Leren van Hizkia’s vertrouwen

Ton Stier • 92 - 2016 • Uitgave: 4
Wie het leven van de koningen Achaz en zijn zoon Hizkia bestudeert, ontdekt al snel een schril contrast. Van Achaz lezen we: ‘hij deed niet wat juist was in de ogen van de HEERE, zijn God, zoals zijn vader David’ (2 Koningen 16:2). Van Hizkia lezen we echter: ‘Hij deed wat juist was in de ogen van de HEERE, overeenkomstig alles wat zijn vader David gedaan had’ (2 Koningen 18:3).

Beide koningen van Juda hadden dezelfde (voor)vader David als voorbeeld, hadden hetzelfde Woord tot hun beschikking en leefden onder vergelijkbare omstandigheden. En toch ging de een niet en de ander wel de weg van geloof. Een goede aanleiding om onszelf af te vragen, op welke weg wij ons bevinden.

Geloof
Als Achaz de angst om het hart slaat vanwege de aanstormende legers van Rezin, de koning van Syrië en van Pekah, de koning van Israël, mag de profeet Jesaja hem geruststellen: ‘Beheers uzelf, blijf rustig, wees niet bevreesd, laat uw hart niet week worden voor die twee rokende stukken brandhout… Zo zegt de Heere HEERE: Dat zal niet bestaan en dat zal niet gebeuren!’ (Jesaja 7:4-7).
Een belofte die vervolgens bekrachtigd wordt met een teken: ‘Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven.’ Immanuel betekent ‘God met ons’ en ziet uit naar de wonderbaarlijke verlossing die de Heere Zijn volk door de – uit de Joodse maagd geboren – Messias zou geven. De verdere uitwerking van deze profetie vinden we twee hoofdstukken later: ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst’ (Jesaja 9:5).
Maar hoe mooi Gods beloften ook mogen zijn, geloof blijft de voorwaarde om de volle zegen ervan te ontvangen. Vandaar Jesaja’s waarschuwing: ‘Indien u niet gelooft, voorwaar, u zult geen stand houden’ (Jesaja 7:9). De overwinning die de Heere hem gaf, was door ongeloof en ongehoorzaamheid van korte duur. Achaz werd uiteindelijk vernederd tot een vazal van Tiglath-Pileser, de koning van Assyrië (2 Kronieken 28:19,20).

Wonderteken
Kreeg Achaz een teken dat de komst van ‘de Zon der gerechtigheid’ inluidde, Hizkia zag de schaduw van de zonnewijzer 10 treden teruggaan, ten bewijze dat de Heere hem zou genezen en 15 jaar aan zijn leven zou toevoegen. Daarmee was de troonopvolging en de geslachtslijn tot aan de Messias veiliggesteld. Maar niet alleen hierover zocht Hizkia de Heere. Toen het Assyrische leger aan de poorten van Jeruzalem stond en bevelhebber Sanherib hem zowel mondeling als schriftelijk intimideerde, ging Hizkia met zijn nood de tempel binnen, waar hij Sanheribs opruiende brieven voor het aangezicht van de Heere uitspreidde.
Er is weinig nieuws onder de zon. Ik schrijf dit artikel vanuit Parijs, waar we de Joodse gemeenschappen bezoeken om hen met Gods Woord te bemoedigen. Opnieuw staat er een nietsontziende vijand aan hun poorten. Het is ons gebed dat zij door het Woord de weg van Hizkia’s geloofsvertrouwen leren gaan door hun uitredding van de levende God te verwachten. Ons gebed is dat wij hen ook hierin tot jaloersheid mogen wekken!

Ton Stier
De genoemde teksten komen uit de Herziene Statenvertaling.