Leven door de Geest

Feike ter Velde • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 12
We worden door de Geest gedoopt 'in' Christus. Door die Geest worden we met hemelse kracht in de ziel vervuld. Door die Geest kunnen we leren léven! Leven in de gemeenschap met de levende God.

Er zijn allerlei bekende termen verbonden aan het werk van de Geest. De Bijbel spreekt over de 'doop in de Geest', de 'vervulling met de Geest', 'wandelen door de Geest' en ook 'het leven door de Geest'. Leven door de Geest gaat over onze dagelijkse houding, over de dingen die we zeggen, doen, nalaten. Maar ook over onze kijk op Gods Woord en de wereld, kijk op onze medemens en op onszelf. Kennen we dat leven door de Geest?

Het leven door de Geest staat tegenover het leven uit het vlees. Het leven door de Geest is een fundamenteel ander leven dat het leven uit het vlees. Zó anders dat de Bijbel zegt: 'Wie op de akker van zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op de akker van de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten' (Gal. 6:8).

Er is geen sprake meer van een keuze: een beetje meer of een beetje minder christen zijn. Laat het mogen doordringen tot ons diepste binnenste, tot het verstaan van deze waarheid uit Gods Woord: het is of een leven door de Geest, óf een leven uit het vlees. Het woord 'vlees' gebruikt de Bijbel voor de aanduiding van de zondige mens, de zondaarsnatuur, zoals iedereen daar door geboorte deel aan heeft. Die zondaarsnatuur woont ook nà onze bekering en wedergeboorte nog in ons. Door de inwonende Geest - de Heilige Geest - moeten wij leren de werken ervan te doden (Rom. s:13). Het onderwijs in de Schrift op dit punt is klaar en duidelijk, maar in de praktijk zien we helaas juist hier zo ontstellend weinig concreet resultaat. Dat is heel bedroevend.

EEN VERANDERD LEVEN
Hoe komt het dat we zo weinig in de praktijk zien van een leven door de Geest? Omdat onze ogen nog niet zijn opengegaan voor de bedoeling en werking van de Geest die in ieder kind van God, in ieder wedergeboren hart, woont. We zijn wel gelovig geworden, tot bekering gekomen, wedergeboren. We voldoen wel aan een heleboel dingen, die de Bijbel ons voorhoudt, maar we zijn nog niet echt veranderd (1 Cor. 3:1-4). Hoeveel nijd, afgunst en twist zien we niet onder Gods kinderen? Hoe vaak horen we niet van roddel en achterklap? Hoe vaak zien we niet dat gelovigen in openbare zonden vallen als drankmisbruik, seksuele zonden, huwelijksontrouw en echtscheiding? Hoe vaak horen we niet van geruzie in christelijke gezinnen?
Hoe vaak heb ik niet kinderen horen klagen over het voortdurende gevit van hun ouders, zodat de sfeer in huis bijna dagelijks werd vergald. Het huis uit en op kamers wonen is voor tieners in zulke omstandigheden een bevrijdende oplossing. Leven door de Geest in zulke gezinnen? Er is geen sprake van.

ER DEEL AAN KRIJGEN
Toch leert de Bijbel ons de mogelijkheid èn de zegen van het leven door de Geest. Men kan, men moet er deel aan krijgen, wil men hier op aarde leven als kind van God, als christen. Déél krijgen aan de Heilige Geest is: déél krijgen aan het opstandingsleven van Christus.
Men mag de Heilige Geest 'ontvangen bij de wedergeboorte. Zoals op de Here Jezus de Geest uit de hemel neerdaalde toen Hij werd gedoopt in de Jordaan, zo daalt de Geest in het hart van een ieder die tot overgave aan Christus komt.
De Geest van de Vader daalde op Hem neer toen Hij volkomen gehoorzaam werd en zich vernederde in de doop van Johannes, de doop van bekering. Nota Bene! Hij had zelf nooit gezondigd (Hebr. 4:15)! Een stem klonk uit de hemel: 'Deze is mijn Zoon'. God de Vader kwam in Hem wonen en hemelse kracht, een hemels leven, doorstroomde zijn ziel. Zó begint de Heiland aan Zijn taak, bekwaam gemaakt door de Geest. Hij doet wonderen en tekenen, hij geneest de zieken, hij opent de ogen van blinden, Hij wekt doden op. Alles door de wondere kracht van de Heilige Geest die in Hem was uitgestort. Van toen af aan werd Hij in Zijn bediening door de Geest geleid (Luc.4:1.14,18), zelfs door de diepste diepten heen. Hij was in die tijd ook op weg naar kruis, dood en opstanding en dan uiteindelijk naar de verheerlijking. Het geschiedt alles 'dóór de Geest'. We zien in de Here Jezus de werkelijkheid van het leven door de Geest.

