Judas, de man uit Keriot
De heldenrol van Judas
Er is de laatste tijd veel te doen geweest rondom de persoon Judas. Met name toen het Judasevangelie weer eens uit de oude doos gehaald werd en men het voordeed als een nieuwe ontdekking. De vruchten hiervan vindt u in de musical Jesus Christ Superstar, waarin Judas een heldenrol speelt en in de nieuwe musical over Judas, die momenteel opgevoerd wordt. In dit evangelie wordt Judas als de held beschreven, die van de Here Jezus persoonlijk de opdracht ontvangen had om Hem te verraden. Judas was precies op de hoogte van de dingen die zouden moeten gaan gebeuren. Hij was de spil in het verlossingswerk van Christus en zorgde er voor dat de Here Jezus, juist zoals in het Oude Testament beschreven werd, als Gods Lam geofferd werd.
Gnostiek
We hebben hier te maken met de Gnostiek, een filosofische stroming vanuit het Hellenisme die in de tweede eeuw na Christus ontstond en de gemeente van Christus in die tijd bedreigde. Het evangelie van Judas is niet door Judas geschreven, maar door een gnosticus die op een filosofische manier de rol van Judas wilde belichten. De vroege kerk met haar kerkleiders waarschuwden de christenen voor deze antichristelijke leer.
Waar kwam Judas vandaan?
Op welke manier Judas door de Here Jezus geroepen werd is niet bekend. Het zal wel net zo gegaan zijn als de anderen, die door Hem als apostel aangewezen werden. Naar alle waarschijnlijkheid laat de naam van Judas Iskariot ons zien, dat hij als enige apostel uit Judea afkomstig was. De naam Iskariot kan vertaald worden met: ‘man van Keriot’. Keriot ligt in het stamgebied van Judea, even ten zuiden van Hebron. De naam Keriot wordt in verschillende oude handschriften van de evangeliën in de kantlijn van de tekst teruggevonden.
Een bijzondere taak voor Judas
Verder weten we dat Judas een speciale taak had binnen de groep apostelen. Hij was de apostel die voor de financiën zorgde. Als Rabbi had de Here Jezus vele volgelingen, die voortdurend bij Hem verbleven. Om voor zo’n grote groep te kunnen zorgen, kwamen er vele giften binnen, die door Judas beheerd werden. Met deze giften konden armen geholpen worden, maar konden ze ook zelf eten kopen en zich verzorgen. Zo ontstond er rond de Here Jezus een gemeenschap van apostelen en discipelen waar geld binnenkwam en uitgegeven moest worden. U kunt nu ook wel begrijpen dat Judas, met zo’n verantwoordelijke taak, boven elke verdenking stond (leest u maar in Johannes 13:28-30).
De teleurgestelde Judas
Waarom Judas tot de daad van het verraad kwam, kunnen we niet met zekerheid vaststellen. Zou het de teleurstelling geweest zijn die hem aanzette zijn Meester te verraden? Hij had zo gehoopt dat zijn Meester de Messias was en Zich als koning op de troon van David zou zetten. Wat moet er in Judas omgegaan zijn, toen hij van de Here Jezus hoorde dat het allemaal anders zou gaan en Hij verworpen zou worden en aan het kruis zou sterven. Wilde hij het ‘zinkend schip voortijdig verlaten’ om zo zijn eigen positie te kunnen redden? We weten het niet.
De geldzuchtige Judas
Anderen denken dat het met name de geldzucht was, die Judas tot zijn daad aanzette. We lezen namelijk in Johannes 12:6, dat hij zich om de armen niet bekommerde, maar alleen dacht aan zijn eigen portemonnee! De mirre waarmee de zondares de voeten van de Here Jezus zalfde, had immers voor driehonderd schellingen verkocht kunnen worden! Daar had Judas de kas mee kunnen spekken, wat aan de armen kunnen geven, maar ook zelf een bedrag in zijn eigen zak kunnen steken! In 1 Timoteüs 6:8-10 leert Paulus ons: ‘De wortel van alle kwaad is de geldzucht.’ Het zou heel goed kunnen, dat met name deze geldzucht Judas te pakken had gekregen en hem tot de daad van het verraad gedreven heeft.
