Lees en Weet (34)

Frea Kroese • 90 - 2014 • Uitgave: 13
Verdriet trekt diepe sporen

Al heel lang twijfel ik of ik hier in Het Zoeklicht mijn verhaal zal vertellen. Misschien is het wel goed, want in de Uitgebreide Wereldgeschiedenis, die u vaak onder ogen komt, zal ik de meesten onder u niet opgevallen zijn en dat krenkt mijn zelfwaarde. Daar gaat het bij u toch ook vaak om? Iemand te zijn die niet wordt vergeten. Nu ging het in mijn leven meestal niet om mij en dat kwam niet alleen omdat ik een vrouw ben. En het kwam ook nog niet eens door de cultuur waarin ik ben geboren. Dat kwam veeleer door het enorme drama dat in mijn familie plaatsvond. Een drama dat in schrille tegenstelling stond tot de naam van mijn vader, dat ‘voor de tweede keer vruchtbaar’ of ‘dubbele vruchtbaarheid’ betekent. En precies dat was gebeurd in het leven van mijn opa en opnieuw in het leven van mijn vader, zij het dan op een heel andere manier. Mijn opa heeft er nooit een geheim van gemaakt, dat hij niet thuishoorde waar ik geboren ben. Hoewel zijn hele familie op zijn uitnodiging in het land kwam wonen, bleef hij ons vertellen dat we terug zouden gaan naar het land van zijn voorvaders. Wij zijn inderdaad gegaan, maar het voelde als emigreren. Ik miste het paleis ontzettend en de prachtig gebouwde stad. We kregen te maken met een totaal andere cultuur die in vele opzichten veel grover was dan die van de onze.
U moet zich maar voorstellen dat wij voor hen waren als de derde generatie naar Canada, Nieuw-Zeeland of Argentinië geëmigreerde Nederlanders die de Nederlandse cultuur totaal niet kennen en alleen maar hun eigen taal spreken. We kwamen daar om een nieuw bestaan op te bouwen met een groot deel van onze koninklijke kudden en slaven. Ergens in de botsing tussen die twee culturen is het mis gegaan. Twee van mijn broers zijn op een laaghartige manier vermoord, omdat zij een paar veedieven betrapten. Mijn vader was er stuk van en het duurde lange tijd voordat hij dit enorme verdriet een plaats had gegeven. Mijn ooms maakten een lange reis om bij hem te zitten en met hem te huilen en te praten.
Verdriet is iets dat diepe sporen nalaat. Zeker het verdriet over de dood van eigen kinderen. Zelfs toen mijn broertje werd geboren en mijn vader hem in de armen nam om hem zijn naam te geven, rouwde hij over het onheil dat zijn huis was overkomen.
In die tijd van verdriet is het verlangen in mijn hart gekomen om een beschermde plaats voor mijn familie te maken. Ik kreeg een sterke behoefte om mijn eigen gezin te beschermen voor geweld en dood en samen met het beeld van de prachtige gebouwen, die nog steeds vooraan in mijn herinnering stonden, werd dat een plan.
Ik reisde met mijn gezin en alles wat ik bezat naar het noorden, rustte niet voordat ik twee burchten had gebouwd. Later bouwde ik er nog één. Mijn naam betekent: ‘Persoonlijke reis’ of ‘erfenis’ of ‘levensbeschrijving’. Ook al sta ik maar één keer genoemd in Uw Wereldboek, mijn leven was een persoonlijke reis naar mijn wortels en naar mijzelf. Wie ik werkelijk was en wat ik als erfenis kon nalaten in het Beloofde Land. Lang voordat mijn verre achterneef met onze grote familie meer keren om een van de grootste steden heen marcheerde, had ik mij al gevestigd en wist ik mij veilig in de handen van de God van mijn opa.
Weet je wat zo bijzonder is? De naam van de publieke vrouw, die twee leden van mijn familie onder het vlas op het dak verborg, betekent: ‘Herinnering aan mijn moederland’. Het zou zo maar kunnen zijn dat zij één van mijn verre kleindochters is geweest, die de verhalen van haar voorouders heeft gehoord en een diep besef kreeg, waar zij werkelijk bij hoorde.

1. Wie ben ik?
2. Waar staat over mij geschreven?
3. Wie was mijn vader?
4. Wie was mijn opa?
5. Hoe heetten mijn twee broers?
6. Hoe heette mijn jongere broer die later geboren is?
7. Waar kwamen de veedieven vandaan?
8. Wie was de publieke vrouw?
9. Wie was mijn verre achterneef?
10. Hoe heetten de steden die ik heb gebouwd?


Frea Kroese

De oplossing van Lees en Weet 33 (Het Zoeklicht nr. 9) luidt:
Jan van den Brink schreef over de profeet Jehu, uit 1 Koningen 16:1,2 en 2 Kronieken 19:2 en 20:34. Zijn eerste opdracht was het oordeel aanzeggen aan Baesa. Ahia had dezelfde boodschap voor Jerobeam, Achab kreeg hetzelfde te horen van Elia. De tweede opdracht was een boodschap aan Josafat. Het beschreven buurland was Israël, waarvan Achab koning was. Eliëzer was de college die het handelsverdrag van mij moest afkeuren.

Reacties:
Inderdaad, ‘als je maar een paar woorden zegt, weet je over wie ik het heb.’ Het rijden van Jehu is nogal bekend. De overige vragen maken het iets moeilijker. Toch wel waardering voor br. Jan van den Brink. Hij heeft in ieder geval veel opgestoken van zijn ‘leermeester’. (GvS te ?)
Zeker het rijden van Jehu is bekend. Toch kun je dan soms nog niet direct op de naam komen . En waar vind je het dan in de Bijbel? Eigenlijk zou je geen concordantie of iets dergelijks moeten gebruiken. We wijzen elkaar op de woorden van de Heere Jezus: Eén is uw Meester, namelijk Christus (Matteüs 23:8 en 10). (JvdB)

Ik vond het zeer leerzaam om te ontdekken wie en in welke periode koning was van Juda en van Israël. Welke profeten er waren en hoe de Here hen gebruikte om Zijn woord bekend te maken bij de koningen. (AW te U)
Fijn dat u er van leerde. Goed om heel de Bijbel te bestuderen . Maar ook verdrietig dat er zoveel afval was van de God van Israël . En ze zijn beschreven tot waarschuwing voor ons (1 Korintiërs 10:11) (JvdB)

Wat is het weer fijn om zo met Gods woord bezig te zijn en als het dan lukt geeft dat een fijn gevoel. Tevens verrijkt het je kennis. (JK te ?)
Soms heb je zoiets als ‘Lees en Weet’ nodig om je te verdiepen in de Schrift. Al de Schrift is van God ingegeven zoals Timotheüs zegt. En kennis? Opdat ik Hem mag kennen en de kracht van Zijn opstanding (Filippenzen 3:10 ). (JvdB)