Kenmerken van een echte opwekking

Oscar Lohuis • 96 - 2020 • Uitgave: 9
Het woord ‘opwekking’ doet denken aan iemand die dood was, maar uit de dood is opgewekt. Zo kan de Heer ook Zijn gemeente op bepaalde plekken opwekken uit een toestand van geestelijke dood. Een opwekking betekent dan ook dat er nieuw leven komt.

Het Franse woord ‘reveil’ (herleving) sluit hierbij aan. Er vindt plotseling een opleving plaats van geloof in God, van kerkelijke betrokkenheid en een uitrekken naar de wereld in nood. Ook het woord ‘ontwaken’ past hierbij: wakker geschud worden uit een soort slaap. Met een schok weggetrokken uit onverschilligheid ten aanzien van geestelijke dingen. Tijdens een opwekking worden mensen wakker geschud, waardoor er een diep verlangen naar God ontstaat en een oprechte liefde voor de naaste. Als God ons opwekt worden we gereanimeerd, gerestaureerd en geactiveerd. Ook betekent het dat er nieuwe vreugde in de Heer ontstaat: ‘Zou U ons niet weer levend maken, zodat Uw volk zich in U verblijdt?’ (Psalm 85:7).

Meer dan grote samenkomsten
Als er ergens heel veel mensen bij elkaar komen rondom Gods Woord wil dat nog niet zeggen dat er sprake is van een opwekking. Er vinden vaak evenementen plaats die grote aantallen mensen aantrekken. Hoeveel mensen ergens zijn is niet de maatstaf voor een echte opwekking. Het gaat om een werk van Gods Geest waardoor mensen diep in hun hart worden getroffen. Het is een bovennatuurlijk iets. Door een opwekking keren christenen terug naar nieuwtestamentisch christendom. De Heilige Geest komt opnieuw over de gelovigen, waardoor zij vervuld worden met liefde. De gelovigen ontvangen een zalving waardoor zij gaan functioneren in het dagelijkse leven zoals God dat heeft bedoeld. In veel grote samenkomsten proef ik soms veel opwinding, maar weinig opwekking. Het feit dat mensen erg enthousiast worden wil niet zeggen dat er werkelijk diep van binnen iets veranderd. Soms worden mensen wild enthousiast, gaan ze helemaal uit hun dak, maar na het evenement is er niets veranderd in de houding, de manier van leven en de relaties met anderen. Bij een opwekking gebeurt dat wel.

Gods aanwezigheid
David Brainerd wist zich als jongeman in de achttiende eeuw geroepen om de Amerikaanse indianen met het Evangelie te bereiken. Hij ging samen met zijn vrouw onder hen wonen. Hij bad vurig voor een opwekking. Soms knielde hij in de sneeuw, zo lang dat de sneeuw rondom hem helemaal gesmolten was. Hij leed aan tuberculose, maar toch volhardde hij in dit gebed. In zijn dagboek beschreef hij hoe God zijn gebed in het jaar 1745 verhoorde: “De kracht van God daalde neer op de mensen die samengekomen waren, als een zeer krachtige meeslepende wind. Er was plotseling zoveel kracht dat allen niet anders konden dan voor de Heere neer te buigen. Ik was zeer verbaasd over de invloed die dit had op het gehele publiek. Ik kan het niet anders beschrijven dan als de kracht van een machtige vloedgolf die niemand kan weerstaan. Bijna iedereen, mensen van allerlei leeftijden, bogen neer en raakten vervuld met diepe zorg voor hun eigen relatie met God en voor elkaar. Bijna niemand was in staat om de schok van wat God aan het doen was te weerstaan.”
Ik heb ook de dagboeken van de evangelist George Whitefield gelezen. Hij predikte meestal in de open lucht, omdat hij en andere evangelisten van die tijd uit de meesten kerken in Engeland werden gegooid. Tienduizenden stroomden samen om in de buitenlucht naar de predikers te luisteren. Whitefield schreef vaak in zijn dagboek: “Plotseling daalde de Heere in ons midden neer. Iedereen werd zich bewust van Zijn aanwezigheid.” Hij mat dit besef ook af aan hoe stil het werd onder de mensen. Terwijl er soms meer dan dertigduizend bij elkaar waren werd het uitermate stil in deze massa, omdat mensen in hun hart werden stilgezet bij Gods liefde en genade, bij de beschrijving van wat er aan het kruis voor hen was gedaan. Een opwekking is dus niet een oppepping tot opwinding, maar is nuchter, geestelijk. Ten diepste komt het voort uit het werkelijk horen van Gods Woord, het Evangelie.

Een werk van God
Bij een echte opwekking heeft iedereen dan ook door dat God iets bijzonders aan het doen is en dat het niet vooral mensenwerk is. Het is een goddelijk ingrijpen in de gang van zaken die lange tijd normaal, maar ook ver onder de maat is geweest. Hij roept Zijn kinderen terug tot Zichzelf en het leven in gemeenschap met Zijn Zoon, onze Verlosser. In mijn vorige artikel over opwekking (‘Geen opwekking zonder Israël’ in Zoeklicht nr. 7) wees ik op een boekje over de geestelijke opleving die de Heere heeft gegeven in ons land begin twintigste eeuw. Johannes de Heer en anderen werden door God gebruikt voor een herleving die dwars door allerlei kerkgenootschappen heen ging. In de eerste zin van dit boekje schreef Johannes de Heer: “Ik wil er eerst de nadruk op leggen, dat hier, evenmin als in Wales, de opwekking van enig mens afhankelijk was.” Soms kwamen de rondreizende broeders aan in een bepaalde plaats waar zij zouden spreken. Degenen die de samenkomsten hadden georganiseerd vroegen zich af wat het programma zou zijn en wie er zouden spreken. Maar vaak wisten deze sprekers dat zelf ook nog niet. Als dan de ‘samenkomsten tot opwekking van geestelijk leven’ begonnen, dan was de leiding van de Heilige Geest zo reëel, dat het gewoon gebeurde. Er werd vanuit het hart gezongen, er waren spontane gebeden en getuigenissen en de Heere gaf een woord aan deze of gene, maar noch het programma noch de sprekers waren allesbepalend. Soms kwam de eerste spreker pas na twee uur aan het woord, omdat er al zoveel harten verbroken waren en de een na de ander zijn of haar zonden openlijk had beleden. Een opwekking komt doordat de kracht van de Heere Jezus merkbaar aanwezig is in de samenkomsten van de gemeente.

In tijden van groot verval
Het is erg bemoedigend uit de geschiedenis te begrijpen dat de Heere God vaak opwekkingen heeft gegeven in tijden dat het erg slecht ging met de kerk en met de samenleving. Juist in tijden van secularisatie, diep moreel verval en geestelijke duisternis is God gekomen met een verrassende en bevrijdende opwekking. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament komen we tegen dat juist de nood in Israël of in de gemeente voor sommigen een aansporing vormt om te gaan bidden. Het zijn soms maar enkelen, soms maar één persoon, die zich toewijdt om te gaan bidden. God geeft soms grote verlossing door heel weinig mensen, zoals bij Gideon. Hopelijk worden enkele lezers door dit artikel geïnspireerd en door de Heere getrokken om Hem met heilige onbescheidenheid te gaan vragen voor een nieuwe opwekking. Die hebben we nodig.

Oscar Lohuis