Kerst, Israël en Gods heilsplan

Jan van Barneveld • 90 - 2014 • Uitgave: 25/26
De Here Jezus is geboren en opgegroeid in een gelovig Joods gezin. Het Evangelie ging eerst naar Israël. De prediking van de Here Jezus en van Johannes de Doper begon met: ‘Bekeert u, want het Koninkrijk van de hemel is nabijgekomen’ (Matteüs 3:2, 4:17). Het Koninkrijk is toen niet gekomen. Eerst ging de deur van Gods heil open naar niet-Joden. Nu al bijna twintig eeuwen.

Israël als volk heeft Hem niet herkend als Redder van de wereld. De HERE werkt nu krachtig aan een herstel van Israël. Komt het beloofde Koninkrijk nu? Dan zingen we van harte ‘Vrede op aarde’. Maar ook Satan werkt hard en wreed aan zijn gruwelijke koninkrijk. Wat doen wij? ‘Slapend op Hem wachten’, of meestrijden voor het komende Koninkrijk?

Exclusief Israël?
De engel die de herders vertelde dat ‘de Heiland geboren was’ sprak over ‘grote blijdschap die heel het volk (Israël) ten deel zal vallen’ (Lucas 2:2-14). Maria zei: ‘Hij heeft Zich Israël zijn knecht aangetrokken’ (Lucas 1:54). Gabriël, de engel, beloofde Maria dat Jezus ‘als Koning over het huis van Jakob (Israël) zou heersen’ (Lucas 1:33). De oude Simeon profeteerde in de Tempel over ‘heerlijkheid voor Uw volk Israël’ (Lucas 2:32). Alles Israël!
De Here Jezus drukte Zijn stempel op die exclusiviteit van Israël toen Hij Zijn discipelen uitzond om het evangelie te brengen: ‘Wijkt niet af op een weg naar de heidenen… begeeft u liever tot de verloren schapen van het huis Israëls’ (Matteüs 10:5,6). De Kananese vrouw kreeg te horen: ‘Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israël’ (Matteüs 15:24). Petrus volgde dit spoor toen hij in zijn toespraak tegen de Joden zei: ‘God heeft in de eerste plaats voor u Zijn Knecht doen opstaan’ (Handelingen 3:26). Alleen Israël plus een enkele uitzondering dus.

En wij?
Paulus en Barnabas kregen problemen met de Eerste Gemeente in Jeruzalem omdat zij het Evangelie ook aan niet-Joden brachten. Er kwam een grote gemeentevergadering in Jeruzalem. Het verslag staat in Handelingen 15. Besloten werd dat wij, gelovigen-uit-de-volken ‘medeburgers van de heiligen’ zijn.
In Handelingen 15 geeft Jakobus, de leider van de gemeente, een scenario van het verloop van de heilsgeschiedenis. Hij zet het Heil in een profetisch perspectief. Eerst Israël. Daarna ‘een volk voor Zijn naam uit de heidenen’ (15:14). Daarna herstel van land en volk van Israël (15:16 en Amos 9:11,14,15). Plus een geestelijk herstel als ‘zij Mij zien die zij doorstoken hebben’ (Zacharia 12:10). Dan gaat ‘het overige deel van de mensen de Here zoeken’ (15:17). Dus de niet-Joden en niet-christenen. Alle openstaande beloften en profetieën worden vervuld. Dan komen ‘vrede op aarde’, ‘heerlijkheid voor Gods volk Israël’ en het ‘koninkrijk van de hemel op aarde’. Daar hopen we op en bidden we voor; in het bijzonder op het Kerstfeest: ‘Uw Koninkrijk kome!’

