Lees en Weet (22)

ds. Johan M. Zijlstra • 88 - 2012 • Uitgave: 13
Lees en Weet (22)
Voor de grondige Bijbellezer

Hoog - hoger - hoogst, groot - groter - grootst, nou ja, daar weet u van, daar hebt u vast en zeker op school van geoord, van geleerd. Denk niet dat school, dat onderwijs krijgen heel gewoon is. Toegegeven, wel in uw tijd, u hebt zelfs leer- en schoolplicht, in mijn tijd was daar geen sprake van. Zeker, er waren wel scholen, wellicht weet u zelfs van een directeur, kent u hem bij name. Zo niet, lees nog eens waar een bedreven missionaris dagelijks uitleg gaf. Nee, dat was niet in Schoonhoven, hoewel, u bent warm. U moet wel terug in de tijd, in de vijftiger jaren van meer dan de vorige eeuw. Maar dat terzijde, over de trappen van vergelijking hadden wij het, ik noemde de stellende (groot), de vergrotende, (groter) en de overtreffende trap. (grootst) En zeg eerlijk, hoogst en grootst, en ga zo maar door, dat trekt u en mij van nature het meest. Daar zijn wij in gestimuleerd, om de beste te zijn. Herinnert u zich die uitdagingen? Wie schrijft het mooist? Wie loopt het hardst? Wie is het sterkst? Tja, nou u het zegt, ik herinner me zo’n aansporing ook uit uw lijfboek, uit het boek waaruit u dagelijks leest, waaruit u veel meer put dan letters, woorden en zinnen. Schreef de zojuist niet bij name genoemde missionaris daar niet wat over? In de brief die hij richtte aan de gemeente waar hij - toen althans - nog nooit was geweest? Hoofdstuk twaalf, laatste vers? Overtuig uzelf.
Maar laat ik dicht bij mezelf blijven. Groot, laat staan groter en grootst, dat is niet op mij van toepassing. Bij u al evenmin denk ik. En bij de ‘groten der aarde’ zult u niet behoren. Ach, dat weet u wel, dat het allemaal niets met je lengte, je voorkomen heeft te maken. Werd er niet ooit eens iemand ‘de kleine korporaal genoemd?’ Desondanks, hij werd later een groot man, z’n lichaam bleef verre van kolossaal. Dat las u misschien ook, dat hij eens een boek van de plank wilde pakken, hij kon er niet bij. Zijn bediende vroeg heel onderdanig: “Zal ik het voor u pakken, Sire? Ik ben groter dan u.” De man kreeg een uitbrander. “Onthoud, ik ben groter, jij bent langer!”
Nee lezer, ik speel in de geschiedenis van het heil een minimale rol. Mijn afkomst? Mijn naam? Mijn leeftijd? Mijn burgerlijke stand? Zoek er niet naar, u vindt het niet, blijkbaar niet vermeldenswaardig. U treft mij slechts aan achter of hoogstens tussen de coulissen. Desondanks, eenmalig was ik een wegwijzer. Ik was nodig opdat ‘het werk der eeuwen, dat Zijn Geest omspant’ door Zijn hand volvoerd zou worden. Denk niet dat ik daar zelf van wist, ik had er geen flauw benul van. Die dag deed ik mijn werk precies als andere dagen, ik deed wat mij werd opgedragen, wat mijn meester van mij verlangde. Goed, deze opdracht had ik nog niet eerder gehad, die ging steevast naar mijn collega. Bij ons speelde het rollenpatroon veel sterker dan bij u. Maar vreemd genoeg, die dag kreeg ik dat routinewerk te doen, ik wist wat ik moest pakken, wat ik moest halen en waar. Geloof me, dat ik op de terugweg geschaduwd werd - dat heet bij u monitoren? - dat twee ‘spionnen, verspieders’ mij niet uit het oog verloren, dat zij ogen op steeltjes hadden om mij op de hielen te zitten. Werkelijk, ik was het me niet bewust. Toen ik met mijn vrachtje thuiskwam, wenden ze zich niet tot mij, logisch, wel tot mijn meester, mijn opdrachtgever. En die bleek – je hoort wel eens wat – compleet in te stemmen met hun boodschap. Hij wees ze slechts op de benodigde ruimte en ingrediënten waarna zij aan de slag gingen, zorgvuldig troffen zij de voorbereidingen, alles werd tot in de puntjes verzorgd. Na enkele uren was alles gereed voor ontvangst van de gasten. Vreemd trouwens dat ik daarin, bij de begroeting vooral, geen taak had. Heb pas later gehoord hoe dat is opgelost, beschamend! Tot laat in de avond werd het feest voortgezet. Feest? Achteraf bezien heb ik er gemengde gevoelens bij. Nu we toch over achteraf spreken, ik besef dat ik instrument geweest ben omdat Hij getrouw is en omdat Zijn plannen niet falen. Ik heb trouwens veel collega’s, een onafzienbare menigte, niet te tellen, en ik hoop zo van harte dat u er één van bent. Zal ik u een enkele uit mijn tijd noemen? Een simpele hulp in de huishouding of hoe u dat maar zeggen wilt, was nodig om Zijn woord te doen vervullen, de opmerking vloerde een grootspreker. Zelfs een dier was onmisbaar om een eeuwen eerder gesproken woord tot leven te brengen. O ja, en dan hoorde ik nog van een collega. Hij was zich van geen kwaad bewust, maar moest wel helpen opdat er geen tittel of jota verloren zou gaan. Je zal zo’n last maar moeten dragen, schande! Wees er maar tevreden mee en geloof maar gerust dat u, hoe bescheiden in ogen van mensen dan ook, nodig bent om Zijn plannen te volvoeren. Leerde u daar vroeger van zingen? ‘Gij in uw klein hoekje en…’ En tegelijkertijd, over groot, groter en grootst gesproken, probeert u vooral de grootste te worden in het koninkrijk, dat is een streven naar Zijn hart. Hoe u dat moet doen? Gaf Hij het recept voor!

