Kerstquiz 2015

Jan van Barneveld • 91 - 2015 • Uitgave: 25/26
Het Zoeklicht biedt u weer een leerzame kerstquiz aan. En een mogelijkheid om uw Bijbelkennis een beetje op te halen. Of misschien om uzelf te testen! Of deze quiz samen met uw Bijbelgroep, uw gezin of de gemeentekring te doen. Weer een avondvullend programma.

Als u inderdaad de quiz met een groep doet, dan moet u niet vergeten eerst het nodige aantal kopieën van deze bladzijden van Het Zoeklicht te maken. Voor elke deelnemer één, plus een paar reserve exemplaren. Een pen en een stevig onderlegger zijn ook nodig. U spreekt van tevoren de tijd voor de deelnemers af. Maar wel soepel zijn. Misschien ook wat prijsjes voor de winnaars. Die kunt u bepalen aan de hand van de antwoorden op pag. 26. Samen controleert u de antwoorden. Dit keer heb ik wat toelichtingen bij de antwoorden gezet. Weer hebben we de NBG-1951-vertaling gebruikt. Er zijn vier series vragen: 7 vragen rond de geboorte van de Here Jezus; 6 vragen over Jezus en de profeten; 7 vragen over de wonderen van de Here Jezus; en 5 vragen over de wederkomst van de Heer.
We wensen u een fijne, gezellige en geestelijk opbouwende avond.

Bijbelquiz

Vragen rond de geboorte van de Here Jezus
1. Wie was keizer in Rome toen de Here Jezus in Bethlehem was geboren?
a) Caesar
b) Herodes
c) Augustus
d) Nero

2. Wie zei tegen de zwangere Maria: ‘Gezegend zijt gij onder de vrouwen’?
a) De engel Gabriël
b) Elisabeth, de moeder van Johannes de doper
c) Jozef, toen hij begreep hoe de zwangerschap van zijn aanstaande vrouw tot stand was gekomen
d) Zacharias, de vader van Johannes de doper toen hij het verhaal van Maria hoorde

3. Hoelang bleef Maria bij haar familielid Elisabeth nadat zij wist dat ze zwanger was?
a) Ongeveer drie maanden
b) Geruime tijd
c) Bijna zes maanden
d) Over de tijd dat Maria bij Elisabeth en Zacharias bleef zegt de Schrift niets

4. Wat was de naam van de engel die de herders ‘grote blijdschap’ over de geboorte van Jezus vertelde?
a) Gabriël
b) Michaël
c) Een engel des Heren
d) De aartsengel Uriël

5. Wat profeteerde de vader van Johannes, Zacharias, over de Here Jezus toen hij weer kon praten?
a) Niets, Zacharias sprak alleen een lofprijs en een profetie over zijn zoon
b) Dat Jezus profeet van de Allerhoogste zou heten
c) Dat Hij Zoon van de Allerhoogste genoemd wou worden
d) Dat Hij ons (=Israël) zou geven zonder vrees, uit de hand van onze vijanden verlost, Hem te dienen

6. Hoeveel heidense (niet-Israëlitische) vrouwen staan er in het geslachtsregister van de Here Jezus in Matteüs 1?
a) Geen
b) Een
c) Twee
d) Drie

7. Uit welke stam kwam de oude (84 jaar!) profetes Anna die met Simeon Jozef, Maria en de Here Jezus in de tempel heeft ontmoet:
a) Juda
b) Aser
c) Levi
d) Benjamin

Vragen over profetie en de geboorte van de Here Jezus
8. Koning Herodes vroeg de Schriftgeleerden waar de Messias geboren zou worden. Zij kwamen onmiddellijk op de plaats Bethlehem. Hoe wisten zij dat zo gauw?
a) Omdat Bethlehem de ‘stad van David’ was en de Messias ‘Zoon van David’ zou zijn
b) Omdat de profeet Micha dat voorzegd had
c) Omdat de profeet Jesaja dat voorzegd had
d) Vanwege Gods belofte aan David

9. Welke profeet noemt de Messias ‘een rechtvaardige Spruit van David’?
a) Jesaja
b) Micha
c) Jeremia
d) Zacharia

10. Wie profeteerde dat de Knecht van de HERE, de Messias, als een ‘Lam ter slachting’ geleid zou worden?
a) Jeremia
b) Zacharia
c) Jesaja
d) Johannes de Doper

11. Welke profeet voorzegde dat de HERE Zijn Zoon uit Egypte zou roepen?
a) Hosea
b) Simeon, de oude profeet in Jeruzalem
c) Daniël
d) Jesaja

