Lees en Weet (19)

ds. Johan M. Zijlstra • 88 - 2012 • Uitgave: 1
Voor de grondige Bijbellezer

Heus, ik weet het, uw tijd is ook niet alles. Die lijkt misschien wel vredig en rustig, het heeft er wellicht de schijn van dat het bij u allemaal naar wens verloopt, maar u weet wel beter. Goed, in uw eigen beperkte kringetje mag het dan pais en vree zijn of lijken, bij u gaan de kinderen doordeweeks naar school en krijgen de kans aan hun toekomst te bouwen. Maar kijk eens om u heen. Weet u niet van kindslaven elders in de wereld? Las u niet van kindsoldaten die niet alleen meestrijden, maar zelfs tot in de frontlinie worden ingezet? Anno hoeveel leeft u? In uw tijd zou de beschaving hoogtij vieren? Nog eens, u weet beter. Trouwens, u bent immers gewaarschuwd en u beseft toch wel door wie! Dan weet u ook dat het ene volk tegen het andere ten strijde zal trekken en evenzo het ene koninkrijk tegen het andere, om maar te zwijgen over aardbevingen en onderdrukt worden.
Helaas, in mijn tijd was het weinig, tot helemaal niet anders. Hongersnoden? Daar werden wij ook mee geconfronteerd, ooit is heel ons voorgeslacht daarom geëmigreerd. Ach wat leek dat aanvankelijk mooi maar op den duur, ho maar. Een eerdere voorvader heeft, ook vanwege voedselgebrek, zichzelf en nog meer, een ander ernstig in de problemen gebracht. Hij nam zelfs zijn toevlucht tot halve waarheden, hele leugens dus waren het die hij vertelde. En als ik u zeg op wie ik doel, dreigt u me niet te geloven.
Kijk, enerzijds waren wij van het principe hand om hand, tand om tand. En de strijd die wij te voeren hadden, was soms uiterst legaal, wij deden onze opdracht. Anderzijds, er zijn grenzen. Afspraken, ook vredesafspraken worden gemaakt om nagekomen te worden. Zeg maar gerust, op gedane toezeggingen moet je kunnen rekenen. Is dat spreekwoordelijk bij u, ‘een man een man, een woord een woord?’ Precies, en dat mocht van ons eens te meer worden verwacht. Helaas, met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen dat ons volk, onze leider zich daar niet altijd aan hield. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, zegt u? Ja maar, we hebben het niet over meer of minder winst boeken, we hebben het over keiharde afspraken die werden gemaakt. Hoe lang geleden? Doet er niet toe. Gemaakte afspraken uit een al of niet ver verleden, al of niet onder ede gemaakt, dienen nou juist wel garanties voor de toekomst te bieden. En daar schortte het aan en helaas, zoals gezegd, het manco zat geheel aan onze kant.
Wat een geluk dat wij nu een leider hadden die zijn vragen, dat wat hij niet begreep, naar Boven uitsprak. En diep van binnen had hij de wens, het verlangen orde op zaken te stellen, schoon schip te maken. Hij heeft dat ook maar eerlijk tegen onze bondgenoten gezegd, hij kwam ze zogezegd vorstelijk tegemoet. Nou ja, misschien was zijn aanbod wel wat erg ruim, wellicht had hij enige beperkingen moeten maken. Tussen haakjes, weet u nog van iemand die te veel beloofde? ‘Al is het de helft van…!’ Nee, zover ging onze leider niet, maar of het nou genoeg scheelde? Om een lang verhaal kort te maken, ze haalden op onze uitnodiging verhaal en werden op hun wenken bediend. Konden onschuldige burgers er wat aan doen dat hun (groot)vader zich zo misdroeg, gemaakte afspraken met voeten trad? Nee, er was geen sprake van gevangenenruil, de meer dan een handvol onschuldigen werden eenzijdig uitgeleverd. En dat hebben ze geweten, of juist niet als u begrijpt wat ik bedoel. En als er nu nog voor een normale(?) afwikkeling was gezorgd, zo daar nog sprake van kon zijn, ook dat al niet. Onze bondgenoten maakten er meer een tentoonstelling van, een afschrikwekkend voorbeeld, een mensonwaardig en gruwelijk schouwspel. Nee, ik noem mezelf geen wachter op Sions muren maar wachter was ik wel. Ik heb er huis en haard voor prijsgegeven, wachthouden deed ik dag in, nacht uit. Over continudienst gesproken. En denk niet dat ik een comfortabele en gemakkelijke tijd beleefde, geenszins. Ik bivakkeerde op niet meer dan een grondzeil en had geen waterdicht dak boven mijn hoofd. Bij alle verdriet dat ik had, was ik druk in de weer. De bedreigingen die ik had te weerstaan waren niet van de lucht en niet van de grond.
Gelukkig, na verloop van tijd vernam onze leider van mijn inspanningen en kon er toch nog - nou ja wat heet na zoveel gruwelijkheden - sprake zijn van een enigszins passende afwikkeling. En of God er van wist? Zeker, dat komt vaker voor dat Hij de omstandigheden keert ten gunste van land en volk, Hij toonde zich barmhartig. Nee, vooral niet omdat wij dat verdiend hadden, enkel en alleen uit genade. Maar is dat voor u niet precies zo?

1. Wie ben ik?
2. Hoe heet mijn vader?
3. Ik ‘bijzaak?’ Hoezo?
4. Wie waren de slachtoffers?
5. Aan wie werden ze uitgeleverd?
6. Wanneer vond het drama plaats?
7. Vanwaar mijn gevecht?
8. En dat grondzeil, wat heeft dat ermee te maken?
9. Waarheen werden de slachtoffers ten slotte overgebracht?
10. Waar leest u over mij? (Bijbelboek, hoofdstuk, verzen)


Ds. Johan M. Zijlstra

De oplossing van Lees en Weet 18 (Het Zoeklicht nr. 21) luidt:
In de vorige opgave herkende u Matteüs, die bij zijn geboorte de naam Levi kreeg. Hij was zoon van Alfeüs. Matteüs betekent ‘geschenk van God’. Hij koos aanvankelijk voor het beroep van tollenaar, ontvanger en werkte bij het meer van Galilea (of Kapernaüm). Zijn ommekeer was het woord van Jezus: “Volg Mij”, waar u over kunt lezen in Marcus 2:13-17, Matteüs 9:9-13 en Lucas 5:27-32.