Lessen vanuit een ziekenhuisbed

John Piper • 96 - 2020 • Uitgave: 2
Ooit in een ziekenhuisbed gelegen? Het kan een ervaring zijn waar je niet graag aan terug denkt of waar je tegenop ziet. John Piper geeft als ervaringsdeskundige advies.

Het verbaasde mij hoe moeilijk ik het vond om als patiënt mijn gedachten te focussen en hoe kwetsbaar ik me daardoor geestelijk voelde. Ik ben gewend om mijn gedachten te richten op Gods waarheid – vooral op Zijn beloften – en om de verleidingen van angst en boosheid het hoofd te bieden. Maar als het moeilijk is om te focussen is het ook moeilijk om vertrouwen te geven. Ga er dus maar niet van uit dat de lessen die ik hier beschrijf gemakkelijk waren om te leren. Dat waren ze niet!

Mopper niet over vertragingen en inefficiënte handelingen in het ziekenhuis terwijl je medische zorg krijgt die 100 keer beter is dan wat beschikbaar is in 90% van de wereld.
In plaats van je aandacht te focussen op het feit dat de verpleging niet reageert, of dat de patiënt in het bed naast je snurkt, of dat je infuus verdraaid is, of dat er geen ijsblokjes meer zijn, moet je je aandacht richten op het feit dat je 150 jaar geleden waarschijnlijk al dood was geweest. En dat je anders waarschijnlijk ondraaglijke pijnen zou lijden zonder de hulp van morfine om de pijn te verzachten. En dat je geen idee zou hebben van wat er met je aan de hand was, en dat je niet wist of je stervende was of niet. ’Doe alle dingen zonder morren en meningsverschillen’ (Filippenzen 2:14). Paulus zegt dat we, als resultaat van het feit dat we niet morren, zullen schijnen als lichtende sterren in de wereld – inclusief de medische wereld, waar zoveel nood is.

Verlies je geestelijke alertheid niet door de eindeloze stroom van lawaai, geluiden, televisie en gepraat waarmee je in het ziekenhuis omringd bent.
Ik was verbaasd over het nooit ophoudend lawaai. Misschien ervaren anderen dat niet zo. Voor mij leek het echter alsof het nooit ophield. Zelfs niet in het midden van de nacht. De verpleegkundigen kletsten voortdurend met elkaar. Degenen die mijn kamergenoot om 3.00 uur ‘s nachts kwamen helpen, praatten met hem alsof het 3.00 uur ‘s middags was. Verscheidene televisies maakten voortdurend herrie. En voortdurend waren er vreemde zoemende of piepende geluiden. Ik snakte naar stilte.
Dit was een beproeving voor mijn geest. Op het moment dat ik er het meest behoefte aan had om stil te zijn en te weten dat God God is, raakte mijn hart uit balans door alle afleiding. Ik was hierdoor verrast. Ik was hier niet op voorbereid. Ik moest mezelf ertoe zetten om te bidden, mezelf te concentreren en mezelf te bepalen bij verzen uit de Bijbel om op die manier mijn geestelijke stabiliteit te hervinden. ’Bewaar mijn ziel en red mij’ (Psalm 25:20).

Val niet terug op de televisie.
Het ziekenhuis zorgt ervoor dat dit de gemakkelijkste weg is. Er hangt een televisie boven elk bed. De afstandsbediening ligt op het nachtkastje. Thuis heb ik geen televisie en de reden voor deze keuze – en voor dit advies – ligt niet in de boeman van seks en geweld. Het gaat mij meer om de subtiele, indringende en onmenselijke banaliteit van bijna elk televisieprogramma.
Wanneer ik luisterde naar wat de patiënt naast mij bekeek, was ik niet zozeer verbijsterd door het seksuele gehalte ervan, maar veeleer door de leegte van dat alles – de onbeduidendheid, de dwaasheid, de kinderlijke leegte. Volwassen mensen gedroegen zich alsof het leven een groot toneelstuk was. Dit alles stond in schril contrast met de ernst van de gezondheidstoestand van de man naast me. Erger nog – in contrast met de pracht, de grootsheid en het wonder van de menselijke ziel in relatie tot de Schepper van de wereld.
Verval niet in die weg. Zet jezelf ertoe om te lezen, te luisteren of na te denken over dingen die je ziel opbouwen en haar in contact te brengen met de glorie die ze bezit, en de Glorie waar ze voor gemaakt is. ’Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn’ (Kolossenzen 3:1-2).

