Koninklijk kind!

Marianne Glashouwer-van der Lugt • 76 - 2000/01 • Uitgave: 3
Wat stond ze stralend lachend en spontaan op de foto! Koningin Beatrix. Tussen allochtone leerlingen, die haar toezongen tijdens haar bezoek aan hun school. Ik kreeg een warm gevoel toen ik haar zo zag staan, en dacht bij mezelf: wat hou ik toch van haar! Ja, dat durf ik rustig te zeggen. Er is de laatste tijd heel wat kritiek op haar, maar ik heb veel respect voor haar enorme inzet voor ons volk en land. Je moet er toch niet aan denken dat we een president als staatshoofd zouden hebben?

Als kind was ik wel eens jaloers op die prinsesjes. Die hadden toch maar alles wat hun hartje begeerde! Tot ik ging beseffen dat ook ik van koninklijke bloede ben. En wij allemaal, als we bij de Here Jezus mogen horen. Daar is zo'n prachtig lied over geschreven: "Ik ben een koninklijk kind, door de Vader bemind". En weet u wat ik altijd zo fijn vind? Dat er bij de Here God geen. aanzien des persoons is (Rom. 2:11). Hij houdt evenveel van Koningin Beatrix, als van die arme dakloze zwerver in Amsterdam, of van u en mij. Hij heeft voor ons allemaal Zijn eigen Zoon gezonden, om het offer voor onze zonden te brengen. En dat is voor ons allemaal nodig, niemand uitgezonderd.

Als we onze zonden belijden en met ons hele hart op God vertrouwen, dan mogen we het zeker weten dat we een koninklijk kind zijn. In de Romeinenbrief schrijft de apostel Paulus dat God ons Zijn Geest gegeven heeft, door welke wij kunnen zeggen: "Abba, Vader. Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn" (Rom,8:15,16). En de Here Jezus schaamt er Zich niet voor ons zijn broeders (en zusters) te noemen (Hebr. 2:15).

Het is een voorrecht om Koningin van het Nederlandse volk te zijn, maar het brengt ook veel verplichtingen met zich mee. Koningin Beatrix werkt heel hard. Ze maakt lange dagen om inhoud te geven aan haar functie. Ze gooit er niet met de pet naar. Dat geldt ook voor ons. Het is een voorrecht om een kind van God te mogen zijn. We zijn uitverkoren. Daar kun je toch met je verstand niet bij! Dat de almachtige God, die hemel en aarde geschapen heeft, ook van mij houdt, en mij wil redden van de dood! Daar kun je alleen maar in diepe dankbaarheid voor op je knieën gaan.

God heeft ons uitverkoren met een doel. Wij mogen er zijn tot Zijn eer. Hard werken! Adeldom verplicht! Wij mogen goede werken voortbrengen, zodat ook anderen Hem zullen gaan eren. De Here Jezus is naar deze aarde gekomen uit liefde voor Zijn Vader. Zo mogen ook wij, uit liefde voor Hem, goede vruchten voortbrengen, opdat de mensen in onze omgeving zullen zien dat God goed is. Dat vraagt Hij van ons. Dat we de liefde die we van Hem ontvangen, door zullen geven aan anderen. Dat we Zijn handen en voeten hier op aarde zullen zijn. En dat hoeven we niet eens uit eigen kracht te doen, maar dat wil Hij Zelf in ons werken, als we maar dicht bij Hem blijven.

'k Ben een koninklijk kind,
door de vader bemind, - en
'k zal wonen in 's Konings paleis. –
In die stad nooit aanschouwd,
met straten van goud:
- glorievol als een schoon paradijs.

Refrein:
'k Ben een koninklijk kind door de vader bemind,
- en zijn oog rust zo teder op mij! –
Als de daag'raad straks gloort,
de bazuin wordt gehoord,
- roept Hij mij om te staan aan Zijn zij!

'k Ben een koninklijk kind,
niet slechts dienstknecht of vrind,
- 'k ben gekocht met het bloed van mijn Heer! –
En dat bloed geeft mij recht,
meer te zijn dan een knecht,
- 'k ben Gods kind,
dat verblijdt mij zo zeer.

'k Ben een koninklijk kind,
dat zijn vreugd daarin vind,
- God te loven met jub'lende stem! –
Tot ik sta voor de poort,
van het hemelse oord,
- waar ik zijn zal voor eeuwig met Hem!


Marianne Glashouwer-van der Lugt