Komst en wederkomst
Reeds lang leefde bij mij de gedachte om een overzicht te maken van het hele heilsplan van God, te beginnen bij de zondeval en Gods antwoord daarop.
Vanaf het begin heeft Gods verlossingsplan klaar gelegen om dat te stellen tegenover de val van de mens. Maar hier is ook een grote geestelijke strijd mee verbonden, tot op vandaag. Het gaat om de komst en de wederkomst van de Here Jezus Christus.
Ik wens u met het lezen van deze serie artikelen dezelfde gezegende momenten toe als die ik mocht ervaren bij het schrijven ervan.
De Bijbel begint met het verhaal van de schepping. En iedereen kan lezen hoe God het diverse keren verkondigt dat al wat Hij gemaakt had goed was. Er staat zelfs: Zie, het was zeer goed! Dat is het uitgangspunt van deze nieuwe serie artikelen. Het is bijna juichend zoals dit alles wordt beschreven. Ook de morgensterren (engelen) tezamen juichten toen God de fundamenten van deze aarde heeft gegrond (Job 38 vs. 7). Het was een jubel om de grootheid en de majesteit van Gods schepping, waarin de aarde werd toebereid als een woonplaats voor de mens.
Tegelijk moeten we constateren dat deze aarde maar een klein onderdeel is van het ganse Universum, dat door God is geschapen, die prachtige en onmetelijk grote schepping door Gods Woord tot stand gebracht. Sterren en planeten zijn geen dode dingen, maar zij verkondigen Gods eer en heerlijkheid. De engelen juichen tot eer van God en zijn reeds aanwezig als God de aarde gaat toebereiden voor de mens. Zij zijn toeschouwers bij dat deel van de schepping, waarvan we in de Bijbel lezen. De engelen zijn geschapen wezens, door God tot aanzijn geroepen. Zij zijn in dienst van God ten behoeve van ons. Uiteindelijk komen we hen ook tegen als voltrekkers van het Goddelijk gericht.
Wat vooral voor ons van belang is, is dat er engelen zijn die bepaalde gebieden van deze aarde hebben toegewezen gekregen. In Dan. 10:20 wordt gesproken van de vorst van Perzië, die zo machtig was dat hij een van God gezonden engel drie weken kan tegenhouden, zodat de aartsengel Michaël moest komen om deze vorst van Perzië te verjagen. Er wordt ook nog gesproken van de vorst van Griekenland, ook een duidelijke geestelijke macht. Terwijl Michaël wordt genoemd als de grote vorst van Israël. Dat is voor ons allemaal belangrijk, want het is niet alleen iets uit het verleden. In de afgelopen eeuw hebben we ons afgevraagd welke machten er gestaan hebben achter de ideologieën die zoveel onheil hebben gesticht op deze aarde. Welke machten staan er vandaag achter de grote coalitie van de Verenigde Staten, achter het zich verenigende Europa, achter de Islam en achter nog veel meer politieke stromingen.
De breuk in de schepping
Temidden van de heerlijke pracht van de schepping komt er een macht naar voren, die we vandaag kennen als de satan of de duivel. Heeft deze satan al veel eerder deze aarde toegewezen gekregen als verzorgingsdomein? De Here Jezus noemt hem "de overste dezer wereld" (Joh. 14:30). De apostel Paulus betrekt hem bij de aarde als hij hem beschrijft als "de overste van de macht der lucht". Maar wat nog meer van belang is, is datgene wat we lezen in Lucas 4:6, waar de duivel tegen de Here Jezus zegt: "U zal ik al deze macht geven en hun heerlijkheid, want zij is mij overgegeven, en ik geef haa.._ aan wie ik wil". Dit wordt door de Here Jezus niet weersproken. En pas in Openb. 11:15 lezen we dat dan pas het koningschap over deze wereld gekomen is aan onze Here en aan Zijn Gezalfde, en Hij zal als Koning heersen tot in alle eeuwigheden".
Hoe werd deze hooggeplaatste macht tot satan en tegenstander? Want tegenstander is hij, van God en mensen. De Bijbel vertelt niet veel over zijn val, wel over de gevolgen ervan. Daar staat de Bijbel vol van. Toch heeft er een val plaatsgevonden. Min of meer ligt er een sluier overheen, die enigszins opgelicht wordt, waardoor we iets meer gaan zien.
De wereldheerser
Het eerste gedeelte is Jesaja 14:12-15. Het begint met deze woorden: "Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads". Verder lezen we hoe deze "morgenster" boven de sterren Gods zijn troon wilde oprichten en zich aan de Allerhoogste gelijk wilde stellen. In Ezechiël 28 vs. 12 tot 15 en ook vs. 17 lezen wij over deze macht, die in Eden was, in Gods hof als een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels, enz.
