Klimaathysterie

Kees Noorlander • 95 - 2019 • Uitgave: 8
Als we de media moeten geloven, is klimaatverandering het grootste probleem waar de mensheid nu voor staat. Regelmatig duiken er alarmerende berichten op. Zo schreef in 2009 het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) in zijn rapport de prognose dat in 2035 de gletsjers van het Himalayagebergte helemaal zouden zijn gesmolten. Als dat inderdaad waar zou zijn, zouden de gevolgen dramatisch zijn.

Ook zouden er, als de mens de oorzaak hiervan was, heel draconische maatregelen nodig zijn. Het was echter een gemanipuleerde prognose. Dr. Murari Lal, de VN-wetenschapper achter het IPCC-rapport over het smelten van de gletsjers, heeft in 2010 zelf toegegeven dat hij de onjuiste informatie in het rapport heeft verwerkt om politici tot actie aan te zetten. Het had wel effect. In december 2009 was er een klimaattop in Kopenhagen. Daar werd afgesproken dat de opwarming van de aarde beperkt dient te worden tot 2 graden Celsius en dat er een Green Climate Fund wordt opgericht voor arme landen die door de klimaatverandering zijn getroffen.
Helaas komt dit soort nepnieuws nog steeds voor. Vorig jaar beweerde Gerben-Jan Gerbrandy, de Europese klimaatspecialist (!) van D66, dat de zeespiegel deze eeuw 7 tot 12 meter zal stijgen. Als de mensheid dan ook de schuld krijgt dat de aarde opwarmt, krijg je met dit soort berichten de jeugd wel aan het demonstreren tijdens schooltijd; immers tijdens hun leven zal ons land voor de helft overstromen. In werkelijkheid is de zeespiegel hier de afgelopen 100 jaar slechts 20 cm gestegen en wordt voor deze eeuw een stijging van hooguit 40 cm verwacht, als de geschatte klimaatverandering zich doorzet!

KNMI
Voor een objectief onderzoek naar de klimaatverandering in Nederland zou je bij het KNMI moeten zijn. Sinds 1901 houdt het KNMI de weergegevens bij van De Bilt en diverse andere plaatsen. Interessant zijn bijvoorbeeld de temperatuursveranderingen: hittegolven komen volgens het KNMI vaker voor en regelmatig worden er records aan maximumtemperaturen vermeld.
Toch is het maar de vraag of de opwarming van de aarde in Nederland wel zo sterk is als het KNMI aangeeft. Pas in 2016, een jaar na de klimaattop in Parijs, heeft het KNMI besloten om de gemeten temperaturen in De Bilt over de periode 1901-1951 te ‘homogeniseren’, dat wil zeggen aan te passen. De reden voor deze correcties is dat tot 1950 gebruik gemaakt is van een Pagodehut voor de temperatuurmetingen en vanaf 1945 van een Stevensonhut. In 1951 werd de laatste ‘hut’ zo’n 300 meter naar het zuiden verplaatst en in 2008 zo’n 200 meter naar het oosten. Voor de geïnteresseerden in hoe de data van de eerste helft van de 20e eeuw zijn aangepast, verwijzen we naar het recente rapport ‘Het raadsel van de verdwenen hittegolven’ (zie klimaatgek.nl), geschreven door Marcel Crok en drie andere onderzoekers. In dit rapport hebben zij geprobeerd de ‘homogenisatie’ van De Bilt te reproduceren met behulp van een KNMI-rapport. Maar dat is niet goed gelukt en het KNMI verschaft hen niet voldoende duidelijkheid. Een van hun conclusies is verder dat vooral sommige zomertemperaturen onbegrijpelijk ver naar beneden zijn aangepast. Hierdoor zijn nogal wat hittegolven verdwenen, waaronder drie uit de warme zomer van 1947.

Betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek
Hoe betrouwbaar is onze overheid eigenlijk? Enkele jaren geleden kwam er een schandaal met het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum aan het licht. Het WODC doet wetenschappelijk onderzoek voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid of besteedt dit uit aan universiteiten. Dit wetenschappelijk onderzoek moet natuurlijk objectief zijn. Maar inmiddels is gebleken dat sommige onderzoeksresultaten van het WODC onbehoorlijk zijn gestuurd, teneinde deze te laten passen bij het gewenste politieke drugsbeleid.
Wetenschappelijk onderzoek zou altijd objectief en onafhankelijk moeten zijn, maar is dat in werkelijkheid dus niet altijd. Zo kwam onlangs bij TROS Radar ook in beeld dat veel onderzoek naar medicijnen wordt gefinancierd door de farmaceutische industrie en dat ongewenste resultaten, zoals forse bijwerkingen, soms bewust minder worden vermeld of meegenomen in medisch onderzoek naar cholesterolverlagers.
Het is überhaupt al moeilijk om bij wetenschappelijk onderzoek sceptische artikelen te publiceren in ‘peer-reviewed’ tijdschriften, dat zijn tijdschriften die aangeboden artikelen laten controleren op kwaliteit door andere wetenschappers. Die controlerende collega’s hebben er namelijk belang bij dat er positief wordt geschreven over hun onderzoek, wat een gevaar is voor onafhankelijke controle. Bij klimaatonderzoekers ligt dat nog moeilijker. Dit is duidelijk gemaakt door o.a. Judith Curry, voormalig hoogleraar klimatologie. Zij is met vroegpensioen gegaan, omdat ze heeft gemerkt dat klimaatonderzoek alleen wordt beloond als het wordt gestuurd in bepaalde richtingen die door een gepolitiseerde academische gevestigde orde goedgekeurd zijn. Ze heeft veel ontluisterende e-mails tussen vooraanstaande klimaatexperts gelezen, waaruit blijkt dat er geen tolerantie is voor andere ideeën, zodat aanvragen voor sceptisch onderzoek worden gesaboteerd. Dit alles heeft bijgedragen tot een consensus van 97 procent van ‘alle’ klimaatwetenschappers, die vinden dat de aarde opwarmt en dat dat grotendeels door de mensheid komt. De Nederlandse politiek neemt dit als leidraad.