Dit temeer, omdat juist vanuit het Oude Testament zo de nadruk ligt op de dertig zilverstukken, waarvoor de Here Jezus verkocht zou worden: ‘Toen wogen zij mijn loon af: dertig zilverstukken. Werp dat de pottenbakker toe; een ‘heerlijke’ prijs, waarop Ik hunnerzijds geschat ben! Ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des Heren de pottenbakker toegeworpen’ (Zacharia 11:12-13). Hier hebben we een voorbeeld van een profetie, die zo’n 500 jaar voor de geboorte van Christus uitgesproken en opgeschreven werd en vijf eeuwen later tot in de kleinste details in vervulling gegaan is. De overpriesters, die deze profetie wel móesten kennen, waren kennelijk zo verblind dat ze onwetend met het geld de bloedakker van de pottenbakker gekocht hebben en zo de Schrift vervulden.
De prijs die voor de Here Jezus betaald werd ligt trouwens onder de prijs die een slaaf op de markt op zou moeten brengen. In Leviticus 27:3 lezen we dat voor een slaaf van tussen de twintig tot zestig jaar vijftig zilverstukken betaald diende te worden! Vandaar de spottende toon van Zacharia over de dertig zilverstukken.
De willoze Judas
Anderen menen dat Judas een willoos instrument in de handen van God was omdat hij voorbestemd was om tot deze vreselijk daad te komen. We komen hier op een heel moeilijk onderwerp, waar we zo maar niet uit komen. Belangrijk is het hierin onderscheid te maken tussen het feit dat God al van te voren weet wat er gaat gebeuren en daar ook al lang van te voren over gesproken heeft én de persoon in kwestie die een eigen verantwoordelijkheid heeft en zelf verantwoordelijk is voor de keuzes die hij maakt en voor de daden die hij verricht.
Natuurlijk wist God al lang van tevoren wat Judas zou gaan doen, daarmee hebben we te maken met het geheim van Gods eeuwigheid, die voor ons ontoegankelijk is. Judas echter heeft zelf zijn eigen keuzes gemaakt en niet als een willoos instrument in Gods handen. De teleurstelling in de Here Jezus en zijn zucht naar geld hebben hem waarschijnlijk beide in bezit genomen en hem tot het verraad gedreven.
De hopeloze Judas
In Matteüs 27 lezen we over het trieste einde van Judas, hoe hij berouw kreeg van zijn daad en het geld aan de overpriesters en oudsten terug wilde geven, maar geen gehoor bij hen vond! Judas riep het uit: “Ik heb gezondigd, onschuldig bloed verraden!”, waarop ze hem ijskoud antwoordden: “Wat gaat ons dat aan? Gij moet zelf maar zien wat er van komt!” Dit was tekenend voor het geestelijk klimaat in Israël! Wat een vreselijke reactie van deze overpriesters om een zondaar zo in de kou te laten staan!
Vergeving voor iedereen
Wat een troost, dat wij nu met al onze zonden naar de Here Jezus mogen gaan. Hij zal nooit zeggen: “Wat gaat het Mij aan?” Het gaat Hem alles aan! Hij gaf Zijn leven voor het behoud van zondaars. Zijn bloed reinigt ons van alle zonden. Wat vreselijk voor Judas, als je geen kant op kunt met je zonden. Wat een troost voor ons, dat we bij Hem altijd welkom zijn en Hij ons volkomen vergeving en vernieuwing schenkt. Laat u niet weerhouden om met alles wat u bezwaart naar Hem toe te gaan. Hij weet er raad mee! Graag wil ik dit artikel afsluiten met lied 81 uit de Joh. de Heer bundel:
Zondaar, zoekt gij rust en vrede, levenslust en stervensmoed?
Niets deelt u de wereld mede, alles vindt g’aan Jezus voet.
refr. Kom, o kom met al uw noden, vrede wordt u aangeboden.
Vlucht dan eer gij sterven moet, met uw zonde aan Jezus' voet.
Dáár is niemand weggezonden, die om schuldvergeving bad.
Dáár heeft ieder heil gevonden, alles wat hij nodig had.
Hoor, bij dagen en bij nachten roept de Heiland: “Kom tot Mij”.