Het eerste citaat gaat over de koning van Babel, het tweede wijst naar de koning van Tyrus. Maar wie goed leest ontdekt dat hetgeen hier geschreven staat verre uitstijgt boven de macht en de mogelijkheid van aardse koningen. Achter deze koningen zien we de nacht der duisternis verschijnen in zijn diepe val, die nog steeds doorwerkt in de geschiedenis van de mens. Zelfs al zouden we dit verhaal ontdoen van zijn Oosterse overdrijving, zoals de bijbelkritiek dit noemt, dan nog blijft staan dat hetgeen hier geschreven wordt niet van een mens, zelfs niet van een koning gezegd kan worden. Achter de hier genoemde koningen zien we macht der duisternis verschijnen, de moordenaar van de beginne. Reeds de oude Joodse rabbijnen zagen in deze beschrijvingen de val van de morgenster, de satan. Later zijn de kerkvaders hen daarin gevolgd. Hoe dan ook, het wordt ons duidelijk dat er een persoonlijke luivel is, die zich opstelt als -tegenstander van God en mensen.
Vandaag probeert men het bestaan van de duivel te ontkennen, maar wie niet in het bestaan van deze macht van het kwade gelooft, zal niet veel begrijpen van het evangelie van de Here Jezus Christus. De zonde van de satan was hoogmoed. Hij heeft als God willen zijn. En met dezelfde gedachten heeft hij de mens verleid: Gij zult als God zijn, kennende goed en kwaad" (Gen. 3:5). Door zijn hoogmoed en daarmee verbonden, zijn opstand tegen God, is de satan gevallen en miljoenen engelen met hem. In Judas vs. 6 lezen we echter dat hun einde vaststaat. Vandaag is de Here Jezus Christus reeds Overwinnaar. We horen het Hem zeggen: "Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde". In Col. 2:15 lezen we: "Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd".
De overwinnaar
Wie tot waarachtige wedergeboorte komt, is vanuit het rijk van satan overgegaan in het rijk van Christus. Waar Zijn naam wordt genoemd, moeten de duivelen wijken. Straks zal Christus komen om de satan de macht te ontnemen. Want Hij komt om Zijn koninkrijk te vestigen. Een koninkrijk, dat Hij verkregen heeft door een zware strijd, maar Hij werd de grote Overwinnaar. Eén ding is zeker: God laat deze aarde niet over aan de machten der duisternis. God gaat deze aarde onttrekken aan de macht van satan. Want God heeft een plan met deze aarde, een plan, waarin deze woorden een grote rol zullen spelen: "Laat Ons mensen maken". En met die mens gaat God de nieuwe tijd in.
De mens zal een duidelijke plaats gaan innemen in de strijd tegen de machten, maar uiteindelijk zal Hij de overwinning behalen waarvan in vroegste tijd is gesproken: "Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar Zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen" (Gen. 3:15).
Hoe donker alles op aarde schijnt na de zondeval, het licht van de komende verlossing gloort door alles heen.
ds. Jac. Schouten
Vanaf het begin heeft Gods verlossingsplan klaar gelegen om dat te stellen tegenover de val van de mens. Maar hier is ook een grote geestelijke strijd mee verbonden, tot op vandaag. Het gaat om de komst en de wederkomst van de Here Jezus Christus.
Ik wens u met het lezen van deze serie artikelen dezelfde gezegende momenten toe als die ik mocht ervaren bij het schrijven ervan.
De Bijbel begint met het verhaal van de schepping. En iedereen kan lezen hoe God het diverse keren verkondigt dat al wat Hij gemaakt had goed was. Er staat zelfs: Zie, het was zeer goed! Dat is het uitgangspunt van deze nieuwe serie artikelen. Het is bijna juichend zoals dit alles wordt beschreven. Ook de morgensterren (engelen) tezamen juichten toen God de fundamenten van deze aarde heeft gegrond (Job 38 vs. 7). Het was een jubel om de grootheid en de majesteit van Gods schepping, waarin de aarde werd toebereid als een woonplaats voor de mens.
Tegelijk moeten we constateren dat deze aarde maar een klein onderdeel is van het ganse Universum, dat door God is geschapen, die prachtige en onmetelijk grote schepping door Gods Woord tot stand gebracht. Sterren en planeten zijn geen dode dingen, maar zij verkondigen Gods eer en heerlijkheid. De engelen juichen tot eer van God en zijn reeds aanwezig als God de aarde gaat toebereiden voor de mens. Zij zijn toeschouwers bij dat deel van de schepping, waarvan we in de Bijbel lezen. De engelen zijn geschapen wezens, door God tot aanzijn geroepen. Zij zijn in dienst van God ten behoeve van ons. Uiteindelijk komen we hen ook tegen als voltrekkers van het Goddelijk gericht.
Wat vooral voor ons van belang is, is dat er engelen zijn die bepaalde gebieden van deze aarde hebben toegewezen gekregen. In Dan. 10:20 wordt gesproken van de vorst van Perzië, die zo machtig was dat hij een van God gezonden engel drie weken kan tegenhouden, zodat de aartsengel Michaël moest komen om deze vorst van Perzië te verjagen. Er wordt ook nog gesproken van de vorst van Griekenland, ook een duidelijke geestelijke macht. Terwijl Michaël wordt genoemd als de grote vorst van Israël. Dat is voor ons allemaal belangrijk, want het is niet alleen iets uit het verleden. In de afgelopen eeuw hebben we ons afgevraagd welke machten er gestaan hebben achter de ideologieën die zoveel onheil hebben gesticht op deze aarde. Welke machten staan er vandaag achter de grote coalitie van de Verenigde Staten, achter het zich verenigende Europa, achter de Islam en achter nog veel meer politieke stromingen.
