Kerstquiz 2014
Jan van Barneveld • 90 - 2014 • Uitgave: 25/26
Beste lezer,
U bent op de quiz-pagina aangekomen. Probeer eens uw kennis van de Bijbel te toetsen en te vergroten. Eerst wat suggesties. U kunt de quiz alleen maken, of samen met anderen. Als u de quiz ook samen wilt maken met uw vrouw of man, met de gemeentekring, de mensen van de bidstond of gewoon met anderen, moet u natuurlijk voor iedere deelnemer een kopie hebben. U kunt uw antwoorden op een vel papier noteren. Bijvoorbeeld 1b, 2d, 3a enz. Spreek dan een tijd af en controleer samen uw antwoorden die u op bladzijde 31 vindt.
Gezellig en vaak opbouwend is het ook de vragen samen te doen en bij twijfel erover praten. We gebruiken nog steeds de NBG 1951 vertaling. U krijgt eerst vijf vragen in verband met het Kerstfeest, daarna zes vragen over eindtijdgebeurtenissen, vervolgens vijf vragen over de profeten, dan vier vragen over de discipelen en ten slotte vijf pittige vragen over verschillende Bijbelse uitspraken.
1. Waarom wilde Jozef in stilte van Maria scheiden?
a) Jozef was diep teleurgesteld in haar
b) Hij schaamde zich voor haar
c) Hij wilde Maria niet in opspraak brengen
d) Hij kon haar ontrouw niet laten passeren
2. Wie weerhield Jozef ervan om in stilte van Maria te scheiden?
a) De engel van de Here verscheen aan Jozef en zei hem niet te scheiden
b) Een engel van de Here sprak tot Jozef in een droom en zei dat hij Maria rustig tot vrouw kon nemen
c) Maria overtuigde Jozef van haar onschuld door hem te vertellen hoe de engel Gabriël haar verschenen was en wat Gabriël haar had gezegd
d) De engel Gabriël in een droom
3. Wie of wat zeiden de wijzen uit het Oosten dat zij in Jeruzalem zochten?
a) De beloofde Messias van Israël
b) De beloofde Verlosser
c) Het Kind dat volgens Jesaja 9 geboren zou worden
d) De geboren Koning van de Joden
4. Wat vertelt Marcus in zijn Evangelie over de geboorte of jeugd van de Here Jezus?
a) Niets
b) Dat de Christus in Bethlehem is geboren
c) Dat Hij op de achtste dag is besneden
d) Dat Simeon en Hanna Hem in de Tempel met Jozef en Maria hebben ontmoet
5. Hoe heette de vrouw van Zacharias, de vader van Johannes (de Doper)?
a) Mirjam
b) Suzanna
c) Elisabet
d) Hanna
6. Welke engel heeft de leiding over het leger engelen, dat in de eindtijd oorlog voert tegen satan en zijn afvallige engelen?
a) Michaël
b) Gabriël
c) Een engel van de HERE
d) De engel die de zevende bazuin blaast
7. Wie zijn de twee getuigen die in de eindtijd 1260 dagen zullen profeteren en wonderen doen?
a) Elia en Mozes
b) Henoch en Mozes
c) Petrus en Johannes
d) Hun namen worden niet in de Bijbel genoemd
8. Wie zal/zullen tijdens het einde van de eindtijd aan de volken ‘een eeuwig evangelie’ verkondigen?
a) De 144.000 die ‘het Lam volgen, waar Hij ook heengaat’
b) Een niet met name genoemde engel
c) De engel Gabriël
d) Het Lam Zelf
9. Welke van onderstaande gemeentes kreeg van de Here Jezus een compliment omdat ‘zij het bevel bewaard hebben Hem te blijven verwachten’?
a) De gemeente te Efeze
b) De gemeente te Smyrna
c) De gemeente te Tyatira
d) De gemeente te Filadelfia
10. Wie heeft de boekrol uit de hand van Hem die op de troon zit, aangenomen?
a) De Leeuw uit de stam van Juda
b) Een sterke engel
c) Het Lam
d) Eén van de 24 oudsten
11. Wie spraken dag en nacht de lofprijs: ‘Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt’?
a) De ‘vier wezens’
