Kanjers en parels van kinderen Over kinderen als ‘project’ van hun ouders

Yme Horjus • 95 - 2019 • Uitgave: 6
“Mijn kind doet zoiets niet.” Vandaag de dag is dit een veelgehoorde uitspraak van ouders. Wanneer hun zoon of dochter beschuldigd wordt van iets, dan kunnen ze zich niet voorstellen dat hun kind iets verkeerds doet. Het zijn immers hun ‘kanjers’ en ‘parels’.

In januari van dit jaar was er een incident tussen een onderwijsassistent en een leerling van een school in Heemskerk. De onderwijsassistent greep een leerling bij zijn nekvel, die net daarvoor een kruk naar de man had gegooid. Deze confrontatie, die door leerlingen werd gefilmd, ging ‘viral’ en werd meer dan 600.000 keer bekeken. Dit pedagogische optreden werd echter bestraft door de schoolleiding.

Maatregel teruggedraaid
De man werd op non-actief gesteld, want het ging in tegen de strenge regels van de school over fysiek contact en was strijdig met de professionaliteit die van leerkrachten wordt gevraagd. De commotie die vervolgens ontstond, leidde tot een handtekeningenactie die 7000 keer werd ondertekend en ook werd ongeveer 5000 euro opgehaald om de onderwijsassistent een leuk weekendje te bezorgen. De leiding van de school heeft later de maatregel teruggedraaid en heeft toegezegd de man, die vlak voor zijn pensioen stond, een waardig afscheidsfeest te bezorgen.
Mijn vrouw is werkzaam in het speciaal basisonderwijs en kan uit eigen ervaring putten als het gaat om het veranderde – en nog steeds veranderende – klimaat op scholen. Ook zij heeft een aantal jaren geleden op het punt gestaan geschorst te worden, omdat zij een kind dat helemaal uit zijn dak ging stevig had beetgepakt. Het kind vertelde thuis wat er was gepasseerd. De moeder van het kind was op school gekomen en diende een klacht tegen mijn vrouw in. Zij dreigde zelfs aangifte te doen bij de politie. De directeur zat met haar handen in het haar: wat moest er nu gebeuren? Een schorsing? Op non-actief? Dit is gelukkig met een sisser afgelopen, omdat het kind thuis nog in diezelfde week volstrekt onhandelbaar bleek, waarna de moeder haar klacht introk.

Afname van respect
Uit een artikel, dat ik gelezen heb van het CNV, wordt duidelijk dat de onderwijsbond van deze werknemersorganisatie meerdere keren per maand wordt ingeschakeld voor dit soort situaties. Leerkrachten vragen dan om juridische bijstand, omdat de ‘corrigerende tik’ niet meer wordt getolereerd. Een woordvoerder van de onderwijsbond verklaarde dat er maatschappelijk een en ander was veranderd ten opzichte van vroeger. Hij sprak over een afname van respect voor autoriteit. “Als een onderwijzeres vroeger werd uitgescholden voor kankerhoer, stortte de school bijna in. Nu is dat vrij normaal. We raken murw.” Ouders zijn meteen geneigd met de vinger te wijzen naar leerkrachten. Ze gaan er vaak bij voorbaat van uit dat kinderen niets te verwijten valt. Daar komt nog bij dat directeuren soms bang zijn voor leerlingenterugloop en daarom de kant van de ouders kiezen. Leerkrachten voelen zich dan niet geruggesteund en missen een gevoel van veiligheid. Als dit teveel gebeurt, raken zij beschadigd en gaan dan op weg naar een begrijpelijke burn-out.

Prinsjes en prinsesjes
In oktober van het vorige jaar heeft een opvoeddebat van het opinieblad De Nieuwe Koers

plaatsgevonden in de Utrechtse Janskerk. Allerlei mensen uit christelijke kring waren daar bijeen om over de opvoeding van kinderen te spreken. Een overheersende opvatting dat kinderen opgroeien als ‘prinsjes en prinsesjes’, was daar te horen. Men sprak over een ‘poezelige’ geloofsopvoeding, waarbij ouders als ware curlingspelers alles uit de weg bezemen wat voor de kinderen hindernissen zijn. Curling is die merkwaardige nieuwe olympische sport, waarbij een ronde stenen schijf wordt voortbewogen over het ijs voorafgegaan door twee sporters die fanatiek met bezempjes het ijs polijsten om de schijf maar zo goed mogelijk te laten glijden. Deze metafoor is heel treffend voor wat ouders vóór zich zien als het de opvoeding van hun kinderen betreft. Ook christen-ouders zijn met het virus behept om hun kinderen te beschouwen als een ‘project’ dat tot een goed einde moet worden gebracht. Kinderen moeten de doelen bereiken die de ouders als idealen voor hun kroost koesteren. Er moet uit komen wat er in zit en liefst nog meer! Dat doel heiligt de middelen. Als het nodig is in het belang van het kind moet op school (ook een christelijke school!) maar beklag worden gedaan over leerkrachten die niet voldoende meewerken om aan de wensen van de ouders tegemoet te komen. Want het gestelde doel moet bereikt worden!