12. Wie voorzegde dat Maria veel zou lijden om haar zoon?
a) De engel Gabriël
b) Simeon, de oude profeet in Jeruzalem
c) Jesaja
d) Daniël

13. Welke profeet uit het Oude Testament heeft voorzegd dat de Here Jezus Messias ‘komt met de wolken’? (Zie Openbaring 1:7; Matteüs 24:30; 1 Tessalonicenzen 4:17)
a) Daniël
b) Ezechiël
c) Jesaja
d) Zacharia

Vragen in verband met de wonderen van de Here Jezus
14. De Here Jezus was aan de overkant van het meer van Galilea. Daar genas Hij twee zwaar bezeten, gevaarlijke mannen (zie Matteüs 8:28-34). Wat was de reactie van de plaatselijke bevolking op dit grote wonder?
a) Zij brachten massaal hun zieken naar Jezus om genezen te worden
b) De hele stad liep naar Hem uit en luisterde aandachtig naar het Woord van God.
c) De hele stad liep uit, Jezus tegemoet, eerde Hem en vroeg of Hij hun zieken en bezeten mensen wilde genezen en bevrijden
d) Zij vroegen Jezus dringend hun gebied te willen verlaten

15. Van welke plaats wordt vermeld dat Jezus daar niet veel wonderen (krachten) deed vanwege hun ongeloof?
a) Nazareth
b) Betsaïda
c) Kapernaüm
d) Jeruzalem

16. Op een sabbat was de Here Jezus uitgenodigd door een hoofd van de Farizeeën. Er kwam een waterzuchtige (opeenhoping van vocht) voor Hem staan. Jezus vroeg de aanwezige godgeleerden of het geoorloofd was op de sabbat te genezen. Wat gebeurde er toen?
a) Er ontstond een heftige discussie
b) Het hoofd van de Farizeeën zei de zieke man dat hij de volgende dag terug moest komen voor genezing.
c) Jezus sprak de zieke moed in en vermaande de aanwezige Farizeeën en Schriftgeleerden
d) Jezus pakte de zieke bij de hand en genas hem

17. Wat was de (directe) aanleiding voor de tweede wonderbare spijziging, waarbij 4.000 mannen plus vrouwen en kinderen gevoed werden met zeven broden en enkele visjes?
a) De discipelen waren vergeten broden mee te nemen
b) De Heer had zijn discipelen gezegd: “Geeft gij hun te eten.”
c) De Heer had medelijden met de mensen omdat ze niets te eten hadden
d) Ze waren bang dat de mensen moeilijk zouden gaan doen

18. Welk wonder deed de Here Jezus voor de Kananese (Syrofenisische) vrouw?
a) Hij genas haar dochter die verlamd was aan beide voeten
b) Hij genas haar dochter die bezeten was door een onreine geest
c) Hij genas haar blinde dochter
d) Hij genas deze vrouw van haar voortdurende bloedvloeiingen

19. In het verhaal van de Kananese vrouw (zie vraag 18) leek het aanvankelijk dat de Here Jezus er alles aan deed om haar af te wijzen. Welke van de vier onderstaande afwijsmethodes gebruikte de Heer niet?
a) Hij antwoordde of reageerde niet op haar roepen om hulp
b) De Heer zei tegen haar: “IK ben slechts gezonden tot de verloren schapen van Israël”
c) De Heer zei tegen haar dat het niet goed was om het brood voor de kinderen aan de honden te geven
d) De Heer zei tegen de discipelen: “Zend haar weg!”

20. Vier mannen in Kapernaüm droegen hun verlamde vriend door een gat in het dak tot vlak voor Jezus. Hoe reageerde de Here Jezus op deze vier mannen?
a) Hij zag hun geloof en sprak de verlamde man aan
b) Hij reageerde een beetje verbaasd, maar genas die verlamde man toch
c) Hij zei niets tegen de 4 + 1 mannen en ging gewoon door met Zijn onderwijs
d) Hij stelde die vier mannen gerust en zei tegen hen: “U geschiede naar uw geloof”

Vragen over de wederkomst
21. In Zijn afscheidswoorden tot de discipelen (Johannes 14) zegt de Here Jezus: ‘IK ga heen…’ Wat zegt de Heer dat Hij gaat doen?
a) ‘….en zal u de Heilige Geest zenden’
b) ‘….en zal voor u (de discipelen en ons) bidden’
c) ‘….om plaats voor u te bereiden’
d) ‘….om Mijn terugkeer voor te bereiden’