Hoever zijn we nu?
Toen de Heer op aarde kwam, barstte de strijd onmiddellijk los. Satan had zijn knechtje Herodes klaar. Jozef en Maria ontsnapten met Jezus net op het nippertje uit Bethlehem naar Egypte (Matteüs 2:13-16). ‘Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen’, zei de profeet Hosea (11:1) al. Maar over Israël kwam een stuk lijden, de kindermoord te Bethlehem. En nu?
De Boze weet dat Paulus gezegd heeft: ‘De Verlosser zal uit Sion komen’ (Romeinen 11:26). Het herstel van Israël, de terugkeer (aliya) van het Joodse volk en andere stammen naar het Beloofde Land, is één van de tekens van en voorbereidingen voor de komst van de Koning en het Koninkrijk. Het gaat allemaal heel snel. Het verwoeste land is hersteld, de aliya gaat krachtig door. God gaat door.
Ook nu is de Boze grimmig aan het werk. Hij heeft twee doelen. Ten eerste de vernietiging van Israël. Want als dat lukt, kan God al die beloften voor Israël niet inlossen en het Woord van de HERE zal dan niet van Jeruzalem uitgaan (zie Jesaja 2:3). Ten tweede wil Satan zijn eigen wrede rijk op aarde vestigen.

Beloften
God vervult profetieën en beloften aan Zijn volk. Intussen wordt de wereld tegen Israël opgezet. Vijfhonderd geleerden hebben hun verstand verloren en schrijven een brief, een soort manifest, tegen Israël. De EU en de VS intrigeren tegen Israël en blijven proberen Israël gevaarlijke concessies aan de hun fel hatende vijanden op te dringen. Bijvoorbeeld de onzinnige Tweestaten-oplossing.
Dit is voor de Boze een belangrijke fase in zijn voornemen Israël te vernietigen. Hezbollah staat klaar om de volgende serie raketten op Israël af te schieten. Iran gaat rustig door met de productie van de atoombom. Hamas rekruteert jonge mensen en produceert een nieuwe voorraad raketten voor een nieuwe oorlog. De wereld haat Israël.
Wat vreselijk voor de wereld waarin wij leven en onze kinderen opgroeien. Maar de HERE is trouw. Hij beschermde Israël tegen 4.500 raketten van Hamas. Manasse en Joden uit Frankrijk en de Oekraïne komen massaal terug. De HERE komt tot Zijn doel met Zijn volk. De Koning komt!

Kalifaat
Al eeuwen probeert Satan zijn rijk op aarde te vestigen. Alles is tot nu toe mislukt. Zijn laatste poging komt vanuit de islam en heet sharia-kalifaat. Momenteel maken we de derde overval van de islam op West-Europa mee. De eerste overval eindigde in 732 in Poitiers in Frankrijk. De tweede overval (van het Turks-Ottomaanse wereldrijk) eindigde in 1683 rond Wenen.
Nu dringen moslims overal in Europa samenlevingen binnen. De roep om een kalifaat klinkt openlijk en krachtig. Vooral bij die gruwelijk wrede jihadistische terroristengroepen. Allemaal fel tegen Israël en op weg naar Jeruzalem. Allemaal met als doel een islamitisch sharia-kalifaat. Meedogenloos en wreed. Zoals de Here Jezus al heeft voorzegd: ‘De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen’ (Johannes 10:10). Dat zien we voor onze ogen gebeuren. Komt de antichrist uit de islam, uit Turkije, zoals sommigen denken? In elk geval is ook deze ontwikkeling een teken dat de komst van de Here Jezus nabij is.

En wij?
Wij vieren dankbaar Kerstfeest. Wij zingen: ‘Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw’. Of: ‘Laat mij slapend op U wachten’. Of niet? Zijn we niet stil, maar gebruiken we vrijmoedig en krachtig de sterke geestelijke wapens die de Heer ons heeft gegeven? Het wapen van gebed. ‘Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan wordt verleend’ (Jakobus 5:16). Uw gebed geeft kracht en wijsheid aan Israël en Israëls regering om staande te blijven in de zware druk die op hen wordt uitgeoefend. Onze gebeden zijn een sterke steun voor de zo zwaar vervolgde gelovigen.
Een nog sterker wapen is het Woord van God. Satan is alleen maar bang voor het Woord van God. Voor een paar citaten uit Deuteronomium 6 en 8 die de Here Jezus aanhaalde (Matteüs 4:1-11) vluchtte de Boze. Zo proclameren wij in het geloof de Bijbelse beloften voor Israël voor het Aangezicht van de HERE op onze bidstonden en in onze persoonlijke gebeden. Ook met Kerst!

Jan van Barneveld