Laat hen gaan - Spr. 9:8a
Els ter Welle • 93 - 2017 • Uitgave: 6
‘Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten’ (Spreuken 9:8a, HSV).
De dienstknechten zijn uitgegaan om de mensen voor het feestmaal van de Wijsheid uit te nodigen (vers 1-6). Maar… niet iedereen staat te trappelen om te komen.
Zo gaat het ook als je getuigt van de Here Jezus. Er zullen mensen zijn die open staan voor het Evangelie, maar er zullen er ook zijn die het afwijzen en zelfs de spot drijven met het geloof. Ze maken u belachelijk en reageren geïrriteerd. Hoe gaat u hiermee om?
In Matteüs 15:11-14 zien we hoe de Here Jezus met zo’n situatie omgaat. Het is heel verhelderend!
Hij vertelt aan de Farizeeën dat ze niet onrein worden door voedsel te eten dat het oude verbond verbiedt, maar door boze en slechte woorden. Au! Dat raakt hen heel persoonlijk. Maar in plaats van deze terechtwijzing te accepteren, worden ze heel boos. Ze zijn laaiend!
De discipelen zien dit met angst in het hart aan. Hij gaat openlijk tegen de geestelijke leiders in. Welke gevolgen zal dit hebben voor hun Meester? Als ze dit aan Hem vertellen, is Zijn antwoord heel ontnuchterend:
“Laat hen gaan.”
Dat is helder en klaar: Jezus geeft het advies hen los te laten. Daar kunnen we een voorbeeld aan nemen. Er zijn mensen die zo vijandig tegenover het Evangelie staan, dat we hen moeten laten gaan, ook om onszelf te beschermen en niet hun haat over ons te halen, zoals onze tekst zegt. Ze kunnen ons meedogenloos aanvallen en diep bezeren.
Herkent u dat? Misschien maakt u het mee in uw eigen familie. Dan is dit een wijze les.
In Matteüs 7:6 zegt Jezus: “Werp uw parels niet voor de zwijnen.” Als u alles geprobeerd hebt en niets mocht baten, mag u er een punt achter zetten. Verspil dan uw goede woorden niet!
Dat betekent niet dat we onverschillig moeten zijn. We laten onze buren, collega’s of huisgenoten die het Evangelie bespotten los! Maar we leggen hen wel in Gods hand en blijven voor hen bidden.
En soms is het zoals het spreekwoord zegt: blaffende honden bijten niet. Er zijn mensen die fel kunnen reageren als we hen het Evangelie vertellen, maar vaak zijn het juist deze mensen die naderhand dieper over alles nadenken en erop terugkomen. Wij moeten ons niet te snel laten afschrikken en niet te gauw iemand opgeven. Maar als mensen onverbeterlijk blijven – volg dan de wijze raad van de Here Jezus op en laat hen gaan.
Els ter Welle
De dienstknechten zijn uitgegaan om de mensen voor het feestmaal van de Wijsheid uit te nodigen (vers 1-6). Maar… niet iedereen staat te trappelen om te komen.
Zo gaat het ook als je getuigt van de Here Jezus. Er zullen mensen zijn die open staan voor het Evangelie, maar er zullen er ook zijn die het afwijzen en zelfs de spot drijven met het geloof. Ze maken u belachelijk en reageren geïrriteerd. Hoe gaat u hiermee om?
In Matteüs 15:11-14 zien we hoe de Here Jezus met zo’n situatie omgaat. Het is heel verhelderend!
Hij vertelt aan de Farizeeën dat ze niet onrein worden door voedsel te eten dat het oude verbond verbiedt, maar door boze en slechte woorden. Au! Dat raakt hen heel persoonlijk. Maar in plaats van deze terechtwijzing te accepteren, worden ze heel boos. Ze zijn laaiend!
De discipelen zien dit met angst in het hart aan. Hij gaat openlijk tegen de geestelijke leiders in. Welke gevolgen zal dit hebben voor hun Meester? Als ze dit aan Hem vertellen, is Zijn antwoord heel ontnuchterend:
“Laat hen gaan.”
Dat is helder en klaar: Jezus geeft het advies hen los te laten. Daar kunnen we een voorbeeld aan nemen. Er zijn mensen die zo vijandig tegenover het Evangelie staan, dat we hen moeten laten gaan, ook om onszelf te beschermen en niet hun haat over ons te halen, zoals onze tekst zegt. Ze kunnen ons meedogenloos aanvallen en diep bezeren.
Herkent u dat? Misschien maakt u het mee in uw eigen familie. Dan is dit een wijze les.
In Matteüs 7:6 zegt Jezus: “Werp uw parels niet voor de zwijnen.” Als u alles geprobeerd hebt en niets mocht baten, mag u er een punt achter zetten. Verspil dan uw goede woorden niet!
Dat betekent niet dat we onverschillig moeten zijn. We laten onze buren, collega’s of huisgenoten die het Evangelie bespotten los! Maar we leggen hen wel in Gods hand en blijven voor hen bidden.
En soms is het zoals het spreekwoord zegt: blaffende honden bijten niet. Er zijn mensen die fel kunnen reageren als we hen het Evangelie vertellen, maar vaak zijn het juist deze mensen die naderhand dieper over alles nadenken en erop terugkomen. Wij moeten ons niet te snel laten afschrikken en niet te gauw iemand opgeven. Maar als mensen onverbeterlijk blijven – volg dan de wijze raad van de Here Jezus op en laat hen gaan.
Els ter Welle