22. Welke profeet haalt Paulus aan als hij in Romeinen 11 schrijft: ‘De Verlosser zal uit Sion komen’?
a) Jesaja
b) Hij haalt geen profetie aan
c) Daniël
d) Micha

23. Toen de Here Jezus op de Olijfberg van Zijn discipelen scheidde en opsteeg naar de hemel, wat deed Hij terwijl Hij opsteeg?
a) Hij verzekerde hen dat Hij spoedig terug zou komen
b) Hij herhaalde nadrukkelijk het zendingsbevel
c) Hij deed niets
d) Hij zegende hen

24. Wat zeiden de twee engelen die vlak na de hemelvaart van de Heer op de Olijfberg aan de discipelen verschenen?
a) Ga naar Jeruzalem en wacht tot de Heilige Geest komt
b) Deze Jezus zal op dezelfde wijze weerkomen
c) Wees niet bedroefd, want de Heer is met jullie
d) Deze Jezus die jullie hebt zien opvaren naar de hemel zit nu aan de rechterhand van God

25. Wat zegt de apostel Jakobus in zijn brief over de wederkomst van de Here Jezus?
a) ‘Het einde van alle dingen is nabij gekomen’
b) ‘De komst van de Here is nabij’
c) De Here zegt: ‘Zie Ik kom spoedig’
d) ‘Kinderen, het is de laatste ure’

Het zit erop. Nog even uw antwoorden nalopen. Wie weet komt u dan nog op een goed of zelfs beter antwoord. U gaat nu naar pag. 26 en daar vindt u de goede antwoorden. Als u de quiz samen met anderen doet, kunt u uiteraard de goede antwoorden voorlezen. Ik ben, eerlijk gezegd, even benieuw als u naar uw score. Bedankt voor het maken van deze quiz.

Jan van Barneveld



Antwoorden Bijbelquiz

Hier volgen de juiste antwoorden met hier en daar wat commentaar. Ten slotte geef ik aarzelend een voorstel voor de waardering voor de scores. Ik heb twee tabellen gemaakt. Een voor ervaren Bijbellezers en een voor wie zichzelf bescheiden als beginners beschouwen.

Vraag | Antwoord | Tekst en commentaar
1 - c - Lucas 2:1
2 - b - Lucas 1:42
3 - a - Lucas 1:56
4 - c - Lucas 2:9
5 - d - Lucas 1:74 (b profeteert hij over Johannes)
6 - d - Matteüs 1:1-17 (Tamar, Rachab, Ruth)
7 - b - Lucas 2:36 (Aser)
8 - b - Micha 5:1
9 - c - Jeremia 23:5,6 en 33:15
10 - c - Jesaja 53:7
11 - a - Hosea 11:1 en Matteüs 2:15
12 - b - Lucas 2:33-35
13 - a - Daniël 7:13
14 - d - Matteüs 8:34
15 - a - Matteüs 13:53-58; Marcus 6:1-6; Lucas 4:16-30
16 - d - Lucas 14:1-6
17 - c - Matteüs 15:32-39 en Marcus 8:1-10
18 - b - Marcus 7:24-30
19 - d - Matteüs 15:21-28 en speciaal 15:23
20 - a - Marcus 2:1-12. Zie 2:5
21 - c - Johannes 14:2
22 - a - Jesaja 59:20
23 - d - Lucas 24:50, 51
24 - b - Handelingen 1:11
25 - b - Jakobus 5:8. a is van Petrus en d van Johannes

Nu het minst belangrijke, maar voor mij het lastigste van deze quiz: u een waardering meegeven. Wie ben ik om uw Bijbelkennis te waarderen! Toch maar even een poging.
Er waren volgens mij acht vrij pittige vragen, dertien vragen die voor elke Bijbellezer te beantwoorden zijn of waarbij u door verstandig ‘gokken’ meer dan 50% kans op goed hebt en vier echt simpele vragen. Kolom ‘Waardering I’ is voor iedereen en kolom ‘Waardering II’ voor medegelovigen die pas met serieus lezen van de Bijbel zijn begonnen.

Score - ‘Waardering I’ - ‘Waardering II’
8-11 - Bijna voldoende - Voldoende
12-15 - Voldoende - Goed
16-20 - Goed - Prima, ga zo door
21-25 - Zeer goed - Hemels goed!

Weer was het hier en daar een pittige quiz. Maar dat mag voor lezers van Het Zoeklicht geen bezwaar of probleem zijn. U hebt er vast van geleerd.
We wensen u en de uwen van harte rustige en vooral gezegende kerstdagen toe.

Jan van Barneveld