Joodse feesten: een schaduw van Christus

ds. Theo Niemeijer • 91 - 2015 • Uitgave: 23
Enige vrienden van ons komen sinds korte tijd samen in een kleine huisgemeente, waar ze samen de sabbat vieren en iedere zondagmorgen de tien geboden lezen. Verder houden ze zich aan de verschillende Joodse spijswetten en vieren ze de Bijbelse feestdagen. Voorheen gingen zij naar de evangelische gemeente, maar daar voelen zij zich nu niet meer op hun plaats.
In Handelingen 15 leert Jakobus dat we als gemeente ons dienen te onthouden van: ‘wat door de afgoden bezoedeld is, van hoererij, van het verstikte en van bloed’ (vers 20). Verder zegt Jakobus dat de christenen uit de volkeren niet verder lastig gevallen moeten worden met allerlei Joodse inzettingen. Wat is uw gedachte hierover en wat bedoelt Jakobus met ‘het verstikte’? (T. B. te L)


Antwoord:
Paulus kreeg in zijn bediening ook regelmatig te maken met dit probleem. Het gaat hier om de Judaïstische invloed op de gemeente uit de heidenen. Met name in de Romeinen-brief en de Kolossenzen-brief probeert Paulus hierop een duidelijk antwoord te geven.
In Kolossenzen 2:16-23 krijgen we te maken met deze kritiek vanuit het kamp van het Judaïsme. De gemeente werd bekritiseerd, omdat ze zich niet aan de verschillende spijswetten hield, de feestdagen niet vierde, geen aandacht schonk aan de Nieuwe maan en de Sabbat negeerde. Het was toch ongehoord dat deze jonge gemeente zich niets aantrok van al deze Joodse inzettingen! Zo lag deze gemeente zwaar onder de kritiek van Joodse christenen.
Paulus vergelijkt al deze Joodse inzettingen met een schaduw, terwijl de werkelijkheid Christus Zelf is. De schaduw van Christus vinden we terug in het Oude Testament met al zijn inzettingen. In de tabernakeldienst, de offerdienst, de feesten, kortom in alle inzettingen zien we de schaduw van Christus. De Here Jezus zegt hier dan ook in Johannes 6:39, dat het gehele Oude Testament met al deze dingen van Hem getuigen. In de Joodse inzettingen komen we de schaduw van Christus tegen.
Paulus roept de gemeente echter op zich niet blijvend bezig te houden met de schaduw van Christus, maar met Hem van wie deze schaduw is: Christus Zelf! Zo zegt De Here Jezus letterlijk in Matteüs 11: ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u Sabbat (rust) geven’ (vers 28). In het volbrachte werk van de Here Jezus aan het kruis op Golgotha werd de Sabbat vervuld. Hij riep “Het is volbracht” en in Zijn werk vinden we de volmaakte Sabbat.
Zo omschrijft Paulus in Kolossenzen 2:11-15 de ‘ware besnijdenis’ als de besnijdenis van Christus. Niet de besnijdenis als werk van mensenhanden, maar de besnijdenis van het hart in het sterven met Christus.
Christenen die zich nu onderwerpen aan allerlei Joodse inzettingen, vallen weer terug in het Oudtestamentische geloofsleven, het bezig zijn met de schaduwbeelden, en vergeten daarbij om zich te richten tot de werkelijkheid, de vervulling van al deze schaduwbeelden: Christus.
Er wordt de laatste tijd nog al eens gesproken over de ‘Bijbelse feesten’ in plaats van de ‘Joodse feesten’. In Johannes 6:4 wordt het Pascha toch duidelijk het ‘Feest der Joden’ genoemd en zo wordt in Johannes 7:2 het Loofhuttenfeest ook het ‘Feest der Joden’ genoemd. Wie geeft ons het recht om deze feesten van het Joodse volk af te pakken en er een feest voor de gemeente van te maken? Er is al zoveel van het Joodse volk afgepakt! Onderscheid in Gods plan met Israël en Zijn plan met de gemeente is hierin uiterst belangrijk. Paulus leert de gemeente duidelijk dat deze Joodse inzettingen niet voor de Nieuwtestamentische gemeente bedoeld zijn.
Wat bedoelt Jakobus dan met ‘het verstikte’, waar we ons als christenen van moeten onthouden? Met het verstikte wordt vlees bedoeld van dieren waarbij tijdens het slachten het bloed niet de vrije loop had om het lichaam te verlaten. God had al aan Noach geboden: ‘vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten’ (Genesis 9:4). De omwonende volkeren rond Israël hadden wel gebruiken waarbij het bloed van dieren en zelfs mensen gedronken en gegeten werd. Het kannibalisme was niet alleen iets van de vroegere primitieve indianen, maar ook wijdverbreid onder heidense volkeren. De Here wilde dat Zijn volk hierin anders was en verbood daarom het eten van bloed. In Numeri 11:33 zien we hoe Gods volk zich aan gulzigheid overgaf en het vlees van de kwakkels rouw at. Het was een gruwel in Gods ogen, waarvoor Hij zijn volk zwaar strafte.
Vlees van dieren, waarbij het bloed belemmerd werd om weg te vloeien, zullen we dus niet moeten eten. We mogen hierbij onder ander denken aan bloedworst en dergelijke.