Bid voor de patiënten in je buurt en onderzoek – indien mogelijk zonder bovenmatig aanstoot te geven – of je kamergenoot het op prijs stelt dat je voor hem of haar bidt, en dat je woorden van hoop in Jezus spreekt.
Ik was niet tevreden met mijn poging om de arme man die naast me lag op deze manier te benaderen. Hij voelde zich zo verschrikkelijk ellendig. Maar ik heb het geprobeerd. En voordat ik weer vertrok heb ik iets in een boek geschreven dat ik hem gegeven heb, en heb ik de Heere gevraagd om hem te zegenen. Ik heb hetzelfde gedaan voor de verpleegkundige die mij op een geweldige manier – steeds met een glimlach – verzorgd heeft.
Je komt nergens bij toeval terecht. Dit zijn Goddelijke afspraken. Je hebt er geen idee van wat het eenvoudigste getuigenis over Christus tot stand kan brengen. ’U zult voor koningen en stadhouders [en dokters en verpleegkundigen en patiënten] geleid worden omwille van Mijn Naam. En dit zal u overkomen, opdat u zult getuigen’ (Lukas 21:12-13).

Besef dat fysieke pijn het moeilijker maakt om je te richten op Gods beloften en meer inspanning vergt om je te concentreren.
Het is niet alleen de stortvloed van geluiden waardoor onze ziel gedesoriënteerd wordt: het is ook de pijn. Ik wil niet dat je hierdoor overrompeld wordt. Precies datgene waarvoor we God nodig hebben kan ook ons contact met God vertroebelen.
Wanneer dit zich voordoet is het belangrijk dat je in je hart een aantal eenvoudige, korte waarheden over God bewaart waarmee je jezelf kan toespreken. In een dergelijke situatie zullen lange en complexe redeneringen over Gods almacht en goedheid niet werken, omdat de pijn je te veel afleidt. De pijn zorgt ervoor dat je geest niet op volle capaciteit kan werken.
Dit is wat je nodig hebt: “De Heere is mijn Herder.” Punt. “Christus gaf Zijn leven voor mij.” Punt. “Ik zal jou nooit verlaten.” Punt. “Niets is te moeilijk voor de Heere.” Punt. “Alles werkt mee ten goede.” Punt. Deze gedachten zijn als witte stenen waar je naam opgeschreven staat. Je houdt ze in je hand terwijl je kreunt en wacht.

Zoek de hulp van een vriend of een familielid.
Het plotselinge karakter van een ziekenhuisopname zorgt er meestal voor dat de patiënt gedesoriënteerd is en niet in staat is om helder na te denken over alle aspecten van wat er aan de hand is. Dit was zeker het geval bij mij. Er waren vragen die gesteld moesten worden en mijn gedachten functioneerden niet op volle kracht.
Ik had een pleitbezorger nodig. Mijn vrouw stond aan mijn zijde, en zat vol met goede vragen voor de dokters. Dokters kunnen niet alle dingen bedenken die we moeten weten om te begrijpen wat er gebeurd is en om in de toekomst op een wijze manier te kunnen leven. We hebben hulp nodig bij het stellen van al die vragen.
Moge de Heere deze lessen die ik tijdens mijn ziekenhuisopname geleerd heb, gebruiken om jouw ziekenhuisopname vruchtbaar te maken tot eer van Christus.

Vertaald met toestemming (verkorte weergave in Het Zoeklicht). John Piper, Ten lessons from a hospital bed. © Desiring God.