Parels in Gods hand
Kinderen zijn dan ‘prinsen en prinsessen’ die – zo heb ik ergens gelezen – ‘zich moeten ontwikkelen tot de beste versie van zichzelf’. Ik heb het meegemaakt dat in de gemeente waar ik deel van uitmaak kinderen worden aangesproken als ‘kanjers’ en dat er ook vaak op gezinspeeld wordt dat ze ‘parels zijn in Gods hand’. “Is dat dan niet zo?”, hoor ik mensen zeggen. “We zijn toch allemaal parels in Gods hand?” Jazeker, dat is waar, maar het is ook waar dat we in zonde geboren zijn en deelachtig zijn aan de menselijke natuur waarin geen goed is, zo leert de Bijbel ons. Maar dàt is wat er met ons zo langzamerhand als christenen ook is gebeurd: we nemen dit soort sombere tonen uit de Bijbel niet zomaar meer over. Dat lijken wij met een korreltje zout te nemen. ‘Onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad’ is een uitspraak uit een ver verleden en krijgen wij niet meer over onze lippen.

Kanjers en parels. In dat opvoeddebat in de Janskerk in Utrecht bleek dat christen-ouders meegingen in de algemene ‘vertroetelcultuur’ van onze tijd, waarbij kinderen worden rondgereden in bakfietsen (stoer voor ouders!), of op de achterbank van de auto naar allerlei vrijetijdsbestedingen worden gebracht: sport, paardrijden, muziek, ballet en dergelijke dingen meer. Kinderen moeten een onbezorgde jeugd beleven. Ze moeten gelukkig kunnen zijn en zo min mogelijk pijn, lijden en moeite ervaren. Alles moet leuk zijn en spannend. De leerkracht op school moet veel filmpjes laten zien over zaken waar hij of zij de leerlingen over wil onderwijzen. Leerstof moet als infotainment worden aangeboden, anders boeit het de leerlingen niet meer.

Eenzijdig liedje
Hebben we het niet een beetje te danken aan Elly en Rikkert met hun liedje ‘weet dat je een parel bent’? Nog maar weer eens: het is een mooi en waar liedje. Maar ook weer: het is een eenzijdig liedje. Niet het hele verhaal wordt hier verteld. De socioloog Wim Dekker van de Christelijke Hogeschool Ede zegt heel treffend over de geloofsoverdracht aan kinderen en jongeren: “Het is altijd fijn en goed met Jezus. Je wandelt zo het Koninkrijk binnen. God staat te wachten bij de poort. Hij is allang blij dat er iemand komt”. Dekker geeft zelf aan dat het een vertekening is: “met vrolijke en lichte Jezus-praat help je jongeren geen steek verder!”

Waarom willen we toch alles voor kinderen wegnemen? Waarom willen we vooral curling-ouders zijn? Kinderen worden toch niet weerbaar gemaakt door in een illusie te leven dat het leven één groot feest is? Het is toch beter voor kinderen te leren dat het niet altijd gaat zoals ze hopen? De Here God is er niet voor om te zorgen dat zij in de watten worden gelegd. Hij is geen curling-God voor wie het Zijn hoogste doel is om het mensen naar de zin te maken. Hij is er wel bij als je tegenslagen ontmoet. Je mag tot Hem bidden om kracht, als je ontmoedigd raakt door teleurstellingen in het leven. Laten we dat toch aan onze kinderen voorhouden! Het leven schuurt soms. We moeten niet een selectief godsbeeld en mensbeeld aan onze kinderen aanreiken, want de Bijbel vertelt wel anders. Wat erg om een beeld van God te schetsen dat niet aan de werkelijkheid beantwoordt! Een beeld dat gemodelleerd is naar onze idealen en verlangens. Ik denk wel eens: wat zit er nu toch achter om de klassen of de groepen van zondagsschool en kinderwerk te noemen naar edelstenen: de juweeltjes, de pareltjes, de goudklompjes, de robijntjes en de diamantjes? Ik begrijp de liefkozende manier om zo naar kinderen te kijken (ik houd ook van mijn kleinkinderen!), maar pas op dat het niet wordt tot: ettertjes, brutaaltjes en blaagjes. Om nog weer mijn vrouw aan te halen, als ze weer eens een grote mond van een kind krijgt: “de autonome wijze waarop kinderen zich soms manifesteren verraadt zoveel egocentrisch denken, waardoor het door en door verwende en op zichzelf gerichte mensen kunnen worden, die niet het aangezicht van God weerspiegelen”.

Verkeerde zelfbeelden
Ik zou ervoor willen pleiten de woorden ‘kanjer’ en ‘parel’ maar niet meer te gebruiken. Het is niet goed kinderen (en onszelf) te leren dat ‘we zo geweldig’ zijn. We prijzen misschien ook kinderen te veel, ook als het niet zo’n geweldige tekening is, die ze gemaakt hebben, of zo’n geweldige prestatie is, die ze verricht hebben. “Dat heb je heel goed gedaan!”, kan volkomen misplaatst zijn en een verkeerd gevoel van eigenwaarde geven. Natuurlijk, complimenten zijn goed en bemoedigingen zijn voedend voor het zelfvertrouwen. (Trouwens voor iedereen!) Onechte waarderende opmerkingen leiden tot verkeerde zelfbeelden en kweken uiteindelijk vreselijke mensen, terwijl God een ander beeld voor ogen heeft: een beelddrager voor Gods aangezicht te zijn en een mens in wie de liefde en waarheid van de Here Jezus zichtbaar wordt!

Ik heb overigens wel medelijden met deze generatie die gerust de ‘hoge-lat-generatie’ kan worden genoemd. Ze moeten zoveel! Van zichzelf en van hun ouders moeten ze de beste versie van zichzelf laten zien. Lopen ze dan niet het gevaar van continue op hun tenen te moeten lopen? Arme schapen! Laten we maar veel bidden voor deze kinderen en jongeren!

Yme Horjus