Klimaatverandering
Ook als de aanpassingen door het KNMI van de gemeten temperaturen van de eerste helft van de 20e eeuw te ver gaan, is het duidelijk dat het weer in ons land langzamerhand warmer is geworden. De winters zijn in de 21e eeuw minder streng dan in de jaren 1940-1963, Elfstedentochten worden niet meer geschaatst, juli 2006 was de warmste maand en juli 2018 was de zonnigste en droogste maand in de Bilt sinds de metingen van 1901. In Europa merken we dat de Alpengletsjers gekrompen zijn ten opzichte van een halve eeuw geleden.
Toch is het te speculatief om te stellen dat dit voornamelijk door de mens is veroorzaakt. Ook vóór de industriële revolutie zijn er perioden geweest, waarin het relatief warm was, zoals de Middeleeuwse Warme Periode (950-1250). Deze periode werd weer gevolgd door de zogenaamde Kleine IJstijd (1450-1750).
Maar volgens het IPCC is het heel waarschijnlijk dat de opwarming van de aarde in de afgelopen decennia voornamelijk is toe te schrijven aan toename van door de mens veroorzaakte broeikasgassen, zoals CO2, methaan en lachgas. En op gezag van het IPCC worden er strenge internationale klimaatakkoorden gesloten.

Draconische maatregelen
In het klimaatakkoord van Parijs van 2015 is afgesproken dat wordt gestreefd om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 ºC en dat er een eind moet komen aan het gebruik van fossiele brandstoffen. In Nederland is daartoe een klimaatakkoord gesloten (zie klimaatakkoord.nl) om in 2030 49 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990 en in 2050 95 procent minder.
Hiervoor zijn echter honderden miljarden euro’s nodig. Baudet rekende al voor dat, als elk woonhuis vóór 2050 van een rumoerige warmtepomp van € 20.000 wordt voorzien, dit ons € 140 miljard zal gaan kosten. Zo’n energietransitie gaat gepaard met kapitaalvernietiging van ons aardgasnet en verwarmingsbuizen in huizen. Maar als we overgaan op waterstof kunnen we gebruik blijven maken van deze leidingen.
Voor sommige grondstoffen zijn we erg afhankelijk van landen als China! Het kost daarbij veel energie, grondstoffen en milieuschade om windmolens, zonnepanelen, accu’s en elektrische auto’s te maken en later weer te recyclen of op een andere manier op te ruimen. Het delven van bepaalde grondstoffen is ook niet goed voor het milieu. Bovendien maken draaiende windmolens veel slachtoffers onder vogels en insecten, en zijn ze niet aangenaam voor mens en dier op de grond.
Daarbij hebben we nog steeds elektrische centrales nodig, die stroom kunnen leveren als er geen wind staat en de zon niet schijnt. Brandstof blijft hoe dan ook nodig. Als gas en waterstof worden afgewezen, dan is kernenergie de beste oplossing. Maar ook dat kan op weerstand rekenen.
De transitiekosten kunnen oplopen tot bijna € 1 biljoen. Een overhaaste transitie is fnuikend voor onze economie en onze internationale concurrentiepositie. Daarbij hebben we een groot tekort aan vaardige technici en weinig grond voor windmolens, zonnepanelenparken en bosuitbreiding, dus het wordt nog een hele opgave voor ons land om te bewerkstelligen dat de aarde hooguit 0,005 ºC minder opwarmt. Een eenvoudig begin zou in elk geval zijn om te stoppen met ontbossing in Nederland.

Wereldregering
Het draagvlak voor ingrijpende klimaatmaatregelen zal snel verminderen als vooral de gewone burger de kosten moet betalen voor zijn verduurzaamde huis en zijn elektrische auto. In Frankrijk gingen al snel gele hesjes gewelddadig demonstreren tegen aangekondigde verhogingen van belasting op energie. Er zijn Nederlandse plannen om windmolens te maken met een tiphoogte van 240 meter en een rotordiameter van 150 meter. Bedrijven, die hoge windmolens willen maken, zijn inmiddels zo bedreigd, dat ze afzien van de bouw. Het draagvlak neemt af. Aan de andere kant zijn er ook weer jongeren gaan spijbelen om klimaatmarsen te lopen. Het gevaar van anarchie ligt aan beide kanten op de loer.
Ook de wereldvrede loopt gevaar. Sommige landen hebben veel meer last van klimaatverandering dan andere en kunnen verlangen dat vergaande klimaatmaatregelen zullen worden opgedrongen aan onwillige landen. Dit kan tot chaos en oorlog leiden. Tenzij er een sterke man opstaat, die een wereldregering wil gaan leiden, teneinde klimaatproblemen en andere wereldproblemen op te lossen. We weten uit de Bijbel dat zo’n sterke man er zal komen. De huidige klimaathysterie kan daar zeker aan bijdragen.

Kees Noorlander