijken, maar ook uit onze levenswandel. Want God zegt zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament: ‘Weest heilig’ (Leviticus 11:44-45; 1 Petrus 1:16). Dat vraagt om een zuivere levenswandel. Een levenswandel waarin we het oude leven afleggen en de nieuwe mens, die naar de wil van God geschapen is, aandoen (Efeziërs 4:20-24). Daarom zegt Paulus dat we moeten stoppen met allerlei uitspattingen, waarbij eten, drank en seks centraal staan. Ons leven behoort door Christus’ Geest geleid te worden en daarbij mag ook geen sprake zijn van (blijvende) ruzie, of jaloezie. En in plaats van wereldgelijkvormigheid, hebben wij onze vreugde in Christus en in de rijkdom van Zijn Woord gevonden.
Zijn wij onvolwassen in ons geloof, dan zal er ook nog wereldgelijkvormigheid zijn. Na je bekering en wedergeboorte zul je tot de pijnlijke ontdekking zijn gekomen dat er nog steeds slechte dingen in je leven waren. Slechte gewoontes waar je je nog van moest bekeren. Dit lukt alleen door Jezus Christus aan te doen. Door Hem centraal te stellen in je geloofsleven. Door niet meer voor jezelf, maar alleen nog voor Hem te leven. Zoiets kun je niet uit eigen kracht en wil. Dan kan het weleens gebeuren, dat je op je knieën valt en in tranen uitbarst. Want die weg van strijd is een weg van heiliging en gaat vaak met vallen en opstaan.
Een heilig en volmaakt leven hoort wel bij een christen, maar God weet dat niemand dat in eigen kracht kan volbrengen, daarom staat er: ‘Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld’ (1 Johannes 2:1-2).
Een leven vol van Zijn Geest
Leven uit verwachting betekent daarom dus ook dat we ons oude leven afleggen en de nieuwe mens (het leven van Jezus) aandoen. Door te gaan leven in die hoop en verwachting, dat God het in ons en door ons zal bewerken (Filippenzen 2:13). Dan zal er een leven komen dat vol is van Zijn Geest en ons in alle oprechtheid doet uitzien naar Zijn komst!
Jeep van der Schoot
In Romeinen 13 staat: ‘Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken. Want het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot het geloof kwamen. De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij’ (vers 11-12a).
Paulus leefde in de verwachting dat zijn generatie Christus’ komst zou meemaken. Ook wij behoren uit die verwachting te leven. Daar moeten we natuurlijk wel nuchter onder blijven. Helaas komt het wel voor dat sommigen zijn gaan stoppen met werken, hun huis verkochten en geen plannen meer maakten voor de toekomst. Anderen sloten zich volledig af voor de buitenwereld. Zij leefden vanuit de verwachting dat de Here Jezus op een specifieke datum zou terugkeren, met alle gevolgen van dien. Natuurlijk kwamen hun zogenaamde profeten dan met een verklaring, of zelfs weer met een nieuwe datum.
Helder van geest
Ook in Paulus’ tijd, in de gemeente van Thessaloniki, waren er gelovigen die niet meer wilden werken. Het enige wat zij deden was wachten. Hierdoor waren zij tot last voor de gemeente, want zij verspilden hun tijd en vielen in zonde (2 Tessalonicenzen 3:6-15). Zo waren er ook die dachten dat ze al in de periode van de Grote Verdrukking (de Dag des Heren) leefden. Ook nu zeggen sommigen dat. Maar het Woord leert geheel anders. Het is nog steeds genadetijd! De periode van Gods toorn is nog niet aangebroken (1 Tessalonicenzen 1:10; 2 Tessalonicenzen 2:7). Laat je daarom niet beïnvloeden door allerlei leringen (en gespeculeer en sensatienieuws), maar blijf nuchter en helder van geest (1 Petrus 4:7).
Pas op voor mensen die met datums komen en zich beroepen op openbaringen, want het is niet aan ons om de dag en het uur te weten. Daarom weten we natuurlijk ook niet de maand en het jaar (vgl. Matteüs 24:36; Handelingen 1:7; Openbaring 9:15). Wat wel Bijbels is, is dat we leven vanuit verwachting. Door een heilige levenswandel, het profetische Woord te onderzoeken en te letten op de tekenen van de tijd (Matteüs 24:33).
