Jezus op bezoek

Raymond Hausoul • 90 - 2014 • Uitgave: 2
Feestjes die Farizeeërs met Jezus vieren zijn uitdagend. Bij deze sociale omgang komt het dikwijls tot zachte confrontatie tussen Jezus en de aanwezigen. In Lucas 7:36-50 is Jezus uitgenodigd bij Simon de farizeeër op het feestbanket. Plotseling komt er een vrouw binnen die bekend staat als zondares (vers 37).

Haar naam en zonde blijven geheim. Bijbelspeurders denken aan Maria Magdalena, een sloerie uit de rosse buurt, een vrouw van een onrechtvaardige, een schuldenares of overspelige. Dat blijft echter giswerk. Simons negatieve klank laat enkel concluderen dat híj haar zeker niet heeft uitgenodigd. Op eigen initiatief glipt ze binnen nadat ze ziet dat Jezus erbij is. Was zij al eerder geraakt door Zijn onderwijs over de ware messiaanse verwachting (zie Lucas 7:18-35)?

Daden zonder woorden
Uitvoerig beschrijft Lucas elke beweging en emotie van de vrouw (7:38). Haar daden spreken duizend woorden. Ze weent en plaatst zich aan Jezus’ voeten, gewoon omdat Joden destijds met het hoofd naar de tafel lagen. Ziet Jezus haar? Anderen zien haar wel. Logisch, wat ze doet valt op. Tranen vloeien als regenbuien over haar wangen. Daarmee wast ze Jezus’ voeten, die ze afdroogt met haar haren, intensief kust en zalft met balsem. Waarom ze dat doet, blijft in het verborgene. Zijn haar overvloedige tranen uitingen van vreugde of van verdriet? Is ze dankbaar, of liggen er andere motieven ten grondslag?
Simon fronst zijn voorhoofd. Graag nodigt hij Jezus uit en siert hij zich met Zijn tegenwoordigheid. Zolang het maar binnen zijn verwachtingen blijft. Als Simon de vrouw herkent en ziet wat ze doet, herinnert hij zich wat het straatleven over haar zegt. Directe conclusie volgt: de vrouw is een zondares en Jezus is geen profeet, maar een leugenaar. Zo, Jezus is in beeld. Het beeld van Simon. Simon kleurt Jezus met zijn kleuren, kleedt Hem met zijn kleren en geeft hem het gezicht en karakter dat past bij zijn Jezusbeeld. Dat de Messias drastische verrassingen meebrengt die indruisen tegen elk Jezusbeeld, ontgaat hem even. Simon maakt een keuze: oftewel past Jezus zich aan mij aan, oftewel vliegt Hij met vrouw en al mijn huis uit. Een veelgemaakte fout. Ook onder de lezers van dit blad: Wie mag Jezus voor jou zijn?

Vraagtekens en een miniparabels
Simon stelt Jezus in twijfel. Jezus is fout. Als Hij deze vrouw echt kent, jaagt Hij haar weg en laat hij niet toe dat zij Hem aanraakt. Dat is de houding van de goede Farizeeër: twee meter tussen mij en haar! En tegelijk is het ook de houding van veel kerkgangers tegenover ongewenste bezoekers: afstand! Voor Simon lijkt alles logisch te kloppen. Hij is vertrouwd met Gods Thora en kent deze van buiten; van voor naar achter en van achter naar voren, punten, komma’s en voetnoten inbegrepen.
Jezus reageert hierop met een miniparabel (Lucas 7:41-42). Het gaat om een schuldeiser en twee schuldenaars. De ene met een schuld van vijfhonderd denaren (anderhalf jaar salaris), de andere met een schuld van vijftig denaren (twee maanden salaris). Beiden zijn niet in staat terug te betalen. De schuldeiser kiest voor gratie. Pure genade, want geen van beiden kan zich ver-ont-schuldigen. Verontschuldigen kan enkel de schuldeiser. Zij moeten accepteren dat ze geaccepteerd zijn, hoewel ze inacceptabel zijn. De vraag die Jezus hieraan verbindt is: welke schuldeiser heeft nu het meest lief?
Simon reageert voorzichtig. Hij voelt nattigheid. Parabels brengen dikwijls verrassingen met zich mee. Voordat je het weet bevind je je op glad ijs. Hij antwoordt echter juist: Wie de meeste schuld had, kent de grootste liefde.