b) De vier wezens samen met de 24 oudsten
c) De 144.000 verzegelden uit de stammen van Israël
d) De grote schare voor Gods troon
12. Welke van de hieronder genoemde profeten was niet getrouwd:
a) Jesaja
b) Jeremia
c) Ezechiël
d) Hosea
13. Welke profeet noemde de Messias ‘Wonderbare Raadsman’?
a) Jesaja
b) Ezechiël
c) Micha
d) Zacharia
14. Welke profeet heeft voorzegd dat de knecht van de HERE in Zijn gezicht gespuugd zou worden?
a) Jesaja
b) Ezechiël
c) Micha
d) Zacharia
15. Wie van onderstaande profeten kreeg een boekrol die hij moest opeten?
a) Jesaja
b) Ezechiël
c) Daniël
d) Zacharia
16. Welke profeet heeft voorzegd dat ‘het huis van Jakob zijn bezittingen weer in bezit zal nemen’?
a) Joël
b) Micha
c) Obadja
d) Sefanja
17. Aan welke discipel vroeg de Here Jezus waar ze brood zouden kunnen kopen voor de mensen?
a) Petrus
b) Johannes
c) Jakobus
d) Filippus
18. Welke discipel zei tegen de Here Jezus: ‘Toon ons de Vader en het is ons genoeg’?
a) Petrus
b) Jakobus
c) Johannes
d) Filippus
19. Welke discipel was er niet bij toen de Here Jezus voor de eerste keer na Zijn opstanding aan hen verscheen?
a) Ze waren er allemaal, behalve uiteraard Judas
b) Petrus, want hij was gaan vissen
c) Thomas, want hij was ongelovig
d) Matteüs, want hij moest naar het tolhuis
20. Welke discipel(en) stond(en) bij het kruis van de Heer?
a) Geen, want ze waren allemaal gevlucht
b) Petrus
c) Johannes
d) Johannes en Andreas
21. In welk Bijbelboek of van wie is de uitspraak: ‘De wortel van alle kwaad is de geldzucht’?
a) De Here Jezus
b) Paulus
c) Spreuken
d) Psalmen
22. Wie zei, namens de HERE, ‘…al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw’?
a) De profeet Jesaja
b) De Here Jezus in het Lucas-evangelie
c) Paulus in de brief aan de Kolossenzen
d) Johannes in zijn eerste brief
23. In welk Bijbelboek staat: ‘Sterk als de dood is de liefde’?
a) Spreuken
b) Hooglied
c) 1 Korintiërs 13
d) 1 Johannes 3
24. In welk Bijbelboek lezen wij: ‘Wind zaaien zij en storm oogsten zij’?
a) Job
b) Jesaja
c) Hosea
d) Spreuken
25. Wie sprak de bekende, prachtige woorden: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe’?
a) Paulus
b) Petrus
c) Johannes
d) De Here Jezus
Hartelijk dank voor het maken van deze quiz. We hopen dat u ervan hebt genoten. De antwoorden en een suggestie voor de “waardering” van de score treft u aan op bladzijde 31.
Jan van Barneveld
[VERVOLG OP PAG. 31]
Antwoorden Bijbelquiz:
1 c Matteüs 1:19
2 b Matteüs 1:20
3 d Matteüs 2:2
4 a Zoek maar na in het Marcus evangelie
5 c Lucas 1:5 en 24 en volgend
6 a Openbaring 12:7
7 d Openbaring 11:2-12
8 b Openbaring 14:6
9 d Openbaring 3:10
10 c Openbaring 5:6,7
11 a Openbaring 4:8
12 b Jeremia 16:2
13 a Jesaja 9:5
14 a Jesaja 50:6
15 b Ezechiël 3:1-3
16 c Obadja 1:17
17 d Johannes 6:5
18 d Johannes 14:8
19 c Johannes 20:24-29
20 c Johannes 19:26,27
21 b 1 Timoteüs 6:10
22 a Jesaja 1:18
23 b Hooglied 8:6
24 c Hosea 8:7
25 d Johannes 3:16
Uitslag: Wat zullen wij van deze dingen zeggen?
Als iemand pas begint met het lezen van de Bijbel en hij/zij heeft 4 antwoorden goed en ‘gokt’ nog 4 goede antwoorden, komt zij/hij op 8 goede antwoorden. Iemand die al jaren de Bijbel regelmatig leest, kan zeker 15 of 16 goede antwoorden scoren. Er waren mijns inziens 6 makkelijke, 11 normale en 8 pittige vragen bij. Nu een ‘scoretabel’:
24 – 25 goed Uitstekend
20 – 23 goed Zeer goed
16 – 19 goed Goed
12 – 15 goed Voldoende
We wensen u goede en gezegende kerstdagen toe.