In mijn familie komt het de laatste tijd nog al eens voor dat ouders een kind krijgen zonder met elkaar getrouwd te zijn. Er wordt verwacht dat ik dan op kraamvisite kom om hen hiermee te feliciteren. Ik heb hier zo’n moeite mee, maar wanneer ik weg blijf, krijg ik de hele familie over me heen. Wat moet ik doen? (A. G. via @)

Antwoord:
Wat worden we de als christenen toch vaak voor moeilijke beslissingen geplaatst! We leven in een samenleving waarin steeds minder rekening gehouden wordt met christelijke waarden en met het gezag van de Bijbel. Ook binnen christelijke gezinnen zien we deze tendens steeds meer zichtbaar worden. De Bijbel blijkt steeds minder de leidraad te zijn voor huwelijk en gezin. Allerlei samenlevingsvormen worden steeds meer geaccepteerd en meer gewoon. Wachten met seks tot het huwelijk is niet meer van deze tijd. Iedereen gaat toch voor het huwelijk al met elkaar naar bed, waarom dan christenen niet?
De Bijbel wordt als ouderwets en cultuurgebonden gezien en afgedaan en dient nodig aangepast te worden naar de moderne tijd, waarin we nu leven. Het aantal echtscheidingen is echter nog nooit zo hoog geweest als de laatste tijd! Kennelijk weten we wel hoe we seks met elkaar kunnen hebben, maar het geheim op welke manier we elkaar ons leven lang lief kunnen hebben zijn we met z’n allen kwijtgeraakt. Seksualiteit leidt niet tot liefde, maar tot egoïstische begeerte. Liefde leidt tot seksualiteit en niet andersom.
De Bijbel wijst ons de weg van het huwelijk, waarin kinderen geboren kunnen worden. Het aantal éénoudergezinnen neemt hand over hand toe, met alle gevolgen van dien. Niet voor niets worden de wachtlijsten bij de jeugdzorg steeds langer en kunnen de kinderen vaak niet meer adequaat geholpen worden. Wat is het belangrijk dat christenen aan de ongelovige wereld laten zien, hoe God het huwelijk en gezin bedoeld heeft. Wat een getuigenis zou dat zijn!
Wanneer we een ongetrouwd stel feliciteren met hun pasgeboren kind, dan is dat niet om daarmee aan te geven dat we het eens zijn met hun levensstijl. Laat dat duidelijk zijn. De Bijbel leert ons geen deel te hebben aan hun onvruchtbare werken. Ondanks de on-Bijbelse levensstijl die ze er op na houden, mogen we te allen tijde laten merken dat we hen als persoon wel liefhebben. Juist dan kun je het gesprek hierover openhouden. Bij het demonstratief wegblijven is een opbouwend gesprek helemaal niet meer mogelijk. Mijn advies zou dan ook zijn, om wel je belangstelling te tonen, maar daarbij wel duidelijk te maken dat je het met hun manier van leven op Bijbelse gronden niet eens bent. Ik denk dat de Here Jezus ons hiermee Zelf het voorbeeld gegeven heeft om zelfs met een Zacheüs, een leugenachtige tollenaar, aan tafel te zitten.

Theo Niemeijer