Waarom, waarom zoudt gij wachten? Spoedig is uw tijd voorbij.
ds. Theo Niemeijer
Er is de laatste tijd veel te doen geweest rondom de persoon Judas. Met name toen het Judasevangelie weer eens uit de oude doos gehaald werd en men het voordeed als een nieuwe ontdekking. De vruchten hiervan vindt u in de musical Jesus Christ Superstar, waarin Judas een heldenrol speelt en in de nieuwe musical over Judas, die momenteel opgevoerd wordt. In dit evangelie wordt Judas als de held beschreven, die van de Here Jezus persoonlijk de opdracht ontvangen had om Hem te verraden. Judas was precies op de hoogte van de dingen die zouden moeten gaan gebeuren. Hij was de spil in het verlossingswerk van Christus en zorgde er voor dat de Here Jezus, juist zoals in het Oude Testament beschreven werd, als Gods Lam geofferd werd.
Gnostiek
We hebben hier te maken met de Gnostiek, een filosofische stroming vanuit het Hellenisme die in de tweede eeuw na Christus ontstond en de gemeente van Christus in die tijd bedreigde. Het evangelie van Judas is niet door Judas geschreven, maar door een gnosticus die op een filosofische manier de rol van Judas wilde belichten. De vroege kerk met haar kerkleiders waarschuwden de christenen voor deze antichristelijke leer.
Waar kwam Judas vandaan?
Op welke manier Judas door de Here Jezus geroepen werd is niet bekend. Het zal wel net zo gegaan zijn als de anderen, die door Hem als apostel aangewezen werden. Naar alle waarschijnlijkheid laat de naam van Judas Iskariot ons zien, dat hij als enige apostel uit Judea afkomstig was. De naam Iskariot kan vertaald worden met: ‘man van Keriot’. Keriot ligt in het stamgebied van Judea, even ten zuiden van Hebron. De naam Keriot wordt in verschillende oude handschriften van de evangeliën in de kantlijn van de tekst teruggevonden.
Een bijzondere taak voor Judas
Verder weten we dat Judas een speciale taak had binnen de groep apostelen. Hij was de apostel die voor de financiën zorgde. Als Rabbi had de Here Jezus vele volgelingen, die voortdurend bij Hem verbleven. Om voor zo’n grote groep te kunnen zorgen, kwamen er vele giften binnen, die door Judas beheerd werden. Met deze giften konden armen geholpen worden, maar konden ze ook zelf eten kopen en zich verzorgen. Zo ontstond er rond de Here Jezus een gemeenschap van apostelen en discipelen waar geld binnenkwam en uitgegeven moest worden. U kunt nu ook wel begrijpen dat Judas, met zo’n verantwoordelijke taak, boven elke verdenking stond (leest u maar in Johannes 13:28-30).
De teleurgestelde Judas
Waarom Judas tot de daad van het verraad kwam, kunnen we niet met zekerheid vaststellen. Zou het de teleurstelling geweest zijn die hem aanzette zijn Meester te verraden? Hij had zo gehoopt dat zijn Meester de Messias was en Zich als koning op de troon van David zou zetten. Wat moet er in Judas omgegaan zijn, toen hij van de Here Jezus hoorde dat het allemaal anders zou gaan en Hij verworpen zou worden en aan het kruis zou sterven. Wilde hij het ‘zinkend schip voortijdig verlaten’ om zo zijn eigen positie te kunnen redden? We weten het niet.
De geldzuchtige Judas
Anderen denken dat het met name de geldzucht was, die Judas tot zijn daad aanzette. We lezen namelijk in Johannes 12:6, dat hij zich om de armen niet bekommerde, maar alleen dacht aan zijn eigen portemonnee! De mirre waarmee de zondares de voeten van de Here Jezus zalfde, had immers voor driehonderd schellingen verkocht kunnen worden! Daar had Judas de kas mee kunnen spekken, wat aan de armen kunnen geven, maar ook zelf een bedrag in zijn eigen zak kunnen steken! In 1 Timoteüs 6:8-10 leert Paulus ons: ‘De wortel van alle kwaad is de geldzucht.’ Het zou heel goed kunnen, dat met name deze geldzucht Judas te pakken had gekregen en hem tot de daad van het verraad gedreven heeft.
