Ken je vijand en voorkom slavernij

Dick Slikker • 89 - 2013 • Uitgave: 24
Het bekendste verhaal over slavernij in de Bijbel wordt beschreven in Exodus. Het volk Israël woonde in Egypte. In Kanaän heerste een hongersnood en om aan eten te komen was men naar Egypte gegaan. Zij woonden in Egypte in een heel vruchtbaar gedeelte, genaamd Gosen. Ze hadden veel vee en daarom was weidegrond heel belangrijk. Farao had het beste stuk land aan hen gegeven (Genesis 47:6). Men had het er erg goed. Het kon niet beter.

Tegelijkertijd had God aan Jakob een belofte gegeven. Ze zouden maar tijdelijk in Egypte verblijven. Toen Jakob, maar ook Jozef, stierf, werd gesproken over terugkeren en dat zij begraven wilden worden in Kanaän. Jozef spreekt ook duidelijk uit dat God het land Kanaän heeft gegeven aan Abraham, Isaäk en Jakob (Genesis 50: 24). God wilde dat Israël terug zou gaan naar Kanaän en niet zou blijven in Egypte.

God heeft geduld
God wil dat het volk in beweging komt, maar het volk heeft het prima naar zijn zin waar ze zijn. Geen enkele reden om aan een moeilijke reis te beginnen. Veel dorst, honger en zand zal er zijn. We hebben het toch goed, waarom dan op reis? Omdat God het zo graag wil? Laten we rustig aan doen, niet te snel. De Here God had dit probleem al voorzien en besproken met Abraham (Genesis 15:3). Abraham wist dat het volk tijdelijk in een ander land zou zijn. Jakob sprak er over en ook Jozef. Men wist dus wat Gods wil was. Er onstaat dus een conflict tussen Israël en God.
Als God duidelijk spreekt en we willen niet gehoorzamen, dan neemt God alle tijd. Hij heeft geduld. Rustig aan komt er toch een moment dat God de hele zaak in beweging brengt. Hij gaat er zelfs voor zorgen dat het volk Hem gaat smeken om hen weg te halen. Meestal is dat niet de fijnste methode. De Here God zet druk op de ketel. Hij laat het toe dat het volk als slaaf gebruikt wordt, maar brengt het volk in omstandigheden zodat zij Hem gaan aanroepen: ‘we willen hier weg’! ‘God hoorde hun weeklacht, en dacht aan Zijn verbond met Abraham, Isaäk en Jakob’ (Exodus 2:24). Het heeft een tijd geduurd, maar nu zit het volk op één lijn met de Here God.
God laat het dus toe dat Zijn volk als slaaf behandeld wordt. Sterker nog, God gebruikt die slavernij. Hij laat immers alles medewerken ten goede. Maar was God zelf de regisseur van deze slavernij? Nee, heel duidelijk nee. God veroorzaakte de slavernij niet, maar Hij gebruikte deze wel, optimaal. Wie was dan de regisseur van de slavernij? Juist, Farao, de vijand. De organisatie ‘Duisternis’ maakte een plan om de Israëlieten uit te schakelen. Israël vormde voor hem een bedreiging.

Beleidsplan
In veel bedrijven en organisaties maakt men om de 4 of 5 jaar een beleidsplan. Daar staan abstracte doelstellingen in die men wil bereiken. Bijvoorbeeld uit de gezondheidszorg: we willen 10% minder rokers, of uit een commercieel bedrijf: we willen 10% meer omzet en 10% meer winst. Die doelstellingen gaan niet vanzelf, daar moeten de mouwen voor opgestroopt worden. En dat doet men meestal door een vertaling van de abstracte doelstellingen naar een concreter jaarlijks werkplan. Voor het voorbeeld uit de gezondheidszorg kan dat betekenen dat er het ene jaar een verbod komt op roken in openbare gebouwen, het andere jaar de accijns op tabak omhooggaat, weer een jaar later een beleid waarbij de jeugd van het roken wordt afgehouden, enz. Voor een commercieel bedrijf kan het zijn dat het ene jaar meer geadverteerd wordt via internet naar een specifieke doelgroep, het andere jaar wordt via telemarketing een groter netwerk aan klanten opgebouwd, het volgende jaar worden de bestaande klanten met goede aanbiedingen bediend. Of er worden nieuwe inovatieve producten geproduceerd.

Beleidsplan van de organisatie ‘Duisternis’
Dat is wat we ook al leren in de Bijbel van de organisatie ‘Duisternis’. Hun beleidsplan staat in Exodus 1:10. Het bestaat uit 4 punten:
• Kom, laten wij verstandig tegen Israël optreden, anders zal het talrijk worden.
• Mocht er een oorlog uitbreken, dan zal Israël zich ook bij onze vijanden aansluiten.
• Verhinderen dat Israël tegen ons strijdt .
• Verhinderen dat Israël uit het land wegtrekt.

Dit is niet een vier of vijf jaren beleidsplan, dit is een eeuwig beleidsplan. Onze vijand zal alles in het werk stellen om te verhinderen dat we groeien en dat wij ons aansluiten bij zijn vijanden, ons zelfs tegen hem keren en onder zijn macht weggaan. De vijand heeft graag de controle over ons.
Nu komt het concrete werkplan, dat kan steeds veranderen. Hoe de organisatie ‘Duisternis’ dat doet, hangt van veel omstandigheden af. Iedere persoon, kerk, organisatie zal anders aangepakt worden. Maar het heeft altijd hetzelfde doel, beschreven in het vier-punten-beleidsplan. In Exodus zie je het concrete werkplan als volgt (Exodus 1:12-14):
• opzichters om Israel te onderdrukken tot slavenarbeid.
• met harde hand laten werken, geen tijd meer voor iets anders.
• het leven werd bitter, hard moeten werken.

Direct gehoorzamen
Groei moest voorkomen worden, Israel mocht niet meer vruchtbaar zijn. En de humor zit hem hierin dat de organisatie ’Duisternis’ God precies in de kaart speelt. God maakt gebruik van de plannen van de vijand. Als we God niet willen gehoorzamen dan zal de vijand onbewust de Here God helpen dat we het wel gaan doen. Dat brengt ons in problemen. God gebruikt die problemen om ons toch te laten gehoorzamen. Hij zet de druk op de ketel. Daarom is het veel beter om direct te gehoorzamen. Laten we toch meer alert zijn op de acties van organisatie ‘Duisternis’. Het zal ons veel verdriet besparen. Een analyse van onze zwaktes zal duidelijk maken welk werkplan de vijand voor ons heeft.

Dick Slikker
De auteur is consultant voor zendingsprojecten, zie www.projectcaremc.org. Ook www.lessgodmorecrisis.org is interessant.