U bent op de quiz-pagina aangekomen. Probeer eens uw kennis van de Bijbel te toetsen en te vergroten. Eerst wat suggesties. U kunt de quiz alleen maken, of samen met anderen. Als u de quiz ook samen wilt maken met uw vrouw of man, met de gemeentekring, de mensen van de bidstond of gewoon met anderen, moet u natuurlijk voor iedere deelnemer een kopie hebben. U kunt uw antwoorden op een vel papier noteren. Bijvoorbeeld 1b, 2d, 3a enz. Spreek dan een tijd af en controleer samen uw antwoorden die u op bladzijde 31 vindt.
Gezellig en vaak opbouwend is het ook de vragen samen te doen en bij twijfel erover praten. We gebruiken nog steeds de NBG 1951 vertaling. U krijgt eerst vijf vragen in verband met het Kerstfeest, daarna zes vragen over eindtijdgebeurtenissen, vervolgens vijf vragen over de profeten, dan vier vragen over de discipelen en ten slotte vijf pittige vragen over verschillende Bijbelse uitspraken.
1. Waarom wilde Jozef in stilte van Maria scheiden?
a) Jozef was diep teleurgesteld in haar
b) Hij schaamde zich voor haar
c) Hij wilde Maria niet in opspraak brengen
d) Hij kon haar ontrouw niet laten passeren
2. Wie weerhield Jozef ervan om in stilte van Maria te scheiden?
a) De engel van de Here verscheen aan Jozef en zei hem niet te scheiden
b) Een engel van de Here sprak tot Jozef in een droom en zei dat hij Maria rustig tot vrouw kon nemen
c) Maria overtuigde Jozef van haar onschuld door hem te vertellen hoe de engel Gabriël haar verschenen was en wat Gabriël haar had gezegd
d) De engel Gabriël in een droom
3. Wie of wat zeiden de wijzen uit het Oosten dat zij in Jeruzalem zochten?
a) De beloofde Messias van Israël
b) De beloofde Verlosser
c) Het Kind dat volgens Jesaja 9 geboren zou worden
d) De geboren Koning van de Joden
4. Wat vertelt Marcus in zijn Evangelie over de geboorte of jeugd van de Here Jezus?
a) Niets
b) Dat de Christus in Bethlehem is geboren
c) Dat Hij op de achtste dag is besneden
d) Dat Simeon en Hanna Hem in de Tempel met Jozef en Maria hebben ontmoet
5. Hoe heette de vrouw van Zacharias, de vader van Johannes (de Doper)?
a) Mirjam
b) Suzanna
c) Elisabet
d) Hanna
6. Welke engel heeft de leiding over het leger engelen, dat in de eindtijd oorlog voert tegen satan en zijn afvallige engelen?
a) Michaël
b) Gabriël
c) Een engel van de HERE
d) De engel die de zevende bazuin blaast
7. Wie zijn de twee getuigen die in de eindtijd 1260 dagen zullen profeteren en wonderen doen?
a) Elia en Mozes
b) Henoch en Mozes
c) Petrus en Johannes
d) Hun namen worden niet in de Bijbel genoemd
8. Wie zal/zullen tijdens het einde van de eindtijd aan de volken ‘een eeuwig evangelie’ verkondigen?
a) De 144.000 die ‘het Lam volgen, waar Hij ook heengaat’
b) Een niet met name genoemde engel
c) De engel Gabriël
d) Het Lam Zelf
9. Welke van onderstaande gemeentes kreeg van de Here Jezus een compliment omdat ‘zij het bevel bewaard hebben Hem te blijven verwachten’?
a) De gemeente te Efeze
b) De gemeente te Smyrna
c) De gemeente te Tyatira
d) De gemeente te Filadelfia
10. Wie heeft de boekrol uit de hand van Hem die op de troon zit, aangenomen?
a) De Leeuw uit de stam van Juda
b) Een sterke engel
c) Het Lam
d) Eén van de 24 oudsten
11. Wie spraken dag en nacht de lofprijs: ‘Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt’?
a) De ‘vier wezens’