Dit temeer, omdat juist vanuit het Oude Testament zo de nadruk ligt op de dertig zilverstukken, waarvoor de Here Jezus verkocht zou worden: ‘Toen wogen zij mijn loon af: dertig zilverstukken. Werp dat de pottenbakker toe; een ‘heerlijke’ prijs, waarop Ik hunnerzijds geschat ben! Ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des Heren de pottenbakker toegeworpen’ (Zacharia 11:12-13). Hier hebben we een voorbeeld van een profetie, die zo’n 500 jaar voor de geboorte van Christus uitgesproken en opgeschreven werd en vijf eeuwen later tot in de kleinste details in vervulling gegaan is. De overpriesters, die deze profetie wel móesten kennen, waren kennelijk zo verblind dat ze onwetend met het geld de bloedakker van de pottenbakker gekocht hebben en zo de Schrift vervulden.
De prijs die voor de Here Jezus betaald werd ligt trouwens onder de prijs die een slaaf op de markt op zou moeten brengen. In Leviticus 27:3 lezen we dat voor een slaaf van tussen de twintig tot zestig jaar vijftig zilverstukken betaald diende te worden! Vandaar de spottende toon van Zacharia over de dertig zilverstukken.
De willoze Judas
Anderen menen dat Judas een willoos instrument in de handen van God was omdat hij voorbestemd was om tot deze vreselijk daad te komen. We komen hier op een heel moeilijk onderwerp, waar we zo maar niet uit komen. Belangrijk is het hierin onderscheid te maken tussen het feit dat God al van te voren weet wat er gaat gebeuren en daar ook al lang van te voren over gesproken heeft én de persoon in kwestie die een eigen verantwoordelijkheid heeft en zelf verantwoordelijk is voor de keuzes die hij maakt en voor de daden die hij verricht.
Natuurlijk wist God al lang van tevoren wat Judas zou gaan doen, daarmee hebben we te maken met het geheim van Gods eeuwigheid, die voor ons ontoegankelijk is. Judas echter heeft zelf zijn eigen keuzes gemaakt en niet als een willoos instrument in Gods handen. De teleurstelling in de Here Jezus en zijn zucht naar geld hebben hem waarschijnlijk beide in bezit genomen en hem tot het verraad gedreven.
De hopeloze Judas
In Matteüs 27 lezen we over het trieste einde van Judas, hoe hij berouw kreeg van zijn daad en het geld aan de overpriesters en oudsten terug wilde geven, maar geen gehoor bij hen vond! Judas riep het uit: “Ik heb gezondigd, onschuldig bloed verraden!”, waarop ze hem ijskoud antwoordden: “Wat gaat ons dat aan? Gij moet zelf maar zien wat er van komt!” Dit was tekenend voor het geestelijk klimaat in Israël! Wat een vreselijke reactie van deze overpriesters om een zondaar zo in de kou te laten staan!
Vergeving voor iedereen
Wat een troost, dat wij nu met al onze zonden naar de Here Jezus mogen gaan. Hij zal nooit zeggen: “Wat gaat het Mij aan?” Het gaat Hem alles aan! Hij gaf Zijn leven voor het behoud van zondaars. Zijn bloed reinigt ons van alle zonden. Wat vreselijk voor Judas, als je geen kant op kunt met je zonden. Wat een troost voor ons, dat we bij Hem altijd welkom zijn en Hij ons volkomen vergeving en vernieuwing schenkt. Laat u niet weerhouden om met alles wat u bezwaart naar Hem toe te gaan. Hij weet er raad mee! Graag wil ik dit artikel afsluiten met lied 81 uit de Joh. de Heer bundel:
Zondaar, zoekt gij rust en vrede, levenslust en stervensmoed?
Niets deelt u de wereld mede, alles vindt g’aan Jezus voet.
refr. Kom, o kom met al uw noden, vrede wordt u aangeboden.
Vlucht dan eer gij sterven moet, met uw zonde aan Jezus' voet.
Dáár is niemand weggezonden, die om schuldvergeving bad.
Dáár heeft ieder heil gevonden, alles wat hij nodig had.
Hoor, bij dagen en bij nachten roept de Heiland: “Kom tot Mij”.
Waarom, waarom zoudt gij wachten? Spoedig is uw tijd voorbij.
ds. Theo Niemeijer