1. Hoe omschrijft u mij?
2. Waar was ik mee bezig?
3. Waar leest u over mij? Bijbelboek, hoofdstuk.
4. Wie was die collega, die simpele hulp in de huishouding?
5. En wie vloerde zij met haar onbeduidende en goed bedoelde opmerking?
6. Door wie werd ik geschaduwd?
7. Wat moesten zij doen - die ‘schaduwers’ - in het huis van mijn meester?
8. Wie nam mijn taak ’s avonds over?


Ds. Johan M. Zijlstra

De oplossing van Lees en Weet 21 (Het Zoeklicht nr. 9) luidt:
Ik ben Hagar en kom oorspronkelijk uit Egypte. Abram en Sarai waren mijn werkgevers. Ik verloor alle respect voor mijn meesteres en wist alleen nog maar te vluchten. In de woestijn, bij de bron aan de weg naar Sur, had ik een wonderlijke ontmoeting. Ik zou een zoon krijgen (en veel nakomelingen). Ik riep de Heer aan en beleed dat hij een God is van het zien. U leest mijn verhaal in Genesis 16.

Reacties:
Dank u wel voor de cryptische omschrijving van de geschiedenis van Hagar, met een diepe inhoud voor ons allemaal. Wees eerlijk en gehoorzaam! (MN te H)
Ds. Zijlstra: Dat is het, de Bijbelse inhoud is er voor ons, om te gehoorzamen. Dank u wel.

Ik wens u veel zegen op uw werk en nog veel creativiteit bij het schrijven van meer van dit soort puzzels. (Een prachtige, speelse manier om mensen aan te moedigen tot het zich verdiepen in Gods woord.) (HK te N)
Ds. Zijlstra: Weet van wat er staat in de langste Psalm? Waarom we Gods woord in ons hart bergen? Vandaar dat die verdieping zo nodig is!

We hadden hier afgelopen zondag net een preek over, en Hagar past precies in dit verhaal! (TvT te V.)
Ds. Zijlstra: Ik begin nieuwsgierig te worden naar de preek die u erover hebt gehoord. U kreeg de oplossing bijna op een presenteerblaadje aangeboden. Nu hoop ik maar dat uw predikant binnenkort preekt over… o nee, dat mag ik niet zeggen.