b) De vier wezens samen met de 24 oudsten
c) De 144.000 verzegelden uit de stammen van Israël
d) De grote schare voor Gods troon
12. Welke van de hieronder genoemde profeten was niet getrouwd:
a) Jesaja
b) Jeremia
c) Ezechiël
d) Hosea
13. Welke profeet noemde de Messias ‘Wonderbare Raadsman’?
a) Jesaja
b) Ezechiël
c) Micha
d) Zacharia
14. Welke profeet heeft voorzegd dat de knecht van de HERE in Zijn gezicht gespuugd zou worden?
a) Jesaja
b) Ezechiël
c) Micha
d) Zacharia
15. Wie van onderstaande profeten kreeg een boekrol die hij moest opeten?
a) Jesaja
b) Ezechiël
c) Daniël
d) Zacharia
16. Welke profeet heeft voorzegd dat ‘het huis van Jakob zijn bezittingen weer in bezit zal nemen’?
a) Joël
b) Micha
c) Obadja
d) Sefanja
17. Aan welke discipel vroeg de Here Jezus waar ze brood zouden kunnen kopen voor de mensen?
a) Petrus
b) Johannes
c) Jakobus
d) Filippus
18. Welke discipel zei tegen de Here Jezus: ‘Toon ons de Vader en het is ons genoeg’?
a) Petrus
b) Jakobus
c) Johannes
d) Filippus
19. Welke discipel was er niet bij toen de Here Jezus voor de eerste keer na Zijn opstanding aan hen verscheen?
a) Ze waren er allemaal, behalve uiteraard Judas
b) Petrus, want hij was gaan vissen
c) Thomas, want hij was ongelovig
d) Matteüs, want hij moest naar het tolhuis
20. Welke discipel(en) stond(en) bij het kruis van de Heer?
a) Geen, want ze waren allemaal gevlucht
b) Petrus
c) Johannes
d) Johannes en Andreas
21. In welk Bijbelboek of van wie is de uitspraak: ‘De wortel van alle kwaad is de geldzucht’?
a) De Here Jezus
b) Paulus
c) Spreuken
d) Psalmen
22. Wie zei, namens de HERE, ‘…al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw’?
a) De profeet Jesaja
b) De Here Jezus in het Lucas-evangelie
c) Paulus in de brief aan de Kolossenzen
d) Johannes in zijn eerste brief
23. In welk Bijbelboek staat: ‘Sterk als de dood is de liefde’?
a) Spreuken
b) Hooglied
c) 1 Korintiërs 13
d) 1 Johannes 3
24. In welk Bijbelboek lezen wij: ‘Wind zaaien zij en storm oogsten zij’?
a) Job
b) Jesaja
c) Hosea
d) Spreuken
25. Wie sprak de bekende, prachtige woorden: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe’?
a) Paulus
b) Petrus
c) Johannes
d) De Here Jezus
Hartelijk dank voor het maken van deze quiz. We hopen dat u ervan hebt genoten. De antwoorden en een suggestie voor de “waardering” van de score treft u aan op bladzijde 31.
Jan van Barneveld
[VERVOLG OP PAG. 31]
Antwoorden Bijbelquiz:
1 c Matteüs 1:19
2 b Matteüs 1:20
3 d Matteüs 2:2
4 a Zoek maar na in het Marcus evangelie
5 c Lucas 1:5 en 24 en volgend
6 a Openbaring 12:7
7 d Openbaring 11:2-12
8 b Openbaring 14:6
9 d Openbaring 3:10
10 c Openbaring 5:6,7
11 a Openbaring 4:8
12 b Jeremia 16:2
13 a Jesaja 9:5
14 a Jesaja 50:6
15 b Ezechiël 3:1-3
16 c Obadja 1:17
17 d Johannes 6:5
18 d Johannes 14:8
19 c Johannes 20:24-29
20 c Johannes 19:26,27
21 b 1 Timoteüs 6:10
22 a Jesaja 1:18
23 b Hooglied 8:6
24 c Hosea 8:7
25 d Johannes 3:16
Uitslag: Wat zullen wij van deze dingen zeggen?
Als iemand pas begint met het lezen van de Bijbel en hij/zij heeft 4 antwoorden goed en ‘gokt’ nog 4 goede antwoorden, komt zij/hij op 8 goede antwoorden. Iemand die al jaren de Bijbel regelmatig leest, kan zeker 15 of 16 goede antwoorden scoren. Er waren mijns inziens 6 makkelijke, 11 normale en 8 pittige vragen bij. Nu een ‘scoretabel’:
24 – 25 goed Uitstekend
20 – 23 goed Zeer goed
16 – 19 goed Goed
12 – 15 goed Voldoende
We wensen u goede en gezegende kerstdagen toe.