KROON OP CHRISTUS' WERK
Die Geest wil in ons wonen en door die Geest mogen we gaan leren leven. Zo ontstaat het 'leven door de Geest'. Die Geest in ons is God; Hij is de Geest van Christus. Hij is: het nieuwe leven in ons. 'De Geest in ons' is de kroon op al het werk van de Here Jezus Christus. Immers, Hij is niet voor zichzelf gestorven aan het kruis, maar voor ons, verloren zondaren. Wij waren de mislukkelingen in Zijn schepping geworden. Wij waren op weg naar de eeuwige verlorenheid. Wij, u en ik, waren het doel van Jezus leven en sterven! Als kroon op Zijn verzoenend sterven geeft Hij ons datzelfde opstandingsleven. We worden door de Geest gedoopt 'in' Christus. Door die Geest worden we met hemelse kracht in de ziel vervuld. Door die Geest kunnen we leren léven! Leven in de gemeenschap met de levende God. Leven in de relatie met de levende Heiland.
Die Geest moeten we van Hem ontvangen. We moeten 'in die Geest gedoopt worden. Johannes getuigt van de Here Jezus: 'Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die met de Heilige Geest doopt' (Joh. 1:33). Over het woord: doop in (of: met) de Heilige Geest is veel verwarring. Er zijn allerlei opvattingen over. Die doen hier niet terzake. Over één ding kunnen alle bijbelgelovigen het eens zijn: wij hebben de Geest nodig, elk uur, elk ogenblik. Niemand zal betwisten, dat de Here Jezus zelf deze Geest geeft. Geen mens kan over de Geest beschikken. Slechts door gehoorzaamheid en overgave aan Christus kan de Geest ons deel worden. Die Geest wil in Zijn volheid in ons wonen en ons leven vervullen. Die Geest wil ons een leven doen leiden, dat een waar 'leven door de Geest' is.

Als we het hierover eens zijn, dan kunnen we ons in het geloof en met verwachting naar dat volle leven uitstrekken. Het doet er ook niet meer toe, dat we de Geest reeds ontvingen bij onze wedergeboorte. Dat feit is geen excuus om het 'leven door de Geest' en wat de Schrift ons daarover leert, te veronachtzamen en doen alsof wij de genade van de volheid des Geestes niet nodig hebben. Sommigen zijn zó recht in de leer - in het goedbedoelde verweer tegen dwaalleringen - dat ze zelf bitter tekort komen aan de volheid Gods en de zegen van een 'leven door de Geest'. In een oververhitte strijdvaardigheid voor de waarheid - meestal hun eigen waarheid - vergeten ze een vreugdevolle relatie met de Here te zoeken en te onderhouden. Ze vallen aan, naar links en naar rechts. Overal menen ze de sporen van de vijand te signaleren. Hun ogen kunnen vuur schieten als ze het woord voeren over de dwalingen. Steeds meer isoleren ze zich van broeders en zusters en ze worden langzamerhand eenzaam.

Ook in Jezus dagen was er tal van verkeerde lering, evenals in de dagen van de apostelen en de vroege kerk. Toch vinden we van zulke 'strijders voor de waarheid' niet veel terug in de brieven van de apostelen.
Laten wij ook niet leven in angst voor de vijand. Angst is geen goede raadgever. Laten we ons richten op het heerlijk onderwijs van de Schrift en in biddend opzien naar onze verheerlijkte Heiland, Hem vragen om een leven uit de volheid des Geestes. Laten we ons in Zijn licht plaatsen, zodat de zonde - de diep-ingevreten verdorvenheid van het vlees - zichtbaar wordt en beleden kan worden. Het kostbaar bloed van de Heiland, dat Hij gaf aan het kruis, is de garantie voor de vergeving en afwassing van elke zonde, hoe groot ook.

Laten we in geval van hardnekkige nederlagen in ons leven, ons huwelijksleven, ons gezinsleven, ons gemeenteleven, of wat dan ook, hulp zoeken en met anderen bidden om overwinning. Want door de Geest is er overwinning over elke neiging tot zondigen. In Christus worden we zelfs 'meer dan overwinnaars.'
In dat overwinnend leven - en dat is het normale christenleven(!) - leren we 'het leven, de wandel, door de Geest' (Gal. 5:16).

Feike ter Velde