Terug naar de zaak
Jezus keert zich vervolgens naar de vrouw en verbindt haar met de parabel. Bewust herhaalt Lucas haar volledige welkomstrituelen. Terugkijkend concludeert Jezus dat Simon als gastheer niet voor drie welkomstgeschenken koos. Hij waste niet zijn voeten, gaf geen kus en olie. Hoewel dit geen must was, gold het als hoge gastvriendelijkheid. Simon deed minder dan hij kon. Wilde hij voorzichtig zijn? Als Jezus daadwerkelijk een misleider was, kon Simon zich later in ieder geval verdedigen met te zeggen: ‘Nou, eten gaf ik, maar dat is onze minimale plicht. Als ik hem nog de voeten zou hebben gewassen, zou jullie kritiek terecht zijn. Maar dat laatste deed ik niet.’ Als wetsgetrouwe man, die ernaar verlangt Gods Woord te beleven, raakt Simon verzeild in steriele eigengerechtigheid. Hij doet wat hij moet doen en probeert zo weinig mogelijk verkeerd te doen. Ondanks dat hij zelf faalt in een beleefde vorm van gastvrijheid, weet hij perfect waar de ander fout zit. Volgens het eigen boekje is hemzelf niets te verwijten.

Genadige vergeving
Jezus verbindt vervolgens de kwijtschelding van de schuldenaars in de parabel (vers 41-43), met de kwijtschelding van de vrouw aan Zijn voeten (vers 47). Hij beseft wat ze deed. Zij is echter een schuldenaar die veel vergeven is en liefheeft. Toen ze opgesloten raakte in de gevangenis van haar zondige schaduwzijde, ontmoette ze Gods bevrijdende boodschap van vergeving. Ze ontving een nieuwe kans, genas en kreeg weer levenshoop. Haar liefde blijkt uit haar daden.
Indirect zinspeelt Jezus met die waardemeting en de parabel erop dat zowel de vrouw als Simon te typeren zijn als vergeven mensen. Toch is dat niet helemaal helder. Is de liefde van de vrouw gebaseerd op een ontvangen vergeving, of is de vergeving die Jezus uitspreekt gebaseerd op haar daden? Jezus’ reactie en die van de aanwezigen in vers 48-50 laten denken aan optie twee. Jezus keert dan de parabel om: door veel liefde is haar veel vergeven.
Toch is er vanuit de parabel eerder te denken aan optie één. Doordat Jezus spreekt over ‘vergeven’ in de tegenwoordige tijd, maakt Hij kenbaar dat deze vrouw in een ‘status van vergeving’ is. Haar handelingen staan in relatie met de vergeving die zij eerder ontving, zoals de dankbaarheid van de schuldenaren tegenover de schuldeiser in relatie staan met de kwijtschelding die zij eerder ontvingen. Dat de vrouw vergeven is, benadrukt Jezus dan extra opnieuw in vers 48. Lucas houdt dan voor zijn lezers de vergeven toestand van deze vrouw verborgen. Daarmee bereikt hij dat zij zich gemakkelijk identificeren met Simons reactie en eveneens schaakmat voor Jezus staan.

Een profeet?
Jezus’ reactie toont dat Hij de situatie meer doorziet dan Simon denkt. De parabel spreekt in de situatie en ontmaskert de aanwezigen. Simon staat erbij en kijkt ernaar. Jezus spreekt de vrouw vergeving toe. Ze kwam omdat ze Jezus wilde dienen vanuit haar liefde; niet om iets te bewerken. Jezus was wellicht de eerste die haar met respect behandelde. Vele anderen hadden haar enkel veracht.
Voor de aanwezigen was het een vreemd fenomeen dat iemand anderen vergaf voor God. Vragen over Jezus stellen zich niet enkel bij Simon. Elkaars zonden vergeven was geen probleem, maar zaken vergeven waar je niet bij betrokken bent, was vreemd. Hoe kan iemand zulk een vergeving uitspreken? Wie was Jezus? Die vraag zou nog een verdere rol spelen. Elders verduidelijkt Lucas dat Jezus zonden kan vergeven omdat Hij rechter is (Lucas 24:47; Handelingen 10:42; 17:31). De Vader gaf het oordeel in de handen van Jezus van Nazareth.

Jezus richt vervolgens de aandacht op het geloof van de vrouw. Zij staat gerechtvaardigd voor God en mag heengaan in vrede. Dat laatste was een gebruikelijk afscheidswoord. Voor haar betekende het echter meer dan een gebruikelijk afscheid. Zij besefte dat zij, door deze vergeving, een vrede mocht kennen in deze en de toekomstige eeuw. Die vrede mocht ze met een gerust hart tegemoet gaan en mogen zij kennen die kritiek van de ‘rechtvaardigen’ ontvangen maar gerechtvaardigd en vergeven voor Christus staan.

Drs. Raymond R. Hausoul