Ook moeten we voorzichtig blijven als het gaat om vervullingen van profetieën. Veelal spreken we nog van tekenen en voorvervullingen. Pas na de Opname van de Gemeente zullen de eindtijd-profetieën spoedig en volledig in vervulling gaan (Matteüs 24; Openbaring 6-19).
Begreep Paulus het wel goed?
Paulus heeft toch gezegd: ‘De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij.’ We zouden ons kunnen afvragen of Paulus het wel goed begreep. Daar hoeven we niet aan te twijfelen. Kennelijk wil God dat de gelovigen van alle generaties zouden leven vanuit verwachting. Als het voor Paulus al dichtbij was, dan voor ons nu nog meer! Is het niet beter om het zo te zien: dat des te langer het duurt ook Gods genade langer duurt. Er staat immers geschreven, dat God wil: ‘dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen’ (1 Timoteüs 2:4). Zien wij hierin niet iets van Gods liefde en geduld met de mensheid, dat Hij al zo lang wacht met het oordeel? Is het niet verschrikkelijk om onder Zijn toorn en oordeel te komen? (vgl. Openbaring 6:12-17). De Hebreeënschrijver zegt daarover: ‘Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God!’ (10:31). Als dat zo is, dan mogen we God zeer dankbaar zijn dat wij al ongeveer 2000 jaar een Middelaar hebben tussen God en mensen.
Ondanks dat we menselijk gezien al zo lang wachten, klopt het profetische Woord van God. Zie maar wat Petrus daarover zegt in zijn tweede brief, in hoofdstuk 3: ‘Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen’ (vers 8-9). God heeft de tijd in Zijn hand. Hij treuzelt niet. Want dit is Zijn hartsverlangen dat allen tot bekering komen. Daarom wacht Hij met het vervullen.
Doe de Here Jezus Christus aan
Verder lezen in Romeinen 13: ‘Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts! Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, niet in twist en nijd! Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt’ (vers 12b-14).
Als we leven vanuit verwachting, dan zou dat niet alleen uit onze kennis moeten blijken, maar ook uit onze levenswandel. Want God zegt zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament: ‘Weest heilig’ (Leviticus 11:44-45; 1 Petrus 1:16). Dat vraagt om een zuivere levenswandel. Een levenswandel waarin we het oude leven afleggen en de nieuwe mens, die naar de wil van God geschapen is, aandoen (Efeziërs 4:20-24). Daarom zegt Paulus dat we moeten stoppen met allerlei uitspattingen, waarbij eten, drank en seks centraal staan. Ons leven behoort door Christus’ Geest geleid te worden en daarbij mag ook geen sprake zijn van (blijvende) ruzie, of jaloezie. En in plaats van wereldgelijkvormigheid, hebben wij onze vreugde in Christus en in de rijkdom van Zijn Woord gevonden.
Zijn wij onvolwassen in ons geloof, dan zal er ook nog wereldgelijkvormigheid zijn. Na je bekering en wedergeboorte zul je tot de pijnlijke ontdekking zijn gekomen dat er nog steeds slechte dingen in je leven waren. Slechte gewoontes waar je je nog van moest bekeren. Dit lukt alleen door Jezus Christus aan te doen. Door Hem centraal te stellen in je geloofsleven. Door niet meer voor jezelf, maar alleen nog voor Hem te leven. Zoiets kun je niet uit eigen kracht en wil. Dan kan het weleens gebeuren, dat je op je knieën valt en in tranen uitbarst. Want die weg van strijd is een weg van heiliging en gaat vaak met vallen en opstaan.
Een heilig en volmaakt leven hoort wel bij een christen, maar God weet dat niemand dat in eigen kracht kan volbrengen, daarom staat er: ‘Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld’ (1 Johannes 2:1-2).
Een leven vol van Zijn Geest
Leven uit verwachting betekent daarom dus ook dat we ons oude leven afleggen en de nieuwe mens (het leven van Jezus) aandoen. Door te gaan leven in die hoop en verwachting, dat God het in ons en door ons zal bewerken (Filippenzen 2:13). Dan zal er een leven komen dat vol is van Zijn Geest en ons in alle oprechtheid doet uitzien naar Zijn komst!
Jeep van der Schoot