De breuk in de schepping
Temidden van de heerlijke pracht van de schepping komt er een macht naar voren, die we vandaag kennen als de satan of de duivel. Heeft deze satan al veel eerder deze aarde toegewezen gekregen als verzorgingsdomein? De Here Jezus noemt hem "de overste dezer wereld" (Joh. 14:30). De apostel Paulus betrekt hem bij de aarde als hij hem beschrijft als "de overste van de macht der lucht". Maar wat nog meer van belang is, is datgene wat we lezen in Lucas 4:6, waar de duivel tegen de Here Jezus zegt: "U zal ik al deze macht geven en hun heerlijkheid, want zij is mij overgegeven, en ik geef haa.._ aan wie ik wil". Dit wordt door de Here Jezus niet weersproken. En pas in Openb. 11:15 lezen we dat dan pas het koningschap over deze wereld gekomen is aan onze Here en aan Zijn Gezalfde, en Hij zal als Koning heersen tot in alle eeuwigheden".
Hoe werd deze hooggeplaatste macht tot satan en tegenstander? Want tegenstander is hij, van God en mensen. De Bijbel vertelt niet veel over zijn val, wel over de gevolgen ervan. Daar staat de Bijbel vol van. Toch heeft er een val plaatsgevonden. Min of meer ligt er een sluier overheen, die enigszins opgelicht wordt, waardoor we iets meer gaan zien.
De wereldheerser
Het eerste gedeelte is Jesaja 14:12-15. Het begint met deze woorden: "Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads". Verder lezen we hoe deze "morgenster" boven de sterren Gods zijn troon wilde oprichten en zich aan de Allerhoogste gelijk wilde stellen. In Ezechiël 28 vs. 12 tot 15 en ook vs. 17 lezen wij over deze macht, die in Eden was, in Gods hof als een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels, enz.
Het eerste citaat gaat over de koning van Babel, het tweede wijst naar de koning van Tyrus. Maar wie goed leest ontdekt dat hetgeen hier geschreven staat verre uitstijgt boven de macht en de mogelijkheid van aardse koningen. Achter deze koningen zien we de nacht der duisternis verschijnen in zijn diepe val, die nog steeds doorwerkt in de geschiedenis van de mens. Zelfs al zouden we dit verhaal ontdoen van zijn Oosterse overdrijving, zoals de bijbelkritiek dit noemt, dan nog blijft staan dat hetgeen hier geschreven wordt niet van een mens, zelfs niet van een koning gezegd kan worden. Achter de hier genoemde koningen zien we macht der duisternis verschijnen, de moordenaar van de beginne. Reeds de oude Joodse rabbijnen zagen in deze beschrijvingen de val van de morgenster, de satan. Later zijn de kerkvaders hen daarin gevolgd. Hoe dan ook, het wordt ons duidelijk dat er een persoonlijke luivel is, die zich opstelt als -tegenstander van God en mensen.
Vandaag probeert men het bestaan van de duivel te ontkennen, maar wie niet in het bestaan van deze macht van het kwade gelooft, zal niet veel begrijpen van het evangelie van de Here Jezus Christus. De zonde van de satan was hoogmoed. Hij heeft als God willen zijn. En met dezelfde gedachten heeft hij de mens verleid: Gij zult als God zijn, kennende goed en kwaad" (Gen. 3:5). Door zijn hoogmoed en daarmee verbonden, zijn opstand tegen God, is de satan gevallen en miljoenen engelen met hem. In Judas vs. 6 lezen we echter dat hun einde vaststaat. Vandaag is de Here Jezus Christus reeds Overwinnaar. We horen het Hem zeggen: "Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde". In Col. 2:15 lezen we: "Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd".
De overwinnaar
Wie tot waarachtige wedergeboorte komt, is vanuit het rijk van satan overgegaan in het rijk van Christus. Waar Zijn naam wordt genoemd, moeten de duivelen wijken. Straks zal Christus komen om de satan de macht te ontnemen. Want Hij komt om Zijn koninkrijk te vestigen. Een koninkrijk, dat Hij verkregen heeft door een zware strijd, maar Hij werd de grote Overwinnaar. Eén ding is zeker: God laat deze aarde niet over aan de machten der duisternis. God gaat deze aarde onttrekken aan de macht van satan. Want God heeft een plan met deze aarde, een plan, waarin deze woorden een grote rol zullen spelen: "Laat Ons mensen maken". En met die mens gaat God de nieuwe tijd in.
De mens zal een duidelijke plaats gaan innemen in de strijd tegen de machten, maar uiteindelijk zal Hij de overwinning behalen waarvan in vroegste tijd is gesproken: "Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar Zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen" (Gen. 3:15).
Hoe donker alles op aarde schijnt na de zondeval, het licht van de komende verlossing gloort door alles heen.
ds. Jac. Schouten